De operatie
Wat gebeurt er in de dagen voor een operatie?
Als je opgenomen gaat worden voor een operatie, word je uitgenodigd op het pre-operatieve spreekuur (POS). De anesthesioloog gaat je onderzoeken. Er worden vragen gesteld en onderzocht of je goed gezond bent om onder narcose te gaan. Je wordt onder andere gewogen en gemeten. Ook je bloeddruk wordt bepaald. Tijdens dit bezoek kunnen jullie vragen stellen over de manier van narcose die je kan krijgen. De anesthesioloog bepaalt welke manier het voor jou wordt. Er is een ‘slaapkapje' voor het jongere kind om te gaan slapen en een infuus voor het oudere kind.
Word je je met spoed opgenomen, dan gebeurt deze controle in het operatiecomplex zelf, vlak voor de operatie. Meer informatie vind je in de folder Anesthesie bij kinderen.
Voorbereiding op de operatie
Als je op de dag van opname bij ons op de afdeling bent, kan de verpleegkundige of MPZ je informatie (film/foto) geven zodat je beeld krijgt van wat er rondom de opname gaat gebeuren. Ook kun je vragen stellen. Geen enkele vraag is raar!
Naar de operatiekamer
Voordat je naar de operatiekamer gebracht wordt, krijg je ziekenhuiskleding aan. Als je narcose krijgt met een infuus kun je een verdovende zalf op diverse plekken geplakt krijgen zodat je het inbrengen ervan minder voelt. Eén van je ouders mag mee naar de voorbereidingsruimte en de operatiekamer. Jij als ouder krijgt dan een overall aan en een muts over je haar of hoofddoek. Let op: sieraden moeten af!
In de voorbereidingsruimte
De eerste ruimte waar je komt, heet de voorbereidingsruimte. Hier wordt het infuus geplaatst als voorbereiding op de narcose. De anesthesieverpleegkundige bekijkt waar hij het beste kan prikken. Na het inbrengen van het infuus blijft alleen een dun buisje van plastic achter.
Onder narcose
Het duurt ongeveer een half uur voordat het operatie-personeel jou meeneemt naar de operatiekamer om te gaan slapen. Als je op het operatiebed ligt, krijg je narcose via een kapje of infuus. Bij narcose via een kapje krijg je een plastic kapje over je mond en neus. Hierin moet je ongeveer 30 keer in en uitademen. Dit hangt af van je lichaamsgewicht. De geur is een beetje vreemd maar het helpt om door je mond in- en uit te ademen.
Tips bij de narcose
Als je gaat slapen is het prettig om aan een fijne plek te denken, hierdoor gaat het makkelijker. Als ouder mag je rustig en zachtjes tegen je kind praten en zijn hand vasthouden.
Tijdens het in slaap vallen kan je nog wat ongecontroleerde bewegingen maken met je handen, benen of ogen. Soms blijven je ogen een beetje open of hoest je en kan je stevig ademhalen. Als ouder is dat gek om te zien maar dit zijn voorkomende reacties en is gewoon. Fijn is, dat je er zelf niets van merkt.
Wanneer je kind slaapt door middel van een slaapkapje, krijgt hij om veiligheidsredenen ook een infuus ingebracht.
Als je kind onder narcose is, brengt een operatieassistent je naar de uitgang van de operatiekamer.
Na de operatie
Wanneer je uit narcose wakker wordt, moet je er rekening mee houden dat je je wat slaperig of onrustig kan voelen. Soms ben je nog wat verward. Je bent dan nog niet goed wakker. Een beetje misselijk en wat bleek zien hoort er soms ook bij. Je hoeft nog niets en mag eerst goed uitrusten. Je mag beginnen met wat te gaan drinken en als dat goed gaat ook weer wat eten.
Het kan zijn dat je nog regelmatig een controle van je temperatuur of je bloeddruk hebt, dat hoor je van de dokter of verpleegkundige. Ook krijg je uitleg wat er in de dagen erna gebeurd en wat je dan weer mag.
Spoedoperatie
Bij een spoedoperatie mag één van jouw ouders aanwezig zijn bij de inleiding van de narcose, tenzij dit medisch onverantwoord wordt gevonden door de anesthesioloog. De verpleegkundige overlegt dit met de anesthesioloog. Heb je geen voorbereiding vooraf kunnen krijgen, dan is het belangrijk achteraf de ervaring die hebt opgedaan na te bespreken. De MPZ of verpleegkundige kan je hierbij helpen.
Meten van je gevoel/herstel
Met een gezichtjes- of getallenmeetlat of cijferscore houdt de verpleegkundige goed in de gaten hoe jouw gevoel in je lichaam is. Dit doen we om de bestrijding van eventuele pijnklachten zo nauwkeurig mogelijk af te stemmen op de behoefte. Meer hierover lees je in de folder ‘Het meten van pijn’.