De levensduur van een knieprothese is aanzienlijk verbeterd in de laatste jaren. Toch kan het gebeuren dat uw knieprothese na verloop van tijd problemen geeft. Denk hierbij aan het loslaten of slijtage.
Bij klachten als pijn, stijfheid, instabiliteit, roodheid en/of zwelling kan het zijn dat u een probleem heeft met uw knieprothese. Heeft u last van (één van) deze klachten? Maak dan een afspraak met uw orthopedisch chirurg voor nader onderzoek.
Door de operatie kan er een vochtophoping ontstaan in uw geopereerde been en vooral rondom de knie. Het kan weken tot enkele maanden duren voordat deze zwelling helemaal is verdwenen. Leg uw been in rust hoog. Heeft u in verband met zwelling aan uw geopereerde been een elastische kous gekregen, houdt u deze dan thuis overdag ook aan.
Door de operatie ontstaat er vaak een bloeduitstorting (een blauwe plek). Soms ziet u de plek niet meteen, maar pas na een aantal uren of dagen. Een bloeduitstorting ontstaat doordat bloedvaatjes zijn beschadigd, en dit bloed zich ophoopt onder de huid. De bloeduitstorting uit zich de eerste dagen in een blauwe/paarse plek, die langzaam zwartachtig verkleurt en vervolgens vervaagt naar rood, groen en geel. Ten slotte verdwijnt de plek. Ook uw tenen kunnen verkleuren. Als u op de bloeduitstorting drukt, doet dat waarschijnlijk pijn.
Heeft u last van een flinke bloeduitstorting, dan zal de plek voortdurend pijnlijk zijn, ook als u deze niet aanraakt. Er zijn homeopathische middelen zoals Arnica en Traumeel te koop, die de klachten kunnen verminderen. Breng de zalf aan op de blauwe plek, maar niet op de wond zolang deze niet helemaal dicht is. De middelen zijn verkrijgbaar bij de drogist en apotheek.
Een trombosebeen kan zich op vele manieren uiten, maar er zijn een aantal belangrijke kenmerken:
Ook kan er sprake zijn van:
Bovenstaande klachten kunnen wijzen op een trombosebeen. Het is echter niet zo dat iedereen met een trombosebeen al deze klachten heeft. Ook gebeurt het regelmatig dat deze symptomen ten onrechte in verband worden gebracht met een trombosebeen of dat een trombosebeen wordt verward met zwelling van het been door de operatie. Slechts één op de vier patiënten met dergelijke klachten blijkt na onderzoek ook daadwerkelijk trombose te hebben.
Neem altijd contact op met uw arts of verpleegkundig consulent als u verschijnselen ervaart die kunnen wijzen op een trombosebeen. Als we een trombosebeen niet behandelen, kan dit leiden tot een longembolie.
Uw knie kan tot twaalf maanden na de operatie warm aanvoelen.
Tijdens de operatie wordt de oorzaak van uw pijn weggenomen. Houd er wel rekening mee dat uw knie en de wond na de operatie pijnlijk kunnen zijn. Om deze pijn te verminderen kunt u verschillende dingen doen. U kunt bijvoorbeeld pijnstillers innemen, ijspakkingen gebruiken en beenoefeningen doen. Als u veel last van spierpijn heeft zou u een spierbalsem, warme kruik of magnesiumolie kunnen gebruiken. Breng geen balsem, gel, crème of olie aan op de wond als deze nog niet dicht is.
Eén tot twee weken na de operatie wordt de pijn geleidelijk minder. Drie tot vier maanden na de operatie zal de pijn aanzienlijk minder zijn. Soms voelen patiënten een doffe pijn na lange wandelingen. Dit gevoel kan optreden tot ongeveer twaalf maanden na de operatie. Ook startpijn (pijn bij de eerste stappen na het opstaan) kan nog een tijd aanhouden evenals een bandgevoel rondom de knie. Dit pijnlijke gevoel vermindert zonder behandeling. Het betekent niet dat de prothese niet goed functioneert of los zit.
U mag knielen en hurken met uw (vervangen) knieprothese. Niet alle patiënten kunnen dit of ze ervaren dit als onprettig. Sportieve activiteiten of werkzaamheden met een behoorlijke impact op de prothese, kunt u beter vermijden. Dit kan de levensduur van de prothese namelijk in negatieve zin beïnvloeden. Overleg uw wens om te sporten altijd met uw verpleegkundig specialist of orthopedisch chirurg.
Als u een kleine hersteloperatie heeft ondergaan verloopt de revalidatie mogelijk hetzelfde als na de operatie voor de eerste knieprothese. Mocht er een uitgebreidere hersteloperatie nodig zijn, houd er dan rekening mee dat het herstel aanzienlijk langer kan duren. De mate waarin u uw been mag belasten en buigen na de ingreep heeft hier invloed op.
Dit is inderdaad normaal en niet verontrustend. Een knieprothese bestaat uit twee metalen oppervlakken, met daar tussen een laag polyethyleen. Deze oppervlakken kunnen klikkende geluiden veroorzaken als u uw knie buigt, waarbij u ook een licht knoepend gevoel kunt ervaren. Dit komt vooral in de beginfase voor, als uw spierkracht en spiercoördinatie nog op niveau moeten worden gebracht. Hoewel u de geluiden als eng kunt ervaren, veroorzaken ze geen schade aan de prothese.
Als u voldoende controle heeft over uw geopereerde been en geen krukken meer nodig heeft, kunt u na zes weken weer gaan autorijden. Rijdt u in een automaat en bent u aan uw linker knie geopereerd, dan kunt u alweer gaan autorijden op het moment dat u hier zelf aan toe bent. Het is niet verstandig om te rijden als u nog pijnmedicatie gebruikt die het rijgedrag kan beïnvloeden. Voor meer informatie hierover kunt u terecht bij uw verpleegkundig specialist of orthopedisch chirurg en de polisvoorwaarden van uw verzekeringsmaatschappij.
Als u voor de operatie ook al regelmatig fietste, mag u ongeveer zes weken na de operatie weer gaan fietsen. Het is belangrijk dat u weer voldoende controle over uw been heeft en u uw knie voldoende kunt buigen. Gebruik een damesfiets vanwege de lage instap. We raden u aan om van tevoren te oefenen op een hometrainer.
U mag op uw zij slapen met eventueel een kussen tussen de benen, zodat u comfortabel ligt. Plaats nooit een kussen onder de knie.
Als een infectie binnen zes weken na de operatie optreedt en direct wordt behandeld met uitgebreid spoelen van de knie(prothese) en het geven van antibiotica na het spoelen, bestaat er een redelijke kans dat de prothese kan worden behouden. Neem bij tekenen van een infectie binnen zes weken na de operatie (bijvoorbeeld roodheid bij de wond, een lekkende wond of koorts) altijd contact op met uw arts of verpleegkundig consulent. Ontstaat de infectie na een langere tijd, dan is er een kans dat we de prothese moeten verwijderen. Als de infectie volledig is genezen, kunnen we een nieuwe prothese implanteren of de knie vastzetten (artrodese).
Zorg ervoor dat de knieprothese bij een infectie (ook bij kaak- of tandinfecties) beschermd wordt door antibiotica. Bacteriën gaan gemakkelijk op kunstmateriaal zitten en zijn moeilijk te bestrijden.
Als u een knieprothese heeft, loopt u het risico dat de knie, ook in de jaren na de operatie, gaat ontsteken. Dit komt doordat bacteriën dan via de bloedbaan op de prothese terecht komen.
Wij merken dat sommige tandartsen of mondhygiënisten patiënten die een knieprothese hebben daarom uit voorzorg antibiotica geven. Er is echter geen wetenschappelijk bewijs dat dit ook daadwerkelijk ontstekingen voorkomt. U hoeft dus geen antibiotica te gebruiken bij een behandeling van de tandarts of mondhygiëniste. Een goede mondgezondheid is wel van belang en het is belangrijk dat u uw tandarts bezoekt voor periodieke controles. Wij vragen u dringend om zes weken voor en zes weken na de operatie aan uw knie geen bezoek aan uw tandarts te brengen. Uw gebit moet voor de operatie wel in orde en gezond zijn.
De operatie aan uw knie is geen belemmering voor het halen van een griepspuit. Wel raden we u aan om de griepspuit niet twee weken vóór of twee weken na de ingreep te halen. Ongeveer 95 procent van de gevaccineerden heeft geen of weinig ongemak van de griepprik. Bij een kleine minderheid is de plek van de prik na de vaccinatie iets dikker en gevoeliger. Een klein deel van de mensen zegt zich de dag van de vaccinatie en de dag erna moe en zwak te voelen. Dit laatste kan komen doordat het lichaam begint met de aanmaak van antilichamen tegen het griepvirus. De ene persoon is hier gevoeliger voor dan de ander. De griepspuit werkt het beste als u een goede weerstand heeft.
Bij de veiligheidscontroles op luchthavens bestaat de kans dat de prothese het beveiligingssysteem activeert.
Voor het kopen, lenen of huren van (tijdelijke) hulpmiddelen kunt u onder andere terecht bij de thuiszorgwinkels van Medipoint en Vegro. Denk hierbij aan krukken, een toiletverhoger, een douchestoel en bedverhogers.
Voor het zelfstandig aankleden raden we u aan een lange schoenlepel, een sokken aantrekhulp en een ‘helping hand’ te gebruiken. Deze zijn te koop in de thuiszorgwinkels en huishoudwinkels. Hier kunt u ook terecht voor elastische veters.
Telefoonnummers aanbieders hulpmiddelen
Info uitgiftepunten Medipoint: 088 - 1020 100
Info uitgiftepunten Vegro: 0800 - 2887766
Wij kunnen na een knie-operatie geen machtiging/verwijzing verstrekken voor hulpmiddelen.
Ja, theoretisch gezien kan een knieprothese meerdere malen worden vervangen. De operatierisico’s kunnen wel steeds groter worden en het resultaat kan minder goed zijn dan bij het plaatsen van de eerste knieprothese.
Soms moet de gehele prothese vervangen worden, maar het kan ook zijn dat een deel van de prothese vervangen wordt. Dit kan de femurcomponent zijn (het deel aan de onderkant van uw bovenbeen), de insert (de kunststofschijf tussen de femur- en tibiacomponent) en/of de tibiacomponent (het deel aan de bovenkant van uw scheenbeen).
De orthopedisch chirurg zal dit met u bespreken. In sommige gevallen zijn er meerdere operaties nodig. Bijvoorbeeld als er sprake is van een infectie.
Het kan dan nodig zijn dat u eerst een spacer krijgt. Dit is een prothese gemaakt van botcement. In het botcement zit antibiotica dat vrijkomt in het operatiegebied om de infectie te bestrijden. Na zes tot twaalf weken vervangen we de spacer voor een nieuwe knieprothese.
De pagina die u nu bekijkt, is automatisch aangevinkt om te downloaden. Ziet u hieronder nog meer pagina’s staan? Dan kunt u zelf aanvinken welke pagina’s u wilt toevoegen.
