Dialyse brugunit – fase 1
Patiënte met arts en verpleegkundige in behandelkamer

Deel 3: aandachtspunten bij voorbereiding op de dialysebehandeling

Vocht

Uw lichaam bestaat voor een groot deel uit vocht. Gezonde nieren zorgen ervoor dat u een teveel aan vocht uit plast. Wanneer uw nieren minder goed werken kan het zijn dat u minder gaat plassen of dat het plassen helemaal stopt en, blijft er meer vocht in uw lichaam. Dit is niet goed voor u. Uw lichaam kan vocht vasthouden bij uw enkels, handen, hart of longen. U kunt dan benauwd worden en uw bloeddruk kan stijgen. Daarom mag u niet te veel vocht binnen krijgen.

Let op: u krijgt ook vocht binnen zonder dat u het drinkt. Bijvoorbeeld als u een bakje yoghurt, soep, vla of fruit eet. Maar u krijgt ook vocht binnen als u vlees, aardappelen en groente eet. Dit heeft u niet altijd door. De diëtist helpt u met wat u het beste kunt eten.

Streefgewicht

Het is niet goed om te veel of te weinig vocht in uw lichaam te hebben. Daarom spreken wij met u een streefgewicht af. Dit is het gewicht waarbij u zich goed voelt en niet te veel of te weinig vocht bij u heeft. Aan de hand van dat gewicht kunnen wij bepalen hoeveel vocht verwijderd moet worden, zodat u weer op uw streefgewicht naar huis gaat.

Uw streefgewicht heeft niets te maken met dik of dun zijn. Het gaat erom dat u precies genoeg vocht in uw lichaam heeft. Dit gewicht is voor iedereen anders. Samen met de arts en de verpleegkundige zoeken we uit wat uw streefgewicht is. We kijken naar uw gewicht en wegen u voor en na de dialyse. Ook kijken we naar uw bloeddruk en hoe u zich voelt. Soms maken we ook een foto van uw longen.

Uw streefgewicht kan veranderen. Als u bijvoorbeeld ziek bent geweest en niet veel eet of drinkt, kunnen uw vet- en spiermassa afnemen. U valt dan waarschijnlijk af. Dit betekent dat het streefgewicht verlaagd moet worden, omdat er na de dialyse anders te veel vocht achterblijft.

We controleren uw streefgewicht daarom vaak.

We bepalen het streefgewicht aan de hand van de volgende factoren:

  1. Voelt u zich goed? Heeft u geen last van kramp, duizeligheid, benauwdheid of oedemen (vochtophoping in bijvoorbeeld de enkels)?
  2. Wat is de bloeddruk voor, tijdens en na de dialyse?
  3. Als het nodig is, maken we een X-thorax (longfoto) op de röntgenafdeling. Soms beoordeelt de arts de vulling toestand.

Voordat u begint met de dialyse, gaat u op de weegschaal staan. U mag uw schoenen aanhouden. U trekt uw jas altijd uit. Nu kunnen we uitrekenen wat het verschil is met uw streefgewicht.

Bloeddruk

Uw hart pompt bloed door uw lichaam. Dit zorgt voor druk op uw bloedvaten. Dit noemen we de bloeddruk. Een te hoge of te lage bloeddruk kan iets zeggen over uw vullingtoestand (het bloedvolume in de circulatie). Is uw bloeddruk te hoog of te laag? Dan voelt u zich meestal niet lekker.

We meten uw bloeddruk aan het begin van de dialyse om een uitgangswaarde te hebben.

Ook tijdens de dialyse meten we de bloeddruk. Zo zien we het snel als uw bloeddruk hoger of lager wordt. Daar kunnen we dan op reageren, voordat u er last van krijgt.

Uw arts bepaalt wat voor u een goede bloeddruk is. Een goede waarde van de bloeddruk verschilt per persoon en hangt sterk af van uw conditie.

Het is normaal dat uw bloeddruk tijdens de dialyse langzaam daalt. Wij raden u wel aan het te zeggen tegen uw verpleegkundige, als u thuis klachten heeft (gehad) als kramp, duizeligheid, dikke voeten, niet plat kunnen slapen of hoesten.

Overvulling

Een te hoge bloeddruk komt vaak doordat u te veel vocht in uw lichaam heeft. Dit noemen we overvulling .

Hoeveel vocht u teveel heeft (overvulling) herkennen we aan:

  • Het gewicht vóór de dialyse. 1 kilo gewichtstoename is 1 liter vocht.
  • De bloeddruk. Het teveel aan vocht wordt eerst opgeslagen in de bloedbaan. Dit geeft een verhoogde druk in de vaten. Dus hoe meer vocht, hoe hoger de bloeddruk. Hierdoor daalt de bloeddruk, meestal tijdens de dialyse; dan wordt er namelijk vocht uit uw lichaam gehaald.
  • Aanwezigheid van oedemen (vochtophopingen op bijvoorbeeld uw enkels), strakker zittende kleding.
  • Eventueel kortademigheid. Dit kan komen doordat het hart het teveel aan vocht niet meer kan rondpompen. Het vocht gaat dan stuwen voor het hart, waardoor de longen overbelast raken. Dit heet ook wel ‘“vocht achter de longen’. Bij kortademigheid (bij inspanning) kan u niet meer plat liggen of slapen, u kunt kortademig zijn bij inspanning, en u kunt last hebben van een prikkelhoest).
Symptomen overvulling

Ondervulling

Uw bloeddruk kan ook te laag zijn. Dit komt vaak doordat uw te weinig vocht in uw lichaam heeft. Dit noemen we ondervulling.

Tijdens de dialyse wordt het teveel aan vocht weggehaald uit de bloedbaan. Als dat veel vocht is, kan dit leiden tot lage bloeddruk, duizeligheid en kramp. Dit komt doordat het vocht uit de bloedbaan sneller weggehaald wordt dan dat het vocht vanuit de weefsels vervoerd wordt naar de bloedbaan.

Bij een lage bloeddruk kunt u deze klachten hebben:

  • zweterig;
  • duizelig, licht gevoel in het hoofd;
  • warm gevoel;
  • gapen;
  • (snel) moe voelen;
  • zwaar gevoel in de benen;
  • kramp, vaak in de benen of handen;
  • slecht horen;
  • slecht zien.
Symptomen ondervulling

Als u dit voelt, moet u meteen een verpleegkundige waarschuwen. Ze kunnen u helpen en advies geven. Het kan namelijk zijn dat uw streefgewicht te laag is.

Kramp

U kunt kramp krijgen door:

  • Afkoeling tijdens dialyse;
  • Gebruik van antihypertensiva (bloeddrukverlagende medicijnen);
  • Verstoord natriumgehalte in het bloed;
  • Verstoord calciumgehalte in het bloed;
  • Matige doorstroming van de bloedvaten door aderverkalking.
Sluiten

Welke informatie wilt u downloaden?

De pagina die u nu bekijkt, is automatisch aangevinkt om te downloaden. Ziet u hieronder nog meer pagina’s staan? Dan kunt u zelf aanvinken welke pagina’s u wilt toevoegen.

De huidige pagina

Lettergrootte PDF
Deel PDF via: