Embolisatie van een vleesboom (uterusmyoom)

Hoe gaat het onderzoek? En hoe gaat de nazorg?

De opname

U meldt zich op het afgesproken tijdstip bij de opnamebalie. Na aanmelding gaat u naar een verpleegafdeling.

Voorbereiding op de verpleegafdeling

Op de verpleegafdeling krijgt u een speciaal jasje met drukknopen. Dit jasje draagt u tijdens het onderzoek.

Antibiotica 

Om infectie te voorkomen krijgt u voor de behandeling antibiotica op de verpleegafdeling.

Voorbereiding i.v.m. de epidurale verdoving

Op de afdeling wordt u ook al voorbereid op de epidurale verdoving. U krijgt daarvoor o.a. een urinekatheter en er wordt een infuus geplaatst. 

Naar de radiologie of het operatiecentrum

Wij bellen naar de verpleegafdeling als u bijna aan de beurt bent. Het onderzoek kan op de afdeling Radiologie of op het operatiecentrum uitgevoerd worden.

  • Als u om half acht in het ziekenhuis moet zijn proberen we uw onderzoek in de ochtend uit te voeren. Soms gaan spoedonderzoeken voor en het kan voorkomen dat u pas 's middags aan de beurt bent.
  • Let op: de tijd die zichtbaar is op MijnRijnstate is niet het tijdstip waarop het onderzoek wordt uitgevoerd.

U wordt in bed naar de afdeling Radiologie of naar het operatiecentrum gebracht. Het ingevulde veiligheidsformulier neemt u mee.

Voorbereiding en veiligheidscheck

De laborant helpt u om in de juiste houding op uw rug op de onderzoekstafel te gaan liggen. Het ingevulde veiligheidsformulier wordt met u doorgenomen. Ook controleren uw bloedwaarden.  Zo beoordelen we of we het onderzoek veilig kunnen uitvoeren.

Er wordt bewakingsapparatuur aangesloten om uw conditie tijdens het onderzoek te bewaken, zoals ECG, een bloeddrukmeter of een apparaatje aan de vinger om de hartslag en het zuurstofgehalte in het bloed te meten.

De anesthesioloog brengt nu de "pijnpomp" aan. Hoe dit gaat leest u in de folder "Epidurale verdoving". 

Tijdens het onderzoek werken we steriel (schoon) om infecties te voorkomen. De radioloog en de laborant die bij het onderzoek aanwezig zijn dragen steriele kleding (een speciale jas, een mutsje en een mondkapje) en er wordt gewerkt met steriele materialen. Tijdens het onderzoek ligt u onder een steriel laken met een gat ter plaatse van de prikplek.

De behandeling

De aanprikplek wordt schoongemaakt met desinfectiemiddel. Dit kan een prikkend gevoel geven. Meestal wordt in één van de liezen geprikt. 

Daarna wordt het steriele laken over u heen gelegd. De prikplek wordt plaatselijk verdoofd. Hierna prikt de radioloog met een holle naald de slagader aan. Door deze naald wordt een dun draadje in het bloedvat geschoven. Hierna wordt er een werkbuisje geplaatst in de lies. Hier door heen wordt dan een dun slangetje (katheter) opgeschoven. Op de monitor kan de radioloog volgen waar de katheter zich in het lichaam bevindt. Als de katheter goed op zijn plaats ligt spuit de radioloog een contrastmiddel in de bloedvaten, waardoor deze op röntgenfoto's zichtbaar zijn. Door het inspuiten van het contrastmiddel kan kortdurend een warm gevoel optreden in onderbuik, keel en hoofd.

Tijdens het onderzoek zal de laborant u instructies geven over uw ademhaling.

De radioloog voert de katheter door de slagader naar de baarmoeder. Vervolgens spuit hij kleine plastic of gelatine korreltjes in het bloedvat dat bloed toevoert naar de vleesboom. Hierdoor wordt dit bloedvat afgesloten en verschrompelt het myoom.

Stop of plug om de prikplek af te sluiten

Als het onderzoek klaar is, haalt de radioloog de katheter uit het bloedvat. Het gaatje in de lies wordt dichtgeplakt met een 'stop' of 'plug'. Deze plug is na ongeveer drie maanden opgelost.

U krijgt een kaartje mee waar op vermeld staat dat u een 'stop' heeft gekregen. Dit kaartje draagt u gedurende 90 dagen bij u en bij ziekenhuisopname laat u het zien. Binnen deze termijn mag u niet op dezelfde plaats in het bloedvat geprikt worden.

Soms is een plugje niet mogelijk. Dan krijgt u een drukverband om nabloeding te voorkomen. Het drukverband wordt geplaatst nadat het prikgaatje gedurende enige tijd (stevig) is dichtgedrukt. Na het onderzoek moet u enige uren plat in bed liggen.

Algemeen

In deze folder is beschreven zoals het onderzoek meestal gaat. Soms is het nodig om de werkwijze aan te passen. Het kan zijn dat het slangetje niet via de lies wordt ingebracht maar via uw arm, of dat op meerdere plekken geprikt wordt en meerdere katheters worden ingebracht.

Na afloop krijgt u "leefregels" mee om nabloeden op de prikplaats te voorkomen. Lees deze aanwijzingen a.u.b. goed door.

Nazorg

  • Na het onderzoek gaat u naar de verpleegafdeling, waar u bedrust moet houden. De eerste uren moet u bovendien plat blijven liggen om de kans op nabloeding zo klein mogelijk te houden. De verpleegkundigen zullen regelmatig controles uitvoeren, de prikplek controleren op nabloeden en uw bloeddruk opnemen. De tijd dat het drukverband moet blijven zitten en u bedrust moet houden is afhankelijk van de dikte van de katheter die is gebruikt. Na het verwijderen van het drukverband mag u weer uit bed.
  • Het is verstandig om in de uren na het onderzoek drie tot vier extra glazen water te drinken om het contrast sneller uit de bloedbaan te krijgen. Als u een vochtbeperkt dieet volgt is extra drinken niet nodig.
  • De verpleegkundige komt geregeld bij u langs om te vragen hoeveel pijn u heeft. Als u misselijk bent, dan kunt u aan de verpleegkundige vragen of u hier iets voor kunt krijgen.
  • De pijnpomp mag na 24 uur worden gestopt. Hierna krijgt u pijnstillers zoals paracetamol, diclofenac of ibuprofen.
  • De zaalarts beslist wanneer u met ontslag kunt. Meestal blijft u twee nachten in het ziekenhuis.

Nazorg thuis

  • Thuis mag u desgewenst 4x daags 1000 mg paracetamol nemen als u nog pijn heeft
  • Douchen mag. Baden en zwemmen is na vier dagen toegestaan als er geen sprake meer is van vaginaal bloedverlies of afscheiding.
  • In de eerste 24 uur na het onderzoek moet u rustig aan doen. Dat betekent niet autorijden en niet meer lopen dan beslist noodzakelijk.
  • Zwaar tillen en sporten wordt afgeraden tot twee weken na de behandeling.
  • U mag geen gemeenschap hebben of tampons gebruiken zolang u vaginaal bloedverlies als gevolg van de ingreep heeft.
  • Heeft u geen kinderwens? Denk dan aan anticonceptie.
  • Heeft u wel een kinderwens? Overleg dan met uw gynaecoloog.

Infectie of een bloeding

Neem direct contact op met u behandelend arts als u onderstaande klachten ervaart (buiten kantooruren kunt u de SpoedEisende Hulp bellen: tel. 088 – 0056680):

  • koorts, dat wil zeggen meer dan 38,5 graden Celsius
  • infectie van de baarmoeder: dit merkt u aan koorts, pijn in de onderrug en buik, pijn bij het plassen, vieze vaginale afscheiding en een gevoel van algehele malaise
  • nabloeding van de punctieplaats in de lies
  • vieze, ruikende vaginale afscheiding
  • hevig, rood vaginaal bloedverlies
  • plotseling toenemende pijn
  • trombosebeen: dit merkt u aan een vrij snel optredende zwelling van een been, een rode, strak gespannen huid en zwaar gevoel

Implantatenregistratie

Als er materialen zijn geplaatst, dan kunt u een week na het onderzoek zelf in uw dossier lezen welke materialen zijn geplaatst. Zie: MijnRijnstate (Dossier > Implantaten > in de kolom Specialisme staan bij Radiologie alle materialen die op de afdeling radiologie zijn geplaatst).

Sluiten

Welke informatie wilt u downloaden?

De pagina die u nu bekijkt, is automatisch aangevinkt om te downloaden. Ziet u hieronder nog meer pagina’s staan? Dan kunt u zelf aanvinken welke pagina’s u wilt toevoegen.

De huidige pagina

Lettergrootte PDF
Deel PDF via: