Epidurale verdoving
U ondergaat binnenkort een behandeling aan uw borst, buik of benen. In overleg met de anesthesioloog heeft u besloten dat er een epidurale katheter wordt geplaatst voor pijnbestrijding tijdens en na de ingreep. Hier vindt u hierover meer informatie.
Algemeen
Een epidurale verdoving is een zenuwblokkade van een gedeelte van het lichaam. Deze verdoving wordt toegediend via een katheter in uw rug en werkt zowel tijdens als na de operatie.
Voorbereiding in het ziekenhuis
U wordt opgenomen op de verpleegafdeling. De medewerkers van de verpleegafdeling zorgen dat u op tijd op het operatiekamercomplex bent.
In de voorbereidingsruimte krijgt u een infuus in een bloedvat van de hand of onderarm. Hierdoor kan zo nodig vocht of medicatie worden toegediend. Op de borst krijgt u drie tot vijf stickers voor de hartbewaking. U krijgt een bloeddrukband om de bovenarm en een knijpertje op de vinger om het zuurstofgehalte in het bloed te bewaken.
Het toedienen van de verdoving
De huid op uw rug wordt verdoofd. In zittende of liggende houding wordt tussen de ruggenwervels een dunne naald ingebracht. Via deze naald brengt de anesthesioloog een katheter (slangetje) aan in een ruimte naast het ruggenmerg. U kunt op dit slangetje liggen en u kunt er ook probleemloos mee op uw zij draaien. Het slangetje wordt goed afgeplakt en naar de schouder geleid.
Op de katheter wordt na de operatie een 'pijnpomp' aangesloten, waarmee u continu pijnstilling krijgt. Een pijnverpleegkundige komt elke dag bij u langs voor controle. Hij/zij zal de pomp naar uw wensen aanpassen. Door goede pijnstilling voelt u zich beter en herstelt u sneller na de operatie.
In een aantal gevallen is een ruggenprik niet mogelijk:
- wanneer u antistollingsmiddelen gebruikt of bepaalde afwijkende bloedwaarden heeft;
- wanneer u een grote rugoperatie heeft gehad;
- wanneer u een infectie heeft op de plaats van prikken.
- Wanneer u een te hoge Body Mass Index (BMI) heeft.
Bijwerkingen
U heeft minder gevoel in de blaas en zult daardoor moeite hebben met plassen. Daarom krijgt u een katheter (slangetje) in de blaas om deze te legen. U kunt last krijgen van jeuk, sufheid, slaperigheid of hoofdpijn.
Soms wordt met de naald het vlies om het hersenvocht aangeprikt. Hierdoor kan lekkage ontstaan. Dit kan zich uiten in hoofdpijn maar is verder onschuldig en goed te behandelen.
Heel soms werkt de ruggenprik niet en moet deze opnieuw worden geplaatst.
In onderstaand overzicht staan de belangrijkste risico’s bij een ruggenprik.
Type risico |
Hoe vaak komt dit voor? |
Aanzienlijke daling van de bloeddruk |
Af en toe |
Infectie (epiduraal abces) |
1 op de 50.000: zeer zeldzaam |
Hersenvliesontsteking(Meningitis) |
1 op de 100.000: zeer zeldzaam |
Bloedstolsel (epiduraal hematoom) |
1 op de 70.000: zeer zeldzaam |
Onvoorziene bewusteloosheid |
1 op de 100.000: zeer zeldzaam |
Ernstig letsel, waaronder verlamming |
1 op de 250.000: extreem zeldzaam |
Opmerkingen
Rijnstate is een opleidingsziekenhuis. U zult daarom zowel anesthesiologen als anesthesiologen in opleiding tegenkomen. Ook kan het voorkomen dat degene die de verdoving toedient een ander is dan degene die u tijdens het Pre Operatieve Spreekuur (POS) gesproken heeft.
Vragen
Met vragen over de verdoving kunt u terecht bij de medewerkers van de POS, telefoonnummer 088 - 005 6172 (Arnhem/Velp) of 088 - 005 9784 (Zevenaar). Met vragen over de operatie kunt u contact opnemen met uw specialist.