ICD-implantatie
Patiënte met arts en verpleegkundige in behandelkamer

Behandelmogelijkheden

Zowel een kamertachycardie als kamerfibrilleren zijn levensbedreigend. Een elektrische schok kan een levensbedreigende kamerritmestoornis tegengaan. Dat kan op twee manieren: met een uitwendige defibrillator (AED) of met een inwendige defibrillator (ICD). Een ICD kan ervoor zorgen dat het hart niet plotseling stilstaat.

Wat is een ICD?

De afkorting ICD staat voor implanteerbare cardioverter defibrillator.

  • Implanteerbaar: dit betekent dat de ICD onder de huid wordt aangebracht, meestal bij het linkersleutelbeen.
  • Cardioverter: dit betekent dat een afwijkend hartritme wordt omgezet (geconverteerd) naar een normaal ritme.
  • Defibrillator: defibrilleren betekent het afgeven van een schok aan het hart.

Een ICD-systeem bestaat uit twee delen: een kleine computer (de ICD) en de draad of draden (elektroden) die voor de signalen van en naar het hart zorgen. Het omhulsel van de ICD is gemaakt van titanium. Hierin zitten microprocessoren, condensatoren en een duurzame batterij. De ICD bewaakt het hartritme dag en nacht. Het apparaat slaat belangrijke gegevens op in het geheugen.

Wat doet een ICD?

Een ICD herstelt levensbedreigende kamerritmestoornissen. Bij kamertachycardie of kamerfibrilleren geeft de ICD binnen 15 seconden een schok af. Als het nodig is herhaalt de ICD dit nog een paar keer met tussenpozen van 10 á 15 seconden, tot het hartritme weer normaal is. Meestal zijn één á twee schokken genoeg om het hartritme te herstellen.

Bij een langzame kamertachycardie probeert de ICD het hartritme te herstellen met een paar korte en snelle elektrische prikkels (ATP). Veel patiënten merken hier niets van. Als de stoornis daar niet op reageert, geeft de ICD alsnog een schok.

ICD’s met een ingebouwde pacemakerfunctie hebben ook een functie om een te trage hartslag (bradycardie) te behandelen.

Biventriculaire ICD (CRT-D)

Een biventriculaire ICD kan alles wat een gewone ICD ook kan. Daarnaast kan hij de pompfunctie van het hart verbeteren bij patiënten met hartfalen.

Lees hier extra informatie voor patiënten die een biventriculaire ICD krijgen.

Schok en onterechte schok

Iemand die door kamertachycardie of ventrikelfibrilleren snel bewusteloos raakt, voelt de schok van de ICD meestal niet. Iemand die bij bewustzijn is, voelt de schok als een flinke klap tegen de borst en/of rug. Het is niet gevaarlijk als iemand een ICD-drager aanraakt tijdens een schok.

Soms beoordeelt de ICD een ritmestoornis verkeerd en geeft dan op een ongevaarlijke ritmestoornis een schok. Dit noemen wij een onterechte schok. Een onterechte schok is een ingebouwde veiligheid van de ICD: je kunt beter een onterechte schok krijgen, dan geen schok terwijl het wel had gemoeten.

Als de ICD een schok heeft gegeven kan dit dubbele gevoelens teweeg brengen. Enerzijds geruststelling dat de ICD zijn werk goed heeft gedaan en het besef dat u de ritmestoornis zonder ICD misschien niet overleefd had, anderzijds de angst voor herhaling. Meer informatie staat in onze folder Na een shock van de ICD.

Sluiten

Welke informatie wilt u downloaden?

De pagina die u nu bekijkt, is automatisch aangevinkt om te downloaden. Ziet u hieronder nog meer pagina’s staan? Dan kunt u zelf aanvinken welke pagina’s u wilt toevoegen.

De huidige pagina

Lettergrootte PDF
Deel PDF via: