Hoornvliestransplantatie (DSAEK)
Patiënte met arts en verpleegkundige in behandelkamer

Risico’s en complicaties

Welke risico's en complicaties kunnen voorkomen?

Verhoogde oogdruk

Na de operatie kan er een hoge oogdruk ontstaan. U voelt dan een hevige drukkende pijn rondom het geopereerde oog. Hierbij kunt u hoofdpijnklachten hebben. Ook kunt u zich misselijk voelen met overgeven.

Als u deze klachten krijgt, belt u met de Spoedlijn Polikliniek Oogheelkunde 088 – 005 5020.

In overleg met de oogarts kan het zijn dat u extra op controle moet komen om de oogdruk te verlagen.

Afstotingsreactie

Omdat u levend donorweefsel ontvangt, bestaat een klein risico op afstoting. Omdat het endotheel geen bloedvaten bevat, is dit risico klein: minder dan 3% in de eerste vijf jaar na de operatie. Een afstotingsreactie kan op ieder moment optreden, soms zelfs nog jaren na de operatie. Bij een afstotingsreactie wordt het hoornvlies minder helder.  Een afstotingsreactie moet intensief behandeld worden. Daarmee wordt voorkomen dat veel endotheelcellen verloren gaan en dat het donorweefsel minder jaren meegaat.

 Dit merkt u van een afstotingsreactie en een infectie:

  • plotselinge vermindering van het zicht
  • waziger zicht
  • roodheid van het oog
  • pijn aan het oog
  • lichtgevoeligheid en tranen

Dit zijn alarmsignalen. Zodra een van deze verschijnselen zich voordoet en dit verdwijnt niet binnen 24 uur, moet u zo spoedig mogelijk contact opnemen met een oogarts.

Wacht bij deze symptomen niet op uw eerstvolgende afspraak. Hoe sneller een behandeling wordt ingezet, hoe groter de kans is dat het probleem zonder veel nadelige gevolgen kan worden opgelost. Na een ernstige afstotingsreactie met blijvende vertroebeling van het transplantaat kan eventueel een nieuwe hoornvliestransplantatie worden gedaan.

Als u bovengenoemde alarmsignalen opmerkt, belt u met de polikliniek Oogheelkunde: 088 – 005 5022 (bereikbaar tijdens kantooruren)
U krijgt een keuzemenu. Kies optie 2 voor medisch inhoudelijke vragen. Houd uw patiëntnummer bij de hand.

Buiten kantooruren en in het weekend belt u naar het centrale nummer van Rijnstate Arnhem: 088 – 005 8888. 
Vraag naar de oogarts die dienst heeft en zeg tegen de oogarts dat u een hoornvliestransplantatie hebt gehad.

Kwaliteit van donorweefsel

We testen het donorhoornvlies regelmatig op kwaliteit en infecties terwijl we het bewaren en bewerken. De donor is altijd getest op de (testbare) overdraagbare ziektes en het weefsel wordt alleen gebruikt als deze ziektes niet aanwezig zijn. Heel soms kan een zeldzame ziekte (die niet te testen is) overgedragen worden door een transplantatie. Na een hoornvliestransplantatie kunt u geen bloeddonor (meer) zijn.  

Sluiten

Welke informatie wilt u downloaden?

De pagina die u nu bekijkt, is automatisch aangevinkt om te downloaden. Ziet u hieronder nog meer pagina’s staan? Dan kunt u zelf aanvinken welke pagina’s u wilt toevoegen.

De huidige pagina

Lettergrootte PDF
Deel PDF via: