Risico's en bijwerkingen
De specialist die het onderzoek heeft geadviseerd, weegt altijd de kans op complicaties af tegen de voordelen van het uitvoeren van het onderzoek.
Radioactieve straling
Voor het onderzoek krijgt u een licht radioactieve vloeistof toegediend. De gebruikte hoeveelheid radioactiviteit is gering, heeft geen bijwerkingen en heeft geen nadelige gevolgen voor u of uw omgeving.
Nota bene:
Ook al is de hoeveelheid straling gering: een stralingsdetectiepoort (bijvoorbeeld op een vliegveld) kan de straling nog een week meten.
U kunt bij ons om een certificaat vragen. Daarmee kunt u aantonen wat de oorsprong van gemeten straling is.
Röntgenstraling
We gebruiken voor de CT niet meer röntgenstraling dan nodig is voor het maken van kwalitatief goede opnames. De kans op schadelijke effecten is klein, ook als u meerdere röntgenonderzoeken heeft ondergaan.
Furosemide
Furosemide is een plasmiddel. Het stimuleert de nieren meer en sneller urine aan te maken. Het uitplassen vlak voor de scan wordt hierdoor makkelijker. Zo blijft er minder radioactieve stof in de blaas achter en is de onderbuik beter te beoordelen op de scans.
Omdat u eenmalig een kleine dosering van het plasmiddel Furosemide krijgt toegediend is de kans op bijwerkingen klein. Als u meer informatie wilt over dit medicijn dan kunt u een bijsluiter vragen.
Contrastmiddel
De moderne jodiumhoudende contrastmiddelen geven zelden bijwerkingen.
Het contrastmiddel dat we gebruiken kan leiden tot een allergische reactie. De kans hierop is zeer klein. De risico's zijn groter als u in het verleden al eens een allergische reactie op jodiumhoudend contrast heeft gehad. Dit willen we uiteraard graag voor de start van het onderzoek weten.
Als u in het verleden een allergische reactie op contrast heeft gehad, dan zullen wij u doorverwijzen naar de contrastpoli. Daar zal de internist met u bespreken welke voor- en nazorg voor u nodig is om het onderzoek veilig uit te voeren.
Bij sommige mensen is er kans op nierschade door het jodiumhoudende contrastmiddel. Er kan een tijdelijke of blijvende verslechtering van de nierfunctie ontstaan.
Deze beschadiging van de nieren treedt alleen op bij risicopatiënten. Dit kan voorkomen worden door de juiste voor- en nazorg te volgen. Als er bij u sprake is van risicofactoren, dan zullen wij u doorverwijzen naar de contrastpoli. Daar zal de internist met u bespreken welke voor- en nazorg voor u nodig is om nierschade te voorkomen.
Wij verzoeken u de vragenlijst in te vullen zodat wij vlak voor het onderzoek een extra controle kunnen doen of we alle risicofactoren goed in beeld hebben.