Staaroperatie (narcose/RBB)
Patiënte met arts en verpleegkundige in behandelkamer

De operatie

Hoe verloopt de operatie?

Op de Dagverpleging wordt het oog dat we gaan opereren gemarkeerd en gedruppeld met pupilverwijdende en ontstekingsremmende druppels. Als dat nodig is krijgt u medicijnen ter voorbereiding op de ingreep.

Bij prikverdoving krijgt u de verdovingsinjectie van de anesthesioloog in de voorbereidingsruimte van de operatiekamer.

Op de operatiekamer ligt u vrijwel geheel plat op een comfortabel bed met het hoofd op een hoofdsteun, onder een dunne steriele papieren doek. Een koker op uw borst, met luchtstroom, geeft onder dit laken extra zuurstof en genoeg ruimte, zodat u het niet benauwd krijgt. Na het schoonmaken van uw oogleden wordt er een ooglidspreider geplaatst waarmee uw oog wordt opengehouden.

Tijdens de operatie voelt u dat uw oog regelmatig wordt gespoeld om uitdroging te voorkomen. U voelt dat de oogarts bezig is met uw oog, maar u voelt geen pijn. Als u tijdens de operatie moet hoesten of kuchen kunt u de opererende oogarts daarvoor waarschuwen.

Door een zeer klein sneetje (ongeveer 2,2 mm) wordt de troebele ooglens vergruisd en vervolgens opgezogen. Dit heet phaco-emulsificatie. U hoort tijdens de operatie het geluid van de vergruismachine. In tegenstelling tot wat veel patiënten denken, gaat het hier dus niet om een laserbehandeling.

Na het verwijderen van de troebele lens wordt de kunstlens geplaatst. Deze wordt door het sneetje naar binnengebracht. Meestal is er geen hechting nodig. Tot slot krijgt u antibioticumzalf in uw oog.

Verdoving

Tijdens de ingreep zijn verschillende soorten verdoving mogelijk. Uw oogarts bespreekt met u welke vorm in uw geval het meest geschikt is.

Prikverdoving (retrobulbaire verdoving)
Deze verdoving gebeurt door middel van een injectie onder het oog en wordt door de anesthesioloog gegeven. Vooraf krijgt u een infuusnaaldje in uw hand of arm waardoor een ontspannend middel wordt toegediend. Als gevolg van de verdoving voelt u geen pijn (de pijnzenuw is verdoofd), kan uw oog niet of nauwelijks bewegen (de bewegingszenuw is verdoofd) en kunt u enkele uren weinig tot niets zien met het oog (de zenuw waarmee u ziet, is verdoofd).

Deze diepere vorm van verdoving wordt ook regelmatig toegepast en is meer geschikt voor mensen die hun oog absoluut niet kunnen stilhouden.

Subtenon verdoving
Hierbij wordt de verdovingsvloeistof met een klein hol buisje onder het slijmvlieslaagje van het oog door naar achter het oog verdeeld. Het zetten van deze verdoving is vrijwel niet te voelen, de verdoving werkt (net als bij de prikverdoving) ook dieper, en vermindert de eigen oogbewegingen sterk. Ook hierbij krijgt u wel een infuusnaaldje in de arm. Het enige kleine nadeel van deze methode is dat het oog na de operatie rood kan zien op de plaats waar de verdoving is gezet.

Narcose (algehele verdoving)
Bij uitzondering wordt in bepaalde situaties onder algehele verdoving (narcose) geopereerd.

Sluiten

Welke informatie wilt u downloaden?

De pagina die u nu bekijkt, is automatisch aangevinkt om te downloaden. Ziet u hieronder nog meer pagina’s staan? Dan kunt u zelf aanvinken welke pagina’s u wilt toevoegen.

De huidige pagina

Lettergrootte PDF
Deel PDF via: