Voeding

Borstvoeding

De frequentie en duur van borstvoeding kunnen in de eerste week na de geboorte erg verschillen. Gemiddeld gebeurt het minimaal acht keer per 24 uur. Vaak voeden in de eerste week helpt om de productie van melk op gang te brengen. Let hierbij op de hongersignalen die uw baby afgeeft: smakken en zoeken. Na enkele dagen is er meer productie en zal uw baby minder vaak drinken. Als u op verzoek voedt zal vraag en aanbod op elkaar afgestemd worden. U kunt er vanuit gaan dat uw baby voldoende drinkt als hij of zij groeit, voldoende plasluiers heeft, poepluiers heeft en tevreden is.

Regeldag

Soms komt het voor dat de baby ineens meer borstvoeding vraagt dan u heeft. Dit komt omdat de baby aan een grotere hoeveelheid voeding toe is. Het kan ook zijn dat de hoeveelheid voeding wat is teruggelopen doordat u zelf weer actiever wordt. Door de baby iets vaker 'aan te leggen', zelf goed te drinken en de nodige rust te nemen, zal de hoeveelheid voeding zich weer aanpassen aan de behoefte van de baby. We noemen dit een regeldag.

Plasluiers

Uw baby heeft de eerste dag(en) bij volledige borstvoeding nog niet bij elke verschoning een natte luier. Dat is normaal. Als de borstvoeding meer op gang komt (na drie tot vijf dagen) krijgt de baby meer vocht binnen en vier tot zes plasluiers per dag hebben. De urine moet lichtgeel van kleur zijn maar de eerste dagen kan de urine oranje of rood van kleur zijn, dit zijn urinekristallen (uraten).

Poepluiers

De eerste ontlasting van uw baby is zwart van kleur. Dit noemen we meconium. In verloop van de eerste dagen verandert dit naar donkergroen/bruin. Het is geel als de borstvoeding goed op gang is gekomen. Uw baby kan één of meerdere poepluiers per dag produceren en na verloop van tijd kan de frequentie verminderen tot één keer per dag of één keer in de paar dagen. Dit is geen problemen zolang uw baby er geen last van heeft. De ontlasting mag niet hard zijn. Als uw baby alleen kunstvoeding krijgt kan uw baby na de eerste zwarte meconium wat gele en/of korrelige ontlasting krijgen. Dit is normaal bij kunstvoeding.

Bijvoeden

Als uw baby niet voldoende borstvoeding kan of wil drinken is het verstandig om bij te voeden. Doe dit met afgekolfde moedermelk. Als dat er niet is gebruikt u kunstvoeding. Dit gaat altijd in overleg met verpleegkundige, kraamverzorgende of het consultatiebureau. Een borstkolf kunt u huren bij de verloskundige of bij Medipoint. Informatie over kolven kunt u vinden op www.rijnstate.nl/geboortezorg

Kunstvoeding

Als u gebruik maakt van kunstvoeding kunt u thuis doorgaan met de voeding die uw kind ook in het ziekenhuis kreeg. Vanzelfsprekend kunt u ook voor een andere voeding kiezen. U kunt kunstvoeding kopen bij de supermarkt, drogist of apotheek. Het aantal voedingen en de hoeveelheid zijn afhankelijk van het gewicht van de baby. De verpleegkundige zal u hier meer over vertellen.

Let op! Op het blik of pak moet staan: volledige zuigelingenvoeding van 0 tot 6 maanden. Tenzij de arts anders adviseert.

Hoe u de voeding klaar moet maken, staat op het blik of pak vermeld. U kunt de voeding het beste per keer klaarmaken. Er zijn verschillende spenen verkrijgbaar. Wij raden u aan de spenen en fopspenen eens in de zes weken te vernieuwen. De fles en de speen moeten voor het eerste gebruik uitgekookt worden in een pannetje kokend water, of een sterilisator. Daarna reinigt u ze dagelijks in de vaatwasser.

Let op! Bij sommige flessen mogen niet alle onderdelen uitgekookt worden. In het ziekenhuis gelden andere regels. Spoel de fles na het gebruik om met eerst koud, daarna warm water en droog hem goed af. Bewaar de flessen droog.