LAR-syndroom

Na een operatie aan de endeldarm kunt u last hebben van klachten die te maken hebben met het LAR-syndroom. Op deze pagina’s leest u wat het LAR-syndroom is, wat u zelf kunt doen om klachten te verminderen en wat eventueel behandelopties kunnen zijn.

Wat is het LAR-syndroom?

Het LAR-syndroom is de afkorting voor Low Anterior Resectie Syndroom. Het is een verzamelnaam voor klachten die kunnen ontstaan na een operatie aan de endeldarm. Soms is er voor deze operatie een behandeling geweest met bestraling en/of chemotherapie. 

Waardoor ontstaat het LAR-syndroom?

De endeldarm is het laatste deel van de dikke darm en dient als opvangreservoir voor de ontlasting. Rondom de endeldarm zit een netwerk van hele fijne zenuwen. Deze geven een signaal af wanneer de darm vol is, waardoor u aandrang voelt. Door een operatie en/of bestraling kan dit netwerk beschadigd raken.

Wanneer (een deel van) uw endeldarm is verwijderd, kan uw endeldarm minder of geen ontlasting meer opvangen. Daarnaast kan de signaalfunctie verstoord zijn, waardoor het gevoel van aandrang verandert of verdwijnt. Ook kan uw kringspier minder goed werken door bestraling of door een natuurlijke bevalling. Als u dan daarna nog een operatie krijgt, kan het zijn dat uw kringspier onvoldoende gaat werken.

Hoe ernstig uw klachten zijn, hangt ook af van hoe groot de ruimte is tussen de kringspier en de nieuwe aansluiting van de darm. Hoe dichter de nieuwe aansluiting bij de kringspier is, hoe groter de kans dat u na de operatie klachten krijgt.

Door deze veranderingen kunt u ernstige klachten krijgen, waaronder ongewild verlies van ontlasting of het laten van windjes.