Bijwerkingen

De meeste bijwerkingen van zoledroninezuur zijn mild tot matig. Heel soms kunt u ernstigere bijwerkingen krijgen, waarbij een behandeling nodig is.

Griepachtige klachten

Binnen de eerste 3 dagen na het infuus kunt u griepachtige klachten krijgen (botpijn, koorts, vermoeidheid, hoofdpijn, gewrichtspijn, spierpijn of stijfheid). Deze griepachtige klachten zijn meestal mild tot matig en verdwijnen binnen enkele dagen.

Ze komen na het eerste infuus vaak voor. Maar bij het volgende infuus gewoonlijk minder.

Als u last heeft van griepachtige klachten kunt u zo nodig paracetamol gebruiken. U kunt ook voordat u het infuus krijgt, twee tabletten paracetamol innemen om de klachten te verminderen.

Overleg met uw arts of verpleegkundig consulent als u last blijft houden.

Osteonecrose van de kaak

Dit zijn aanhoudende wondjes in de mond of kaak door botschade in de kaak. Deze bijwerking komt zeer zelden voor bij patiënten die zoledroninezuur krijgen. Het kan ná uw behandeling ook optreden.

De kans op deze bijwerking is groter bij patiënten die tandheelkundige ingrepen ondergaan (bijvoorbeeld het trekken van een tand of kies), tandvleesproblemen hebben, roken of behandelingen tegen kanker krijgen (chemotherapie of corticosteroïden).

Om het risico hierop te verkleinen, neemt u de volgende maatregelen:

• Laat uw arts of verpleegkundige weten als u problemen met uw mond of gebit heeft.
  
  
• Zorg voor een goede mondhygiëne: poets uw tanden regelmatig en laat uw gebit regelmatig controleren. Als u een kunstgebit draagt, zorg er dan voor dat dit goed past.
  
  
• Laat uw arts of verpleegkundig consulent weten als u een behandeling of operatie aan uw gebit heeft gepland Ook in de maanden nadat u zoledroninezuur heeft gekregen.
  Vertel uw tandarts dat u met een bisfosfonaat wordt behandeld.

Neem direct contact op met de polikliniek Interne Geneeskunde en uw tandarts als u een probleem krijgt aan uw mond of tanden. Bijvoorbeeld loszittende kiezen of tanden, pijn, zwelling of zweertjes die niet genezen.