Aandoening, behandeling en onderzoek
Patiënte met arts en verpleegkundige in behandelkamer

Operatie aan de neusbijholten

In overleg met uw arts moet u een endoscopische operatie aan uw neusbijholten ondergaan. 

Neusbijholten 

Boven en naast de neus bevinden zich holle ruimten in het hoofd, de neusbijholten. Deze staan in directe verbinding met de neusholte. De twee voorhoofdsholten (boven de ogen) en de twee kaakholten (achter de wangen) zijn het meest bekend. Minder bekend maar zeker zo belangrijk zijn de holten in het zeefbeen. Deze zeefbeenholten bestaan uit een systeem van vele kleine holten en bevinden zich aan beide kanten tussen de neusholte en de oogkas. De kaakholten en de voorhoofdsholten staan via dit zeefbeen met de neus in verbinding. Als laatste holte kennen we nog de wiggebeensholte, ver achter boven in de neus. 

Operatie 

Als een ontsteking aan de neusbijholten niet geneest ondanks intensieve therapie met bijvoorbeeld medicijnen of spoelingen, spreken we van een chronische ontsteking. Een dergelijke chronische ontsteking kan gepaard gaan met de vorming van poliepen. Het kan een op zichzelf staande ontsteking zijn van één bijholte, maar er kunnen ook meerdere bijholten tegelijk ontstoken zijn.

Vooral in het geval van een chronische ontsteking van de zeefbeenholten kunnen ook de kaakholten en eventueel zelfs de voorhoofdsholten geblokkeerd en ontstoken raken. De centrale positie van de zeefbeenholten is de oorzaak ervan, dat de operatieve behandeling van deze holte zo'n belangrijke rol speelt bij de neusbijholtenoperaties.

Een endoscopische operatie 

Voor een goed zicht op het operatiegebied kan uw KNO-arts gebruik maken van een endoscoop. Dit is een klein buisje met een uitgebreid stelsel van lenzen, waardoor nauwkeurig de inhoud van de neus bestudeerd kan worden. Kijkend door de endoscoop die via de neusopening is ingebracht, kan de arts met speciale instrumenten de ontstoken neusbijholten open leggen.

De endoscoop maakt het mogelijk om tijdens de operatie goed te zien waar de ontsteking zit en welke gebieden met rust gelaten kunnen worden. Een endoscopische neusbijholte-operatie veroorzaakt geen uitwendige littekens. 

De verdoving 

De ingreep vindt plaats onder plaatselijke verdoving of onder narcose. In beide gevallen voelt u geen pijn tijdens de ingreep. Uw KNO-arts bespreekt met u welke verdoving in uw geval het beste is.

Na de operatie 

Na de operatie is uw neus nog niet genezen. Eigenlijk begint de genezing dan pas, omdat de ontstekingsproducten voor het eerst de neusbijholten kunnen verlaten. Het herstel kan weken tot soms zelfs wel drie maanden duren. Uw KNO-arts zal u vertellen wat u moet doen om deze reiniging te bevorderen. U mag in ieder geval de eerste paar dagen na de operatie de neus niet snuiten, omdat dan lucht en ontstekingsproducten buiten het zeefbeen geperst kunnen worden. Ook vergroot het snuiten van de neus de kans op een nabloeding.
Gedurende de eerste dagen na de operatie is er een kans dat er een beetje vers bloed of wat bloederig slijm uit uw neus komt. Soms kunnen zelfs oude bloedresten de neus verlaten. Dit stopt meestal na enige tijd vanzelf. Het schoonhouden (spoelen) van uw neus is zeer belangrijk. Dit moet gedurende twee á drie weken gebeuren met zout water (een afgestreken theelepel zout op een glas lauw water). Uw arts geeft u instructies hoe u dit het beste kunt doen. Door het spoelen geneest de bekleding van de holten sneller.

Wondverzorging 

  • Tampons worden tussen de twee en vijf dagen na de ingreep verwijderd op de polikliniek.
  • Neussnorretje: naar eigen inzicht verschonen.
  • Na controle en tamponverwijdering: spoelinstructies kunt u vinden in de folder Neusspoelen.

Complicaties 

Bij iedere operatie is er sprake van enig risico op bijvoorbeeld een infectie of een onverwachte bloeding. Daarnaast bestaat er het risico dat uw oogkas en de schedelholte beschadigd raken. In de praktijk is het echter zo dat complicaties bij een operatie aan de neusbijholten weinig voorkomen. 

Vragen? 

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen, dan beantwoordt uw behandelend arts deze graag.

Telefoonnummers 

De Polikliniek KNO Rijnstate is op werkdagen bereikbaar van 08.30 uur tot 17.00 uur.

Polikliniek KNO Rijnstate Arnhem: 088 - 005 7780
Polikliniek KNO Rijnstate Zevenaar: 088 - 005 9530

Buiten deze tijden kunt u voor spoedgevallen contact opnemen met de
Spoedeisende Hulp: 088 - 005 6680

Sluiten

Welke informatie wilt u downloaden?

De pagina die u nu bekijkt, is automatisch aangevinkt om te downloaden. Ziet u hieronder nog meer pagina’s staan? Dan kunt u zelf aanvinken welke pagina’s u wilt toevoegen.

De huidige pagina

Lettergrootte PDF
Deel PDF via: