Aandoening, behandeling en onderzoek
Patiënte met arts en verpleegkundige in behandelkamer

Flesvoeding

Hier leest u meer over flesvoeding, de verschillende soorten voeding en het geven van de voeding.

Soorten flesvoeding 

Kunstvoeding wordt ook volledige zuigelingenvoeding genoemd.

Het maakt niet uit welk merk u koopt. De samenstelling van de kunstvoeding is altijd goed.

Er is ook speciale kunstvoeding te koop, bijvoorbeeld voor baby’s die veel spugen. Wilt u overstappen op een speciale voeding? Overleg dan eerst met de jeugdverpleegkundige van het consultatiebureau.

Soorten spenen 

Er zijn verschillende soorten flessen en spenen op de markt. Probeer verschillende modellen uit als de voedingen niet goed verlopen, maar geef uw baby ook even de tijd om te wennen aan een (andere) speen. Na ongeveer 6 weken moet u de speen vervangen (of eerder als hij kapot is). Controleer de speen goed op scheurtjes.

Neem de fles en speen alvast mee naar het ziekenhuis, en als u nog geen fles heeft gekocht, overleg dan met de verpleegkundige welke fles u het beste kan aanschaffen. Zo kan uw baby alvast wennen aan de eigen speen, en als het drinken niet goed gaat kan de verpleegkundige een andere speen adviseren.

Voorbereiding 

Op de verpakking van kunstvoeding kunnen verschillende adviezen staan. Er staat nog vaak vermeld dat het water voor de bereiding van kunstvoeding eerst gekookt moet worden. Maar in Nederland is dat niet nodig.* Ook ongekookt water is veilig voor uw kindje. Gebruik voor de bereiding van kunstvoeding geen warm water uit de kraan. Gebruik ook geen kraanwater als u loden leidingen hebt in huis.

* Op de afdeling Geboortezorg maken we gebruik van kant-en-klare zuigelingenvoeding. Bereiden we de voeding wel met poeder, dan gebruiken we daarvoor steriel water, omdat het om een ziekenhuis gaat. Thuis hoeft u geen steriel water te gebruiken, tenzij u dat graag wilt.

Klaargemaakte voeding kunt u slechts 1 uur buiten de koelkast bewaren. Eenmaal opgewarmde voeding mag u niet nogmaals opwarmen. Klaargemaakte voeding is 8 uur in de koelkast te bewaren bij minimaal 4 graden Celsius.

Het klaarmaken van de fles 

  1. Was uw handen
  2. Zorg dat de fles en speen goed schoon zijn
  3. Kijk op de verpakking van de kunstvoeding voor de juiste hoeveelheid water en voeding
  4. Vul het flesje met koud kraanwater
  5. Verwarm de fles. Maak de voeding niet warmer dan 30 tot 35 graden. Er zijn drie manieren om de voeding te verwarmen: met de flessenwarmer, in een pan en in de magnetron.

Flessenwarmer

Volg de gebruiksaanwijzing van de flessenwarmer

In een pannetje warm water

Plaats het flesje in een pannetje met warm, maar niet kokend, water. Schud de fles na het verwarmen zachtjes om de warmte goed te verdelen

In de magnetron

Verwarm het flesje op maximaal 600 Watt. Zwenk de fles tussendoor een keer en na het verwarmen om de warmte goed te verdelen.

Fles van 50 ml:       15 seconden
Fles van 100 ml:     30 seconden
Fles van 150 ml:     45 seconden
Fles van 200 ml:     60 seconden

  1. Voeg het poeder toe. Gebruik het schepje dat bij de verpakking zit voor de juiste hoeveelheid. Doe geen extra schepje of een schepje met een ‘kop’ erop in de fles.
  2. Zwenk de fles rustig tot het poeder helemaal is opgelost
  3. Controleer altijd de temperatuur van de melk met een druppeltje op de binnenkant van de pols.
  4. Uw kindje mag minimaal 10 minuten en maximaal 30 minuten over het leeg drinken van de fles doen
  5. Spoel de fles en speen af, eerst met koud water en daarna met warm water. Droog de fles daarna.

Zolang uw baby in het ziekenhuis is opgenomen, moeten flessen en spenen (ook de fopspeen) dagelijks uitgekookt worden. U kunt hier zelf voor zorgen als u meerdere flessen heeft en uw partner deze thuis uitkookt en dagelijks wisselt. Als u een eigen sterilisator heeft, kan u deze ook in het ziekenhuis gebruiken.

Als dit niet mogelijk is overleg dan met de verpleegkundige of dit tijdelijk op de afdeling kan gebeuren. Thuis zijn er andere regels voor het reinigen van de fles. De kraamhulp kan u meer informatie over geven.

Opbouwschema 

7 á 8 voedingen per dag zijn de eerste 2 weken normaal voor een gezonde voldragen pasgeborene. De eerste dag krijgt uw baby (afhankelijk van het geboortegewicht) 10 ml voeding per keer. De eerste 10 dagen wordt de voeding elke dag met gemiddeld 10 ml opgehoogd. Omdat elke baby anders is, kan het zijn dat uw baby meer of minder voeding krijgt aangeboden. Dit heeft onder andere te maken met het gewicht. Tijdens de kraamweek kunt u de kraamverzorgende of verloskundige terecht voor vragen over de voeding en na de kraamweek bij het consultatiebureau.

Het geven van de fles 

Geef vooral de eerste weken na de geboorte de voedingen zelf. De voedingsmomenten zijn contactmomenten tussen ouder en kind en belangrijk voor het hechtingsproces.

  • Controleer altijd de temperatuur van de melk met een druppeltje op de binnenkant van je pols. Wanneer het ongeveer even warm is als je huid, dan is de temperatuur goed. Als het te heet is, laat het dan even afkoelen.

  • Draai de schroefdop van de speen niet te hard aan.

  • Let op dat in ieder geval het voorste gedeelte van de speen gevuld is met melk als deze in de mond komt. Zorg er verder voor dat de speen tijdens het voeden gevuld blijft met melk.

  • Let op dat uw baby de speen niet plat zuigt. Als dit gebeurt, kunt u de schroefdop van de speen iets losser draaien

  • Ga zitten en neem een ontspannen houding aan.

  • Soms hebben baby’s moeite met het verwerken van de voeding als het op de rug ligt. De baby knoeit bijvoorbeeld tijdens het drinken, maakt kloek-geluiden of verslikt zich. Het kan helpen uw kind dan in zijligging de fles te geven. De voeding loopt dan minder snel naar de maag en de baby kan makkelijker ademen, omdat de voeding niet meteen achterin de keel loopt. De coördinatie van het zuigen, slikken en ademen verloopt makkelijker.

  • Een voeding duurt ongeveer 15 tot 30 minuten.

  • Voed afwisselend links en rechts op uw arm. Dit is goed voor de motorische ontwikkeling van uw baby.

Contact 

Wij hopen u hiermee voldoende informatie gegeven te hebben voor de eerste dagen/weken. Tijdens uw verblijf op de afdeling Geboortezorg kunt u met vragen terecht bij de verpleging.

Als u thuis vragen heeft, neem dan contact op met de kraamverzorgster, de verloskundige of consultatiebureau. Als de verloskundige het kraambed heeft afgesloten, dan kunt u contact opnemen met uw huisarts of de jeugdverpleegkundige van het consultatiebureau.

Sluiten

Welke informatie wilt u downloaden?

De pagina die u nu bekijkt, is automatisch aangevinkt om te downloaden. Ziet u hieronder nog meer pagina’s staan? Dan kunt u zelf aanvinken welke pagina’s u wilt toevoegen.

De huidige pagina

Lettergrootte PDF
Deel PDF via: