Tijdelijk stoppen met uw medicijnen

Bij de behandeling van een hoge bloeddruk, hartfalen of een verminderde nierfunctie worden verschillende soorten medicijnen voorgeschreven. Deze medicijnen hebben een gunstig effect op uw aandoening, maar kunnen in sommige situaties ook schadelijke effecten hebben. Daarom vragen wij u soms om tijdelijk met uw medicijnen te stoppen.

Om welke medicijnen gaat het?

Wij vragen u soms om tijdelijk te stoppen met uw medicijnen als u een van de onderstaande medicijnen gebruikt. Houd altijd bij welke medicijnen u gebruikt. Zo heeft u altijd een actueel overzicht bij de hand.

• Diuretica (plastabletten): furosemide, bumetanide, hydrochloorthiazide, chloortalidon, triamtereen, indapamide;
• Aldosteron receptorblokkers en ENaC-blokkers: amiloride, eplerenon, spironolacton;
• Ace-remmers of angiotensine receptorblokkers (ARB): fosinopril, enalapril, captopril, lisinopril, perindopril, ramipril, losartan, irbesartan, valsartan, telmisartan, candesartan, olemsartan, eprosartan, azisartan;
• SGLT2-remmers: dapaglifozine, empaglifozine, canaglifozine.

Wat moet u doen bij een dreigende uitdroging?

Bij een dreigende uitdroging moet u uw medicijnen aanpassen. In de volgende situaties heeft u risico op uitdroging:

• Meer dan drie keer per dag waterdunne diarree of braken;
• Meer dan twee dagen koorts (lichaamstemperatuur boven 38 graden);
• Langer dan vijf dagen een omgevingstemperatuur van meer dan 27 graden. Bijvoorbeeld tijdens een hittegolf.

Als u last krijgt van een (dreigende) uitdroging neemt u de bovenstaande medicijnen twee dagen niet in. Drink elke dag een halve liter vocht extra, ook als u geen dorst heeft. Neem contact op met uw behandelaar als de klachten meer dan twee dagen aanhouden.

Heeft u hartfalen?

Als u hartfalen heeft wacht u met het innemen van bovenstaande medicijnen. Neem contact op met uw hoofdbehandelaar of de polikliniek Hartfalen.

Wat moet u doen als u moeite heeft met eten of als u vast?

Als u minder eet of als u een dieet volgt en dus minder calorieën binnenkrijgt moet u tijdelijk stoppen met de SGLT2-remmer. Dit moet ook als u vast voor bijvoorbeeld de Ramadan.

Welke pijnstillers mag u mogelijk niet gebruiken?

Als u een verminderde nierfunctie heeft kunt u beter geen pijnstillers uit de groep NSAID’s gebruiken. Hieronder vallen bijvoorbeeld diclofenac, ibuprofen en naproxen. Deze pijnstillers kunnen de nierfunctie verslechteren. U kunt wel paracetamol gebruiken in de normale dosering. De combinatie van NSAID’s en een ace-remmer, ARB of diuretica moet u altijd vermijden.

Meld altijd dat uw nieren niet goed werken

Als uw nieren minder goed werken, moeten doseringen van veel medicijnen aangepast worden aan de (verminderde) nierfunctie. Anders bestaat er een kans dat er meer bijwerkingen komen. Meld daarom altijd dat uw nieren niet goed werken als een arts u een medicijn voorschrijft. Het is verstandig om te weten hoe hoog uw nierfunctie ongeveer is en altijd een medicijnlijst bij u te hebben.

Extra informatie voor patiënten die een SGLT2-remmer gebruiken

Door het gebruik van een SGLT2-remmer heeft u een hoger risico op een blaasontsteking of infectie van de schaamstreek. Bij klachten die hierbij kunnen passen moet u contact opnemen met een arts. Als deze klachten samengaan met hevige pijn, roodheid, zwelling en koorts moet u met spoed een arts waarschuwen. Verder heeft u een hoger risico op een lage bloedsuiker bij het gelijktijdig gebruik van gliclazide of glimepiride.

Heeft u nog vragen?

Als u na het lezen van deze informatie nog vragen heeft, bespreek deze dan met uw arts.