Aandoening, behandeling en onderzoek

Medicatie bij milde of matige dementie

Dementie is een verzamelnaam voor zo’n vijftig ziekten die de hersenen aantasten. Helaas is dementie nog niet te genezen. Er zijn wel medicijnen die het proces bij de ziekte van Alzheimer, Lewy body dementie (LBD) en Parkinson dementie kunnen vertragen of bepaalde verschijnselen kunnen verminderen. Deze medicijnen heten cholinesterase-remmers. Hier leest u meer over de behandeling met deze medicijnen. 

Wat zijn cholinesterase-remmers? 

Cholinesterase-remmers genezen de beschadiging van de hersenen niet, maar kunnen de gevolgen van Alzheimer, Lewy body dementie (LBD) en Parkinson dementie vertragen. Hierdoor kunt u langer zelfstandig blijven functioneren. De effecten van de medicijnen zijn per persoon verschillend en zijn niet te voorspellen. In Nederland gebruiken we vooral de middelen rivastigmine en galantamine. 

Werking van cholinesterase-remmers  

Onze hersenen hebben een sturende taak. Ze kunnen deze taak alleen uitvoeren als verschillende hersendelen met elkaar in contact staan. Voor dit contact zijn bepaalde ‘boodschapperstoffen’ nodig (de zogenaamde neurotransmitters). Bij een tekort aan neurotransmitters ontstaan er problemen met de hersenfuncties. Dat zijn de functies om te kunnen denken, begrijpen, lezen, schrijven, herinneren en onthouden. Een van de neurotransmitters in de hersenen is de stof acetylcholine. Bij sommige vormen van dementie lijkt er een tekort te zijn aan acetylcholine.
Rivastigmine en galantamine zijn cholinesterase-remmers: medicijnen die de afbraak van acetylcholine remmen. Hierdoor stijgt de hoeveelheid acetylcholine in de hersenen. De prikkeloverdracht tussen de zenuwcellen kan hierdoor optimaal blijven en de symptomen van dementie mogelijk beperken. 

Welk effect hebben de medicijnen? 

Tijdens onderzoeken naar het effect van rivastigmine en galantamine hebben onderzoekers gelet op het effect op de achteruitgang van hersenfuncties, de algemene indruk en het dagelijks functioneren van mensen met de ziekte van Alzheimer. Bij sommige mensen werd de achteruitgang op één of meerdere van deze functies vertraagd. Bij anderen bleef de situatie gelijk en bij een kleine groep werd een lichte verbetering gezien.
In het algemeen verbeteren bij patiënten die rivastigmine of galantamine gebruiken de aandacht, concentratie en het spraakvermogen maar niet zozeer het geheugen. Partners van deze patiënten merken op dat de persoon met dementie ‘er meer bij is’, weer ‘meedoet’ en ‘deelneemt aan het gesprek’. Dit merkbare effect treedt maar bij een minderheid van de gebruikers op: ’ongeveer 10-15 % van de gebruikers. De medicatie werkt dus niet bij iedereen. 

Bijwerkingen 

De belangrijkste bijwerkingen van galantamine en rivastigmine zijn: misselijkheid, overgeven, gebrek aan eetlust, gewichtsverlies, duizeligheid, hoofdpijn, zwakte en slaperigheid. Deze bijwerkingen komen vooral voor in het begin van de behandeling en bij elke verhoging van de dosis. De meeste bijwerkingen verdwijnen binnen enkele dagen. Is dat bij u niet zo, neem dan altijd contact op met de verpleegkundig specialist.
In verband met de werking en mogelijke bijwerkingen van de medicijnen mag u deze medicatie alleen gebruiken onder toezicht van familie of de thuiszorg. Meer informatie over bijwerkingen leest u in de bijsluiter van de apotheek. 

Hoe gebruikt u de medicijnen? 

Rivastigmine (pleister) 
De pleister zorgt ervoor dat uw lichaam het medicijn gedurende 24 uur gereguleerd opneemt via uw huid. De startdosis is 4,6 mg per 24 uur. Na vier weken wordt de pleister vervangen door een hogere dosis: 9,5 mg per 24 uur.
Let bij het gebruik van de pleister op deze punten: 

  • Plak de pleister op een gezonde huid waar geen wondjes, uitslag of irritaties zitten.
  • Zorg ervoor dat de huid schoon, droog en onbehaard is (scheren mag, maar niet op de dag waarop u de pleister plakt) en dat de huid niet vlak voor dat u gaat plakken ingesmeerd is met olie, poeder, crème of lotion. U kunt deze producten wel gebruiken nadat u de pleister heeft geplakt. U mag ook gewoon onder de douche of in bad gaan nadat u de pleister heeft geplakt.
  • Verwissel de pleister iedere dag ongeveer op hetzelfde tijdstip. Maak de verpakking pas open net voordat u de pleister opplakt.
  • Omdat er onder de pleister een actieve stof door uw huid gaat, kan uw huid een reactie vertonen. De huid kan rood worden, of u kunt jeuk krijgen. Deze reactie kunt u zien als de pleister na 24 uur wordt verwijderd. Uw huid moet hiervan ongeveer twee weken herstellen. Het is daarom belangrijk dat u de volgende pleister de komende twee weken op een andere plaats plakt. Plak de pleisters op de zijkant van uw bovenarmen, op uw rug en op uw (onbehaarde) borst. Zorg ervoor dat u de pleister nooit binnen twee weken op precies dezelfde plek plakt. De pleister mag wel in hetzelfde gebied worden geplakt . Na twee weken kunt u wel weer dezelfde plek gebruiken. Uw huid is dan weer hersteld.
  • Is het gebied dat rood is geworden veel groter dan de pleister en is de roodheid constant aanwezig, of heeft u last van jeuk, neem dan contact op met de verpleegkundig specialist.
  • Als u de pleister verwijdert, houd de huid strak en trek één rand van de pleister voorzichtig omhoog. Trek dan zachtjes de pleister van uw huid. Plak daarna de nieuwe pleister en was uw handen met water en zeep. Raak uw ogen niet aan voordat u uw handen heeft gewassen. 

Rivastigmine (tabletten) 
Als u tabletten krijgt, neem deze dan twee keer per dag in bij het eten. De startdosis is tweemaal per dag 1,5 mg. Als u deze dosering na vier weken goed verdraagt, wordt de dosis verhoogd tot tweemaal per dag 3 mg. Gaat dit ook goed, dan wordt de dosis verder verhoogd tot 4,5 mg en vervolgens tot 6 mg (twee maal per dag). De dosering waarbij gunstige effecten zijn gevonden is 6 tot 12 mg per dag. 

Galantamine (tabletten) 
Krijgt u galantaminetabletten, dan neemt u deze één keer per dag in bij het eten, bij voorkeur in de ochtend. De startdosis is 8 mg. Als u deze dosering na vier weken goed verdraagt, wordt deze verhoogd naar 16 mg. Gaat dit ook goed, dan neemt u 24 mg per dag. De dosering waarbij gunstige effecten zijn gevonden, is 16 tot 24 mg per dag.

Controles door de verpleegkundig specialist 
Tijdens de opbouwfase belt de verpleegkundig specialist u 3 tot 4 weken nadat u gestart bent met de medicatie en elke 3 tot 4 weken na een verhoging van de dosering. De verpleegkundig specialist vraagt dan naar eventuele bijwerkingen, uw gewicht en naar hoe het in het algemeen met u gaat. Dit telefonische gesprek kan plaatsvinden met uzelf of met uw mantelzorger.
Na de opbouwfase houdt de verpleegkundig specialist regelmatig telefonisch contact met u of uw mantelzorger. Na 10 tot 12 maanden wordt een afspraak bij de verpleegkundig specialist op de polikliniek Geriatrie ingepland. Tijdens deze afspraak bespreekt zij met u hoe u functioneert in het dagelijks leven en de geheugentest wordt dan herhaald. Daarna wordt beoordeeld of de behandeling wordt voortgezet. Als dat zo is neemt de huisarts de controles meestal over. 

Sluiten

Welke informatie wilt u downloaden?

De pagina die u nu bekijkt, is automatisch aangevinkt om te downloaden. Ziet u hieronder nog meer pagina’s staan? Dan kunt u zelf aanvinken welke pagina’s u wilt toevoegen.

De huidige pagina

Lettergrootte PDF
Deel PDF via: