Aandoening, behandeling en onderzoek
Patiënte met arts en verpleegkundige in behandelkamer

Infliximab (Inflectra, Remicade) bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa

Uw behandelend arts en/of verpleegkundige heeft met u gesproken over het gebruik van infliximab. Hier leest u informatie over de werking en het gebruik van dit medicijn en hoe u moet handelen in geval van bijwerkingen. Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen, dan kunt u daarmee bij uw behandelend arts of verpleegkundige terecht.

Algemeen

De oorzaak van de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa is niet bekend. Elke behandeling met medicijnen is gericht op het onderdrukken van ontstekingsreacties. Dit heeft als doel de vermindering van klachten en het verkleinen van de kans op complicaties die zich bij deze ziekte voor kunnen doen. Medicijnen kunnen de darmontsteking onderdrukken maar de huidige medicijnen kunnen de ziekte niet definitief genezen. Na het afbouwen van of stoppen met medicijnen kunnen de klachten weer terugkomen.

Werking  

Infliximab behoort tot de zogenaamde biologische geneesmiddelen tegen de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa. Hoewel de precieze oorzaak van de ziekte van Crohn niet bekend is, wordt bij patiënten met de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa in de darm een verhoogde hoeveelheid van het ontstekingseiwit tumor necrosis factor α (TNF-α) gevonden. Dit eiwit speelt een rol bij het ontstaan en onderhouden van de ontsteking van het darmslijmvlies. Infliximab is een antilichaam tegen TNF-α dat gemaakt is van menselijke en dierlijke eiwitten. Infliximab blokkeert de effecten van TNF-α. Daardoor wordt de ontsteking in de darm geremd en nemen de klachten af. Het effect van infliximab treedt over het algemeen snel op, dat wil zeggen binnen enkele weken. 

Voorzorgsmaatregelen  

Voordat u start met infliximab is het van belang om sluimerende of actieve infecties uit te sluiten en zo nodig te behandelen. Tuberculose is een infectie die zich soms jarenlang ongemerkt in de longen ophoudt zonder problemen te geven. Het immuunsysteem houdt de bacteriën dan onder controle. Het gebruik van infliximab kan ertoe leiden dat de infectie actief wordt. Daarom zult u voor het starten met de behandeling op tuberculose onderzocht worden. Ook Hepatitis B en HIV besmetting worden gecontroleerd omdat deze ook weer actief kunnen worden.

Behandeling bij andere hulpverleners

Vertel al uw behandelaars dat u infliximab gebruikt. In ieder geval als u een operatie of tandheelkundige ingreep ondergaat. Het kan zijn dat u hierdoor moet wachten met het infuus infliximab.

Gebruik

Infliximab wordt toegediend via een infuus in de ader. De gebruikelijke dosering is 5 mg per kilogram lichaamsgewicht. Na het eerste infuus volgen infusen na twee en zes weken en vervolgens als onderhoudsbehandeling elke acht weken. Na verloop van tijd kan de werkzaamheid van infliximab afnemen en is het soms nodig om een hogere dosering te gebruiken of om de tijd tussen de infusen te verkorten. Infliximab wordt soms als enige middel tegen de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa gebruikt, maar kan ook worden gecombineerd met andere afweeronderdrukkende- of ontstekingsremmende middelen (Azathioprine, 6-Mercaptopurine, Tioguanine, Methotrexaat en/of Mesalazine). De combinatie van meerdere geneesmiddelen is vaak effectiever en zorgt voor minder antistofvorming tegen infliximab. 

Het infuus met infliximab loopt in een tot drie uur in. Hierna wordt u nog ongeveer een uur gecontroleerd voordat u weer naar huis mag. Twee of drie dagen voordat u het infuus krijgt, krijgt u een aantal vragen over uw gezondheid en mogelijke infecties. Als het nodig is beoordeelt een arts of er redenen zijn om u het infuus niet te geven of het uit te stellen.

Interacties met andere geneesmiddelen

TNF-α blokkerende middelen kunnen voor zover bekend veilig worden gebruikt naast andere geneesmiddelen. De combinatie met andere afweeronderdrukkende medicijnen geeft een verhoogde kans op infecties. Overleg bij twijfel met uw arts. 

Mogelijke bijwerkingen

Er zijn verschillende soorten bijwerkingen:

Overgevoeligheidsreacties als gevolg van het geven van een infuus in het algemeen. Reacties als gevolg van overgevoeligheid voor infliximab of één van de bestanddelen. Klachten die het gevolg zijn van een verminderde werking van het immuunsysteem. 

Vaak (1-10%)
Verschijnselen van overgevoeligheidsreacties: huiduitslag, griepgevoel, hoofdpijn, vermoeidheid, problemen met ademhalen zoals benauwdheid en piepende ademhaling of daling van de bloeddruk. Dit kan meestal worden behandeld door het infuus langzamer toe te dienen of tijdelijk te stoppen. Een allergische reactie kan worden voorkomen door van te voren Prednisolon en/of een antihistaminicum te geven. Meestal zijn de klachten echter mild en kan de behandeling worden voortgezet. Uitgestelde overgevoeligheidsreacties kunnen echter ook voorkomen, maar zijn minder heftig.

Deze uitgestelde overgevoeligheidsreacties presenteren zich meestal drie tot twaalf dagen na een infuus met klachten als spierpijn, gewrichtspijn, rugpijn, koorts, uitslag, jeuk, galbulten, heesheid, droge keel, hoofdpijn en/of zwelling van gezicht, lippen of handen. Bij het opnieuw starten van Infliximab, na een langere onderbreking (van meerdere maanden tot enkele jaren) neemt de kans op infuusreacties of overgevoeligheid toe. Verschijnselen ten gevolge van een verminderde afweer zijn milde infecties van de luchtwegen, urinewegen en darmkanaal. Ook is er een verhoogd risico op een infectie met het herpes zoster virus (gordelroos) en kunt u last hebben van spierpijn, gewrichtspijn, hoofdpijn, duizeligheid, gevoelsstoornissen en leverfunctiestoornissen.

Zelden (0,1-1%)
Tijdens gebruik van infliximab kan bij patiënten die lijden aan ernstig hartfalen verslechtering in de hartfunctie optreden. Infliximab wordt daarom niet gegeven bij ernstig hartfalen. Bij mild hartfalen zal de arts goed controleren of er geen verslechtering in de hartfunctie optreedt.

Tijdens behandeling zijn ernstige infecties beschreven (circa 1% per jaar).

Zeer zelden (<0,1%)
Huidtumoren en kwaadaardige ziekten van de lymfeklieren (lymfoom).

Wanneer contact opnemen? 

Mocht u tijdens het gebruik van infliximab klachten bemerken zoals koorts ademhalingsproblemen, hoofdpijn of bloedingen of verschijnselen aan de huid, spieren, zenuwen, gewrichten of ogen dan is het verstandig direct contact op te nemen met uw arts of verpleegkundige. In avond en nacht met de spoed eisende hulp van het ziekenhuis of eventueel de huisarts. Ook bij twijfel kunt u laagdrempelig contact met ons opnemen. 

Geef aan uw arts of verpleegkundige door als u in het verleden met infliximab bent behandeld

Vruchtbaarheid

Onderzoek naar het gebruik van infliximab heeft geen ongunstige invloed op de vruchtbaarheid van mannen en vrouwen aangetoond.

Zwangerschap

Voor zover bekend lijkt het gebruik van infliximab gedurende de zwangerschap veilig te zijn. Infliximab kan via de placenta overgaan naar het kind. Om het kind zonder infliximab geboren te laten worden kan infliximab toediening vanaf week 24 onderbroken worden. Vaak geldt dat opvlamming van de ziekte meer risico’s met zich meebrengt in de zwangerschap dan het gebruik van infliximab. Overleg met uw arts wanneer u een zwangerschapswens hebt of zwanger bent en infliximab gebruikt.

Borstvoeding

Infliximab gaat over in de borstvoeding en kan de afweer van het kind beïnvloeden. In het algemeen wordt geadviseerd om geen borstvoeding te geven. Overigens zijn tot nu toe geen schadelijke gevolgen gevonden bij kinderen die borstvoeding kregen van moeders die infliximab gebruikten. Overleg met uw arts over het geven van borstvoeding tijdens infliximab gebruik.

Autorijden

TNF-α blokkerende middelen geven geen sufheid of slaperigheid. U mag gewoon autorijden of apparaten bedienen gedurende de behandeling.

Vaccinaties  

Griepvaccinatie is toegestaan en raadzaam om deze via uw huisarts te laten injecteren. De griepvaccinatie en hepatitisvaccinatie zijn veilig tijdens behandeling met TNF blokkerende middelen. De hepatitisvaccinatie kan minder effectief zijn, vooral bij gelijktijdig gebruik van medicijnen als Azathioprine (Imuran), 6-Mercaptopurine (Purinethol) en Methotrexaat. Dit kan betekenen dat u een extra vaccinatie nodig heeft. 

Over andere vaccinaties tijdens behandeling is weinig bekend. Vaccinatie met verzwakte levende vaccins, zoals bof, mazelen, rode hond (BMR), gele koorts of BCG moeten vermeden worden tijdens het gebruik van infliximab. Overleg met uw arts of verpleegkundige als u gevaccineerd moet worden.

Vragen?

 Als u na het lezen van deze informatie nog vragen heeft, neem dan contact op met uw arts of MDL-verpleegkundige.

Contact 

De MDL-verpleegkundigen van maandag tot en met vrijdag bereikbaar. Wanneer u belt met de spreekuurassistenten van de polikliniek Maag, Darm- en Leverziekten op telefoonnummer 088 - 005 6800 plannen zij dezelfde of volgende dag een telefonische afspraak voor u in. U kunt ook contact opnemen door middel van een e-consult in Mijn Rijnstate via www.rijnstate.nl/mijnrijnstate. Let op: bij spoed is een e-consult niet geschikt.

Sluiten

Welke informatie wilt u downloaden?

De pagina die u nu bekijkt, is automatisch aangevinkt om te downloaden. Ziet u hieronder nog meer pagina’s staan? Dan kunt u zelf aanvinken welke pagina’s u wilt toevoegen.

De huidige pagina

Lettergrootte PDF
Deel PDF via: