Trombose

Wat is trombose?

Het evenwicht van stolling en antistolling

In bloed zitten stollingsfactoren die ervoor zorgen dat een wond snel sluit en niet blijft bloeden. Bloed heeft ook antistollingsfactoren, om de stolling af te remmen. Dit systeem van stolling en antistolling moet in evenwicht zijn. Als het uit balans is, ontstaan er ongewenste bloedstolsels, die een bloedvat kunnen verstoppen.

Trombose kan voorkomen in de arm en in het been. Meestal komt trombose voor in het been.

Een stolsel in een beenader: trombosebeen

Zit er een bloedstolsel in een beenader, dan heet dat trombosebeen. Het stolsel blokkeert dan het terugvloeien van het bloed. Symptomen van een trombosebeen zijn een gezwollen been, pijn en een rood-paarse kleur van de huid. Ook kunt u last hebben van verhoging. Meestal zit het stolsel in de kuit of de knieholte, maar het kan zich uitbreiden naar het bovenbeen. Ook kan het stolsel losschieten en in de longen terechtkomen. Dit heet een longembolie. Bij een longembolie krijgt u last van kortademigheid en pijn bij het ademhalen. Trombose kan levensbedreigend zijn. Daarom is een snelle behandeling belangrijk. Neemt u daarom altijd contact op met u huisarts als u vermoedt dat u trombose heeft.

Komt een trombosebeen vaak voor?

1 op de 8 mensen krijgt in zijn leven te maken met een trombosebeen. Rijnstate behandelt 300 nieuwe patiënten met een trombosebeen per jaar.

Onderzoek naar nieuwe behandelingen

Rijnstate zit in een landelijk netwerk van ziekenhuizen dat onderzoek doet naar trombose en longembolie en heeft aan meer dan twintig publicaties over trombose meegewerkt de laatste twintig jaar. Daarom zijn we altijd op de hoogte van de laatste onderzoeken en nieuwste behandelmethodes.

Leven met trombose

Als u een trombosebeen gehad heeft en behandeld moet worden, komt er veel op u af. U vraagt zich misschien af wat u kunt doen om herhaling te voorkomen of wat de oorzaak van de trombose was. Misschien bent u juist bang voor een bloeding als gevolg van de medicatie die u slikt. Bespreek uw zorgen altijd met uw arts of verpleegkundige.

De behandeling van een trombosebeen