Complicaties

Zwelling

Door de operatie kan er vochtophoping ontstaan in uw geopereerde been of arm. Het kan weken tot maanden duren voordat deze zwelling helemaal is verdwenen. Leg uw been of arm in rust hoog. Heeft u vanwege zwelling aan uw geopereerde been een elastische kous gekregen, houd deze dan thuis overdag ook aan. Voordat u naar huis ging is met u besproken hoe lang u de kous moet dragen.

Als u een gipsverband heeft, lees dan de folder ‘Gipsverband’.

Trombose

Na sommige ingrepen schrijft de specialist een anti-trombosespuit voor om te voorkomen dat u trombose krijgt. Dat is een verstopping van een ader door een bloedstolsel. Het is belangrijk dat u de anti-trombosespuit op een vast tijdstip inspuit. In het ziekenhuis heeft u hierover uitleg gehad. Ook heeft u een kaart gekregen met uitleg over het gebruik van de anti-trombosespuit. Voordat u naar huis ging is met u besproken hoe lang u de spuiten moet gebruiken.

Hoe herkent u een trombosebeen:

Als een bloedstolsel een ader in het been afsluit, kan het bloed niet meer weg. Dit merkt u door pijn in het been die steeds erger wordt. Dit kan plotseling gebeuren of in een paar dagen. Deze pijn begint meestal in de kuit, maar kan ook boven de knie beginnen. Hierdoor zal het lopen moeilijker gaan. Daarnaast gaat uw been zwellen. Uw huid kan straktrekken en uw been kan rood-paars kleuren en gaan glanzen. Het is vaak pijnlijk of niet mogelijk om uw tenen naar u toe te trekken, zodat de kuit op spanning komt. Vaak heeft u een temperatuursverhoging.

Wond

Een kleine operatiewond gaat in principe binnen 24 tot 48 uur dicht. Na 48 uur mag het verband voor het eerst verwijderd worden. Verband of pleisters zijn daarna meestal niet meer nodig. Vindt u het toch prettig, dan kunt u Hansaplast pleisters gebruiken. Deze kunt u kopen bij apotheek of drogist. Bij een open of lekkende wond gelden andere regels.

Wondverzorging

Bij weinig wondlekkage:

Was eerst goed uw handen.
Verwijder het oude verband en houd dit gescheiden van het nieuwe.
Was uw handen nog een keer.
Als de wond bijna helemaal gesloten is, is desinfectie niet nodig.
Plak de witte pleister of Hansaplast pleister niet te strak over de wond heen.
Na de wondverzorging wast u opnieuw uw handen.
Als de wond weer gaat lekken en de pleister is niet voldoende, dan kunt u een recept voor wondmaterialen vragen aan uw huisarts.

Bij veel wondlekkage:

Was eerst goed uw handen.
Leg het nieuwe verband klaar en knip van de Fixomull-stretch drie stroken af die ruim overdwars op het verband passen.
Verwijder het oude verband en houd dit gescheiden van het nieuwe.
Was uw handen nog een keer.
U kunt de wond het beste desinfecteren met Betadine-oplossing. Pak een steriel gaasje met Betadine-oplossing en desinfecteer de wond met een streek van boven naar beneden over de wond.
Leg het nieuwe verband op de wond. Haal van de eerste strook Fixomull de plaklaag weg en plak dit dwars over het verband waarbij ook een gedeelte op de huid wordt geplakt om het verband op zijn plaats te houden.
Herhaal dit met de andere twee stroken Fixomull.
Let erop dat de stroken elkaar voor een gedeelte overlappen en plak de stroken niet te strak. Zo voorkomt u blaren.
Na de wondverzorging wast u opnieuw goed uw handen.

Hechtingen

Nietjes

Als u ‘nietjes’ (agraven) in de wond heeft, moeten deze twaalf tot veertien dagen na de operatiedatum verwijderd worden door de huisarts. U moet hiervoor zelf een afspraak maken. Neem de speciale agraventang mee die u van de verpleegkundige heeft gekregen toen u naar huis ging.

Draadhechtingen

Als u draadhechtingen in de wond heeft, moeten deze twaalf tot vijftien dagen na de operatiedatum verwijderd worden door de huisarts. U moet hiervoor zelf een afspraak maken. Heeft u letsel aan uw gezicht? Dan moeten de hechtingen na zeven dagen verwijderd worden.

Bij chirurgische operaties mogen nietjes of hechtingen vaak sneller verwijderd worden dan na orthopedische operaties. De verpleegkundige geeft de termijn aan u door.

Oplosbare hechtingen

Oplosbare hechtingen in de wond verdwijnen vanzelf. Als de uiteinden van de hechtingen niet oplossen en gaan irriteren of ontsteken, laat deze dan na twee weken bij uw huisarts verwijderen.

Douchen en baden

De operatiewond mag de eerste zeven dagen niet doorweekt raken. Na twee dagen mag u kort douchen. Gebruik bij het douchen geen zeep of bodylotion rondom het wondgebied zolang de wond niet helemaal dicht is. Na het douchen moet u de wond goed droogdeppen. U mag pas baden en zwemmen als de wond helemaal genezen is.

Thuiszorg

Als u thuiszorg krijgt, heeft de transferverpleegkundige tijdens de opname met u afgesproken vanaf wanneer en hoe vaak u de thuiszorg kunt verwachten.

Fysiotherapie

Als u na ontslag fysiotherapie nodig heeft, moet u zelf een fysiotherapeut inschakelen. U krijgt hiervoor een verwijzing mee van het ziekenhuis. Uw behandelend fysiotherapeut in het ziekenhuis zorgt voor een overdracht.

Hulpmiddelen

Als u hulpmiddelen nodig heeft, zoals een toiletverhoger, krukken of een grijper (helping hand) kunt u terecht bij de thuiszorgwinkel bij u in de buurt.

Neem contact op bij problemen

Bij koorts, extreme pijn, plotselinge roodheid, zwelling, toenemende wondlekkage of andere klachten, kunt u tijdens kantooruren bellen met de polikliniek Orthopedie/Chirurgie/Traumatologie. Buiten kantooruren belt u de huisartsenpost.

Een wondinfectie bij een schouder-, heup- of knieprothese
Heeft u een schouder-, heup- of knieprothese gekregen en denkt u dat u een wondinfectie heeft, neem dan contact op met de polikliniek Orthopedie (of laat uw huisarts dit doen). De chirurg moet de wond dan eerst beoordelen voordat u start met antibiotica. Als er wondkweken moeten worden afgenomen, dan kan de uitkomst van de kweek verstoord worden door de antibiotica.