Na een hartinfarct
Een vrouw met schoudertas loopt voor de wand met woorden

Leefregels

Vóór het ontslag uit het ziekenhuis hoort u van de arts of u mag autorijden.

Wij adviseren u om in het begin alleen korte afstanden te wandelen (bijvoorbeeld een blokje om). Breid dit eerst uit door vaker te gaan wandelen en daarna pas langere afstanden te gaan wandelen. Als dit goed gaat, mag u het fietsen net als wandelen rustig opbouwen op vlak terrein.

Tijdens de hartrevalidatie zal de fysiotherapeut u gericht adviseren hoe u uw inspanning kunt opbouwen en wat uw grenzen zijn met bewegen en sporten. Ook wordt er een fietstest afgenomen uw hart te meten. Meestal kunt u uw sportactiviteiten aan het einde van uw traject gewoon weer oppakken.

Lichte lichamelijke inspanning zal uw hart niet beschadigen. Huishoudelijke werkzaamheden zijn dus geen probleem. Wel moet u taken waarvan u moe of kortademig wordt aanpassen zodat u hier niet te veel last van heeft.

Het is belangrijk om zo snel mogelijk weer aan het werk te gaan. Daarom is het goed dat u tijdens de revalidatie uw werkzaamheden voor een deel weer oppakt. Er wordt naar gestreefd dat u drie weken na uw infarct weer (voor een deel) mag starten met uw werkzaamheden. Dit is volgens de richtlijnen van de Bedrijfsgezondheidsdienst.

Het is belangrijk dat u ongeveer drie weken nadat u uit het ziekenhuis bent ontslagen uw eerste contact met uw werkgever en bedrijfsarts heeft. Zo kunt u met hen overleggen wanneer u weer begint, hoeveel uur u kunt werken en welke werkzaamheden u wel en niet kunt uitvoeren. Dit is in het kader van de Wet Verbetering Poortwachter.

Normaal gesproken hoeft u geen dieet te volgen na een hartinfarct. Het is vooral belangrijk dat u gezond eet en voldoende beweegt. Gezond eten betekent gevarieerd eten met voldoende fruit, groente en brood. Eet minder verzadigd vet en gebruik meer onverzadigd vet.

In voedingsmiddelen zoals roomboter, volle melkproducten, snacks en koeken zit veel verzadigd vet. Kies daarom voedingsmiddelen met minder verzadigd vet, zoals magere of halfvolle zuivelproducten, mager vlees/vleeswaren en magere (30+) kaas. Onverzadigd vet zit vooral in halvarine en margarines in een kuipje, in vloeibare bak- en braadproducten en alle soorten olie.

Wees zuinig met zout en voeg geen extra zout toe aan het eten. Gebruik zo min mogelijk kant-en-klare producten zoals Cup-A-Soup/drinkbouillon en voedingsmiddelen in een glas, pot, of blik (zoals blikgroenten), omdat deze veel zout bevatten.

Sluiten

Welke informatie wilt u downloaden?

De pagina die u nu bekijkt, is automatisch aangevinkt om te downloaden. Ziet u hieronder nog meer pagina’s staan? Dan kunt u zelf aanvinken welke pagina’s u wilt toevoegen.

De huidige pagina

Lettergrootte PDF
Deel PDF via: