Michel Reijnen: 'Geneeskunde wordt steeds technischer'

Hoe ziet uw week eruit?

“Drie dagen per week werk ik op de polikliniek of de operatiekamer. Op donderdag ben ik op de Universiteit Twente voor de studies die daar lopen en de vrijdag reserveer ik voor de klinische studies die in Rijnstate lopen. Natuurlijk stopt het werken niet in de weekenden. De uitdaging is om de balans te houden. Je moet goed kunnen plannen.”

Waarom bent u hoogleraar geworden?

“Het is op mijn pad gekomen. Al tijdens mijn opleiding werd ik door de wetenschap gegrepen. Dankzij de gevestigde samenwerking van Rijnstate met de de Universiteit Twente ben ik steeds meer stagiairs van technische geneeskunde in onze kliniek gaan begeleiden en is dit uitgebouwd tot een hoogleraarschap. Ik vind het heel mooi om jonge mensen aan het begin van hun carrière te begeleiden.”

Wat is het meest vernieuwende dat u doet?

“Dat is de nieuwe techniek om de bloedstroomprofielen in de slagaderen in beeld te brengen. Het gaat om een innovatieve echotechniek waarbij we contrastvloeistof inspuiten in de bloedvaten en die in beeld brengen. We doen daar in Rijnstate nu klinische studies mee. Het is vrij fundamenteel onderzoek: we willen weten hoe de bloedstromen gaan, met het doel om beter te kunnen voorspellen of behandelingen succesvol zullen zijn of dat de ziekte zal verslechteren. We zien nu veel beter hoe bloed door het lichaam stroomt en waar er stagnaties optreden. Daarbij maken we ook gebruik van kennis uit de stromingsleer van water.”

“Op de universiteit hebben we modellen, nagebootste bloedvaten en computersimulaties. In Rijnstate onderzoeken we het klinisch, dus in de mens. Patiënten worden benaderd om mee te doen aan studies. Ze komen dan op de polikliniek, waarbij we beelden van hun bloedvaten maken met de nieuwste echoapparatuur van de Universiteit Twente. Ook is er een samenwerking op dit gebied met de Radboud Universiteit." 

Wat zijn andere interessante ontwikkelingen?

“De vasculaire zorg is volop in ontwikkeling. Voortdurend zijn er nieuwe technische mogelijkheden. Een voorbeeld: tien jaar geleden had je een openbuikoperatie nodig voor het plaatsen van een broekprothese bij slagaderverkalking in de buik- en bekkenslagader. Dankzij een nieuwe operatietechniek, de CERAB-techniek, zijn er nu maar twee steekgaatjes in de lies van 2 millimeter nodig om iemand te genezen. De CERAB-techniek is in Antwerpen bedacht en in samenwerking met de Universiteit Twente en Rijnstate verder ontwikkeld en wereldwijd geïmplementeerd. Daar ben ik natuurlijk heel trots op!”