Rijnstate leidt multicenter onderzoek naar vroegtijdig opsporen atriumfibrilleren

Voor deelname aan het onderzoek hoeven patiënten niet extra naar het ziekenhuis te komen. Ron Pisters: “Wanneer nieuwe patiënten op de poli Geriatrie meedoen aan dit onderzoeksproject, krijgen ze een ECG van het hart, ook wel hartfilmpje genoemd. Daarnaast vragen we of ze hun hartritme extra willen checken met een app die speciaal is ontwikkeld om hartritmestoornissen op te sporen. De patiënt kan deze thuismetingen zelf doen. Bij patiënten die dit zelf niet willen of kunnen, controleren we het hartritme op het moment dat ze weer op de poli komen.”

Multicenter onderzoek

Het onderzoek startte in januari 2021 en loopt nog een aantal maanden. Naast Rijnstate doen nog vijf andere ziekenhuizen mee: het Albert Schweizer ziekenhuis in Dordrecht, het OLVG in Amsterdam, Meander Medisch Centrum in Amersfoort, Noordwest Ziekenhuisgroep in Alkmaar en Dijklander ziekenhuis in Hoorn. Martin Hemels over de aanleiding voor dit multicenter onderzoek: “In een eerdere studie in Alkmaar merkten ze op de poli Geriatrie dat atriumfibrilleren vaak voorkwam. Door mensen die binnenkwamen op de poli hier preventief op te screenen, konden ze patiënten met atriumfibrilleren al in een eerder stadium herkennen. We doen nu onderzoek in zes ziekenhuizen in Nederland om aan te tonen dat dit geen toeval was.”

Daarnaast zijn de cardiologen benieuwd of bloedonderzoek (voor het bepalen van biomarkers) en een ECG voorspellers kunnen zijn van atriumfibrilleren. Daarvoor wordt bij nieuwe patiënten, naast de standaard labafname en ECG, een extra buisje bloed afgenomen. Op basis daarvan is aan te tonen of bijvoorbeeld stolselvorming, een herseninfarct of bloedingsproblemen te voorspellen zijn.

Juiste zorg op de juiste plek

Martin Hemels: “We hebben steeds vaker te maken met oudere patiënten met cardiovasculaire aandoeningen. Dat vraagt om een multidisciplinaire benadering, waarbij geriatrie en cardiologie elkaar steeds vaker weten te vinden. Ook is het een eyeopener dat veel mensen binnen deze patiëntgroep rondlopen met niet-ontdekt atriumfibrilleren. Als je weet dat bij deze patiëntgroep veel hartritmestoornissen gezien worden en het risico op een herseninfarct verhoogd is, is een betere diagnose en behandeling mogelijk.” Dit soort multidisciplinaire zorg draagt bovendien bij aan het leveren van de juiste zorg op de juiste plek. “Als de patiënt zelf het hartritme meet, en op den duur misschien wel meer zaken kan monitoren waarbij het ziekenhuis op afstand meekijkt, kunnen we in de toekomst wellicht ziekenhuisopnames voorkomen en daarbij de kwaliteit van leven verbeteren.”