MRI van de buik

Binnenkort heeft u een MRI-onderzoek. Uw (huis)arts heeft u verteld waarom dit onderzoek nodig is. Hier leest u hoe u zich op het onderzoek voorbereidt en wat u kunt verwachten. Misschien gaat het onderzoek bij u iets anders.

Wat is een MRI?

Met een MRI-scan brengen we weefsel en organen in beeld. Dit gebeurt met geluidsgolven en sterke magnetische velden. Een computer zet de signalen om in beelden. Zo krijgen we dwarsdoorsneden van het lichaam.

Bij een MRI-scan gebruiken we geen röntgenstralen.

Hoe bereidt u zich voor op het onderzoek?

Let op: zonder de juiste voorbereiding kan het onderzoek niet doorgaan.

Vragenlijst invullen

Bij dit onderzoek hoort een vragenlijst (veiligheidsformulier). Voor uw veiligheid moeten we weten of u metalen, elektronische of magnetische voorwerpen in of op u heeft.

Vul de vragenlijst zo snel mogelijk in op het tabblad Vragenlijsten. Ook als u het onderzoek al vaker heeft gehad. Bel ons direct als dat nodig is.

Welke kleding neemt u mee naar uw afspraak?

Kleding die geschikt is om in de MRI-scanner te dragen. Dat is een shirt met lange mouwen en een lange broek. Bijvoorbeeld een joggingbroek, legging of pyjamabroek met lange pijpen en shirt/dun truitje met lange mouwen. Geen schoenen. Deze kleding mag geen metalen onderdelen hebben.

Welke kleding kan niet?

Kleding met rits, haakjes, knopen, glitters, lovertjes, opdruk of andere metalen delen.
Korte broek, T-shirt met korte mouwen.
Dunne, dry-fit, lycra of elastische (sport)kleding.

Gebruikt u een pleister met een medicijn of glucosemeter?

Deze pleister mag niet in de MRI. Denk aan een Free Style Libre-pleister. Bel ons zodat we het onderzoek kunnen plannen op de dag van de pleisterwissel. Meteen na het onderzoek plakt u een nieuwe pleister op.

Heeft u een beperking?

Bel ons als u een beperking heeft en u verwacht dat het onderzoek hierdoor meer tijd en aandacht van ons vraagt.

Bloedprikken

Heeft u met uw arts afgesproken dat u ook bloed laat prikken? Doe dit dan vóór het MRI-onderzoek. Of doe dit de volgende dag. Het contrastmiddel kan de uitslag van het bloedonderzoek veranderen.

Kan het onderzoek niet doorgaan?

Laat dit snel aan ons weten. We maken zo nodig meteen een nieuwe afspraak

Op de dag van het onderzoek

U kunt normaal eten en drinken en uw medicijnen innemen zoals u gewend bent
Heeft u de vragenlijst (veiligheidsformulier) ingevuld?
Neem een metaalvrije broek met lange pijpen en een shirt met lange mouwen mee
Kom 10 minuten voor uw afspraak. Meld u aan de aanmeldzuil en ga zitten in de wachtkamer. In Zevenaar meldt u zich bij de balie.

Voor het onderzoek begint

In het kleedhokje laat u alle metalen voorwerpen achter:

muntgeld/(bank)pasjes en uw parkeerkaartje
haarspeldjes, sieraden en piercings (elastiek zonder metaal mag wel)
sleutels, horloge, telefoon, bril, gehoorapparaat, losse gebitsprothese(n)
kleding met metaal (bijv. BH, broek met rits)

In het kleedhokje trekt u de meegebrachte kleding aan. Uw zakken moeten leeg zijn.

Voordat u de MRI-ruimte binnengaat controleert de laborant of alle metalen voorwerpen zijn verwijderd. De laborant neemt de ingevulde vragenlijst met u door.

Hoe gaat het onderzoek?

U gaat op de onderzoekstafel liggen. Deze tafel schuift voor het maken van de beelden in een soort tunnel (ongeveer 70 cm hoog). De tunnel is aan beide kanten open.

De laborant helpt u in de juiste houding op de onderzoekstafel en zorgt dat u zo comfortabel mogelijk ligt. U krijgt een alarmbel en gehoorbescherming.

Daarna schuift de onderzoekstafel in de open tunnel. We maken meerdere series foto’s. U hoort het harde, ratelende geluid van de scanner. Blijf tijdens het scannen zo stil en ontspannen mogelijk liggen. Beweging zorgt voor onscherpe foto’s. Via de intercom praat de laborant met u. U kunt ook terugpraten.

Soms geven wij via een infuus een contrastmiddel. Dit doen we om organen of bloedvaten goed zichtbaar te maken.

Variaties in uitvoering van het onderzoek

Dit onderzoek doen we op verschillende manieren. En soms worden verschillende methodes gecombineerd.

Met contrast: soms krijgt u tijdens het onderzoek een contrastvloeistof via een infuus. De organen en bloedvaten worden zo nog beter afbeelden. Het toegediende contrastmiddel geeft heel soms bijwerkingen, zoals een allergische reactie of misselijkheid. Dit kan tot enkele uren na het onderzoek gebeuren.
Met Buscopan: soms krijgt u via het infuus een medicijn toegediend (Buscopan). Dat zorgt ervoor dat uw darmbeweging tijdelijk minder wordt.
Met vaginaal contrast (dames): Bij dames is het soms nodig om contrast in de vagina in te brengen. Wij vragen of u dit zelf wilt doen. Om uw kleding te beschermen krijgt u maandverband mee naar huis. Dit onderzoek kunnen we ook doen als u ongesteld bent. Als u dit zelf niet prettig vindt, kunt u ons bellen om uw afspraak te verzetten (bij voorkeur minimaal 24 uur van te voren).
Cine-onderzoek: Als uw MRI-scan wordt gemaakt om eventuele verklevingen in de buikholte en/of de darmen op te sporen doen we het onderzoek op een speciale manier. Tijdens het onderzoek krijgt u van ons opdracht om op een bepaalde manier te ademen. Zo kunnen we de beweging van uw darmen en organen goed beoordelen.. De laborant De laborant legt u voor we beginnen uit hoe u moet ademen en uw adem inhouden. In dit filmpje wordt ook uitgelegd hoe u dit moet doen.
Zonder bovengenoemde variaties

Nazorg

Als u Buscopan heeft gekregen kan het zijn dat u na het onderzoek tijdelijk wazig ziet of duizelig bent. Wij adviseren u om niet zelf deel te nemen aan het verkeer na afloop van het onderzoek. Deze klachten gaan snel over.
Als u vaginaal contrast heeft gekregen zal dit het lichaam in de uren na het onderzoek weer verlaten. Wij geven u maandverband mee naar huis om uw kleding te beschermen.

Hoelang duurt het onderzoek?

Het onderzoek duurt ongeveer 30 minuten.

De uitslag

De radioloog beoordeelt de foto's. De uitslag sturen we naar uw arts. U spreekt met uw arts af hoe en wanneer u de uitslag krijgt.

Enkele dagen na het onderzoek kunt u zelf de uitslag lezen in uw dossier via Mijn Rijnstate (Dossier > Uitslagen > Radiologie en Nucleaire Geneeskunde).