Blaasonderzoek op de radiologie bij volwassenen

Uw arts heeft met u besproken dat er een blaasonderzoek wordt gedaan op de afdeling Radiologie van Ziekenhuis Rijnstate, locatie Arnhem-Noord.

In deze tekst leest u wat het onderzoek inhoudt, en welke voorbereiding en nazorg nodig is om het onderzoek goed en veilig uit te voeren.

Wij vragen u alle informatie door te lezen. De informatie beschrijft het onderzoek zoals het meestal verloopt. Risico’s en bijwerkingen zijn in algemene zin beschreven. Soms wordt gekozen voor een procedure die beter aansluit bij uw persoonlijke situatie.

Doel van het onderzoek

Dit onderzoek maakt het mogelijk om röntgenfoto's te maken van de urineblaas met behulp van een contrastmiddel.

Voorbereiding

Voor dit onderzoek is geen voorbereiding nodig.

Hoe gaat het onderzoek?

Als u geen katheter heeft, vragen wij u voor we met het onderzoek beginnen te plassen, zodat uw blaas leeg is.

U wordt verzocht op de onderzoekstafel plaats te nemen. Om contrastvloeistof in de blaas te krijgen, is het nodig om een slangetje (katheter) via de plasbuis in de blaas te brengen. Om infecties te voorkomen, zullen de uitwendige geslachtsorganen eerst worden gereinigd voordat de radioloog of uroloog het slangetje met wat steriel water inbrengt.

Via het slangetje zal er contrastvloeistof in de blaas lopen, tot het moment dat u aangeeft dat u aandrang heeft om te plassen. Op dat moment zal het slangetje worden verwijderd en zal u in staande positie gevraagd worden om te plassen. De plas wordt opgevangen in een speciale fles of bak. Tijdens het plassen zal de blaaslediging op foto worden vastgelegd.
Hierna is het onderzoek klaar en krijgt u een washandje met een handdoek om u te kunnen wassen.

Het onderzoek duurt ongeveer 20 minuten.

Na het onderzoek

Door de contrastvloeistof kan de binnenbekleding van de blaas wat geïrriteerd raken.
Het kan hierdoor zijn dat er na het onderzoek wat bloed bij de urine zit. Als het goed is gaat dit vanzelf weer over. Als u na twee dagen nog bloed in de urine heeft, neemt u dan contact op met uw huisarts of behandelaar in het ziekenhuis.

Het plassen kan een paar dagen een branderig gevoel geven of kunt u aandrang voelen om te plassen terwijl dit niet nodig is. Ook dit trekt na een paar dagen weer weg.

Risico's en bijwerkingen

De specialist die het onderzoek heeft geadviseerd, weegt altijd de kans op complicaties af tegen de voordelen van het uitvoeren van het onderzoek.

Infectie

Het slangetje wordt zo schoon mogelijk ingebracht, maar ondanks onze goede zorgen kan een blaas- of urinewegontsteking ontstaan.

Als u enkele dagen na het onderzoek koorts krijgt, pijn heeft met plassen en/of het gevoel heeft dat u de plas niet goed kunt ophouden, dan kunt u uw huisarts of behandelend arts vragen om uw urine op een infectie te controleren.

Jodiumhoudend contrast

Omdat het contrastmiddel niet in de bloedbaan terecht komt zijn er van het gebruikte contrastmiddel geen bijwerkingen te verwachten.

Röntgenstraling

We gebruiken voor het onderzoek niet meer röntgenstraling dan nodig is voor het maken van kwalitatief goede opnames. De kans op schadelijke effecten is heel klein, ook als u meerdere röntgenonderzoeken heeft ondergaan.

Lees meer over röntgenstraling.

Zwangerschap en borstvoeding

Tijdens de zwangerschap wordt het onderzoek bij voorkeur niet gedaan, tenzij er dringende redenen zijn. Borstvoeding is geen probleem.

Lees meer over röntgenstraling tijdens de zwangerschap

Uitslag

De radioloog beoordeelt de foto's. De uitslag wordt verstuurd naar uw behandelend arts. U spreekt met hem/haar af hoe en wanneer u de uitslag krijgt.

Enkele dagen na het onderzoek kunt u zelf de uitslag lezen in uw dossier via MijnRijnstate (Dossier > Uitslagen > Radiologisch onderzoek).