Piriformis injectie onder CT-geleide op de radiologie
Uw arts heeft met u besproken dat er een injectie in de bilspier wordt gegeven onder CT-geleide op de afdeling Radiologie van Ziekenhuis Rijnstate, locatie Arnhem-Noord.
In deze tekst leest u wat het onderzoek inhoudt, en welke voorbereiding en nazorg nodig is om het onderzoek goed en veilig uit te voeren.
Wij vragen u alle informatie door te lezen. De informatie beschrijft het onderzoek zoals het meestal verloopt. Risico’s en bijwerkingen zijn in algemene zin beschreven. Soms wordt gekozen voor een procedure die beter aansluit bij uw persoonlijke situatie.

Let op!
- Wij adviseren u na afloop van de procedure niet zelf te rijden. Bij voorkeur wordt u opgehaald met de auto.
- Lees de nazorg goed door.
Wat is een CT?
De afkorting CT staat voor 'Computer Tomogram'.
De CT-scanner maakt met röntgenstralen dwarsdoorsneden (een tomogram) van uw lichaam. Met de computer kunnen we deze beelden bewerken, zodat we ook driedimensionale beelden van uw lichaam kunnen krijgen.

Doel van de behandeling
U heeft pijn door het piriformis-syndroom. Samen met uw arts heeft u besloten dat u voor uw pijnklachten een injectie krijgt met een ontstekingsremmer (Kenacort®). De injectie wordt gezet in de spier die van heup naar dijbeen loopt. Het effect is dat de irritatie of ontsteking kan genezen en de eventuele zwelling ter plaatse afneemt: dit effect zal pas na 2-3 dagen merkbaar zijn.
Wat is het piriformis-syndroom?
Het piriformis-syndroom is genoemd naar een peervormige spier, de musculus piriformis. Deze spier trekt en draait het bovenbeen naar buiten. Bij de meeste mensen loopt de grote zenuw van het been, de nervus ischiadicus, onder deze spier langs. Bij vijftien procent van de mensen loopt de zenuw er zelfs doorheen. Door een zwelling of een plotselinge samentrekking (spasme) van deze spier raakt de zenuw geïrriteerd. Er kan dan een zeurende pijn ontstaan, diep in de bilspier. Soms straalt de pijn uit naar de rug en naar de achterkant van het dijbeen tot de knieholte. De pijn kan verergeren bij lang in een houding zitten, zoals bij autorijden. Het piriformis-syndroom komt meer voor bij vrouwen dan bij mannen.
Hoe bereidt u zich voor op het onderzoek?
- Als u een stollingsziekte heeft, moet u dit van te voren melden aan uw behandelend arts.
- Kenacort® mag niet gegeven worden binnen 14 dagen na een actieve infectie, na antibiotica gebruik of na bepaalde soorten vaccinatie (o.a. BMR, rotavirus, BCG, varicella, gele koorts). We zullen de injectie dan uitstellen. Wilt u ons z.s.m. bellen om uw afspraak te verzetten op tel. 088 - 005 7488?
Voor dit onderzoek is verder geen speciale voorbereiding nodig.
Hoe gaat het onderzoek?
Tijdens het onderzoek mag u uw kleding aanhouden, behalve kleding/sieraden met metalen delen die in het te fotograferen gebied komen. De laborant helpt u om op uw buik op de CT-tafel te gaan liggen.
Eerst wordt met behulp van de CT de plaats bepaald waar de radioloog zal gaan prikken. Voor het maken van de foto's schuift de onderzoekstafel door grote ronde opening in de scanner. U hoort duidelijk het geluid van de röntgenbuis, die snel ronddraait. De laborant is tijdens het maken van de foto's achter een glazen wand, en houdt via de intercom contact met u. Vaak worden er meerdere series foto's gemaakt. Na iedere serie opnames kunt u even ontspannen, maar u moet wel in dezelfde houding blijven liggen.
Ter plaatse van de prikplek wordt de huid schoongemaakt. De radioloog zal vervolgens met een naald de Kenacort® toedienen. Daarna wordt het wondje afgedekt met een pleister.
Hoelang duurt het onderzoek?
Het onderzoek duurt ongeveer 20 minuten.
Nazorg
- Na afloop van het onderzoek moet u ongeveer 24 uur niet meer belasten dan nodig is.
- Wij adviseren u niet zelf naar huis te rijden in verband met een tijdelijk verdoofd gevoel in het been.
- Soms kan de injectie gedurende een paar dagen napijn geven. Hiervoor kunt een pijnstiller gebruiken (bijvoorbeeld 4 x daags 1000 mg Paracetamol).
Effect van de behandeling
Het is van belang dat u bij uw poliklinische controle de behandelend arts kunt vertellen wat het effect van de injectie op uw klachten is geweest.
- Test daarom ook het effect op de bewegingen die normaal uw pijnklachten veroorzaken.
- Maak notities van het beloop van uw klachten op de eerste dagen en de eerste weken na de injectie.
Deze aantekeningen neemt u dan mee naar uw controlebezoek, zodat u dit met uw behandelend arts kunt bespreken.
Reden om uw behandelend arts te raadplegen
Op de prikplek kan een bloeding of een ontsteking ontstaan.
De klachten die kunnen duiden op een bloeding of ontsteking zijn:
- Duizelig worden of “zich niet goed voelen”
- Ernstige pijn, met name rondom de prikplek
- De prikplek wordt rood, warm of erg dik
- Meer dan 38 graden koorts
Als u in de uren/dagen na de behandeling één van de bovenstaande klachten krijgt, neemt u dan direct contact op met uw behandelend arts. Buiten kantoortijden kunt u rechtstreeks contact opnemen met de Spoedeisende Hulp van Ziekenhuis Rijnstate in Arnhem (tel. 088 - 005 6680).
Risico's en bijwerkingen
De specialist die het onderzoek heeft geadviseerd, weegt altijd de kans op complicaties af tegen de voordelen van het uitvoeren van het onderzoek.
Röntgenstraling
We gebruiken voor het onderzoek niet meer röntgenstraling dan nodig is voor het maken van kwalitatief goede opnames. De kans op schadelijke effecten is heel klein, ook als u meerdere röntgenonderzoeken heeft ondergaan.
Effect op de zenuw
Door de behandeling kan er tijdelijk een verdoofd gevoel in de zenuw het been zijn of kunt u tijdelijk spierzwakte in het been ervaren.
Infecties
De behandeling vindt plaats onder steriele omstandigheden. Dit betekent dat de punctieplaats voor start van de procedure ruim wordt gedesinfecteerd en dat er steriele materialen en doeken worden gebruikt. Het risico op een eventuele infectie is klein.
Daarom adviseren we u de aandachtspunten zoals genoemd onder het hoofdstukje Nazorg goed door te lezen en bij het vermoeden dat bij u een ontsteking is ontstaan direct contact op te nemen met uw behandelend arts of de Spoedeisende Hulp.
Nabloeding
Er is een geringe kans op het ontstaan van een bloeding op de plaats waar geprikt wordt. Daarom adviseren we u de aandachtspunten zoals genoemd onder het hoofdstukje Nazorg goed door te lezen en bij het vermoeden dat bij u een bloeding is ontstaan direct contact op te nemen met uw behandelend arts of de Spoedeisende Hulp.
Kenacort®
Kenacort® is een kunstmatig bijnierschorshormoon, een zogenaamd corticosteroïd. Het heeft een sterk ontstekingsremmende werking. In deze informatie noemen we alleen de meest voorkomende bijwerkingen.
Nota bene: Kenacort® mag niet gegeven worden:
- binnen 14 dagen na een actieve infectie
- tijdens niet-chronisch antibiotica gebruik (chronisch antibiotica gebruik zonder actieve infectie is geen probleem)
- na bepaalde soorten vaccinatie (o.a. BMR, rotavirus, BCG, varicella, gele koorts).
We zullen de injectie dan uitstellen. Wilt u ons z.s.m. bellen om uw afspraak te verzetten?
De meest voorkomende bijwerkingen van Kenacort® zijn:
- Belangrijk voor mensen met suikerziekte: het is mogelijk dat in de week na de injectie uw bloedsuiker extra verhoogd is. Controleert u daarom in de eerste twee dagen aansluitend op de injectie uw bloedsuikerspiegel wat vaker. Eventueel kunt u tijdelijk de dosering van insuline hierop aanpassen. Voor vragen hierover kunt u contact opnemen met uw huisarts, internist of diabetesverpleegkundige.
- Uw bloeddruk kan tot 2 weken na de injectie iets verhoogd zijn. Een geplande bloeddrukmeting kunt u daarom beter uitstellen tot 1 à 2 weken na de injectie.
- "Opvliegers": soms ontstaat een dag na de injectie een "opvlieger": er is sprake van een blozend, rood gelaat, een gevoel dat lijkt op koorts en/of het gevoel alsof men in de zon heeft gezeten. Dit gevoel is tijdelijk en verdwijnt na enkele dagen.
- Ontregeling van de menstruatiecyclus: de menstruatie kan vroeger komen en/of heviger zijn dan gebruikelijk.
- Pijn, irritatie, lichter of donkerder worden van de huid, dunner worden van de huid, abcesvorming, of soms toename van de gewrichtsklachten.
Voor uitgebreide informatie verwijzen we u naar de bijsluiter van deze medicijnen, die u kunt vinden op het internet of desgewenst na afloop van het onderzoek van ons kunt ontvangen.
Zwangerschap en borstvoeding
Tijdens de zwangerschap wordt het onderzoek bij voorkeur niet gedaan, tenzij er dringende redenen zijn.
Een Kenacort® injectie mag niet worden gegeven als u borstvoeding geeft omdat het middel in de moedermelk terecht komt. Wilt u daarom voor start van de behandeling melden als u borstvoeding geeft? Dan kan in overleg met de apotheker worden bepaald hoe lang u de borstvoeding tijdelijk moet staken.
Uitslag
De radioloog beoordeelt de foto's. De uitslag wordt verstuurd naar uw behandelend arts. U spreekt met hem/haar af hoe en wanneer u de uitslag krijgt.
Een week na het onderzoek kunt u zelf de uitslag lezen in uw dossier via MijnRijnstate (Dossier > Uitslagen > Radiologie en Nucleaire Geneeskunde).

Afmelden
Als het onderzoek niet door kan gaan, wilt u dit zo spoedig mogelijk aan ons melden?
Vragen
Als u nog vragen heeft, stelt u die dan aan de medewerkers van de afdeling radiologie. Zij zullen uw vragen graag beantwoorden.
Telefoonnummer afdeling Radiologie: 088 - 005 7488