Risico's en bijwerkingen
De specialist die het onderzoek heeft geadviseerd, weegt altijd de kans op complicaties af tegen de voordelen van de angiografie en behandeling.
Mogelijke complicaties
Een enkele keer treden er complicaties (bijverschijnselen) op.
- op de plaats waar de katheter werd ingebracht ontstaat soms een bloeduitstorting. Dit kan pijnlijk zijn maar verdwijnt na enkele dagen.
- er kan ook enkele uren na afloop van het onderzoek nog een bloeding ontstaan op de plaats waar de katheter heeft gezeten. Als u dit merkt moet u direct een verpleegkundige waarschuwen. Als u dit merkt als u al naar huis bent dan neemt u direct contact op met de Spoed Eisende Hulp van Ziekenhuis Rijnstate, tel. 088 - 005 6680.
- heel zelden kan stolselvorming voorkomen. Dit kan leiden tot afsluiting van het behandelde bloedvat. Als het stolsel met de bloedstroom mee gaat kan ook een ander bloedvat afgesloten raken. Meldt daarom direct aan de verpleegkundige als er verkleuring, doofheid of temperatuurverandering optreedt in uw been of elders in uw lichaam. Als u dit merkt als u al naar huis bent dan neemt u direct contact op met de Spoed Eisende Hulp van Ziekenhuis Rijnstate, tel. 088 - 005 6680.
Infecties
De behandeling vindt plaats onder steriele omstandigheden. Dit betekent dat de punctieplaats voor start van de procedure ruim wordt gedesinfecteerd en dat er steriele materialen en lakens worden gebruikt. Het risico op een eventuele infectie is klein.
Röntgenstraling
We gebruiken voor het onderzoek niet meer röntgenstraling dan nodig is voor het maken van kwalitatief goede opnames. De kans op schadelijke effecten is klein, ook als u meerdere röntgenonderzoeken heeft ondergaan.
Contrastmiddel
Om de bloedvaten zichtbaar te maken gebruiken we een jodiumhoudend contrastmiddel. Het jodiumhoudende contrast is een lichaamsvreemde stof en uw lichaam zal hierop reageren. Tijdens het inspuiten kunt u (kortdurend) een warm gevoel ervaren. De moderne jodiumhoudende contrastmiddelen geven zelden bijwerkingen.
Bij een klein aantal patiënten treedt een allergische reactie op die meestal bestaat uit niezen of rode bultjes (“galbulten”). De risico’s zijn groter als u in het verleden al eens een allergische reactie op jodiumhoudend contrast heeft gehad. Dit willen we uiteraard graag voor de start van het onderzoek weten.
Als u in het verleden een allergische reactie op contrast heeft gehad, dan zullen wij u doorverwijzen naar de contrastpoli. Daar zal de internist met u bespreken welke voor- en nazorg voor u nodig is om het onderzoek veilig uit te voeren.
Bij sommige mensen is er kans op nierschade door het jodiumhoudende contrastmiddel. Er kan een tijdelijke of blijvende verslechtering van de nierfunctie ontstaan.
Deze beschadiging van de nieren treedt alleen op bij risicopatiënten en kan voorkomen worden door de juiste voor- en nazorg te volgen.
Als er bij u sprake is van risicofactoren, dan zullen wij u doorverwijzen naar de contrastpoli. Daar zal de internist met u bespreken welke voor- en nazorg voor u nodig is om nierschade te voorkomen.
Wij verzoeken u het veiligheidsformulier in te vullen zodat wij vlak voor het onderzoek een extra controle kunnen doen of we alle risicofactoren goed in beeld hebben.
Lees meer over het gebruik van contrastmiddelen
Zwangerschap en borstvoeding
Tijdens de zwangerschap wordt het onderzoek bij voorkeur niet gedaan, tenzij er dringende redenen zijn.
Als u borstvoeding geeft, wilt u dit dan voor de start van het onderzoek aan ons melden? We laten u dan weten of het i.v.m. het gebruikte contrastmiddel tijdelijk nodig is om de borstvoeding te stoppen.
Lees meer voor Zwangerschap en borstvoeding tijdens radiologisch onderzoek