Angiografie: onderzoek en behandeling van de bloedvaten

Hoe gaat het onderzoek? En hoe gaat de nazorg?

Op de verpleegafdeling

We bellen naar de afdeling als u aan de beurt bent voor het onderzoek (een vast tijdstip kunnen we niet van te voren afspreken).

Op de verpleegafdeling krijgt u een speciaal jasje met drukknopen. Dit jasje draagt u tijdens het onderzoek. U wordt in bed naar de afdeling Radiologie gebracht. Het ingevulde veiligheidsformulier neemt u mee. 

Veiligheidscheck

Voor we starten met het onderzoek nemen we eerst het veiligheidsformulier door. Ook controleren uw bloedwaarden.  Zo beoordelen we of we het onderzoek veilig kunnen uitvoeren.

Het onderzoek

De laborant helpt u om in de juiste houding op de onderzoekstafel te gaan liggen. Soms wordt bewakingsapparatuur aangesloten om uw conditie tijdens het onderzoek te bewaken, bijvoorbeeld een bloeddrukmeter of een apparaatje aan de vinger om de hartslag en het zuurstofgehalte in het bloed te meten.

Tijdens het onderzoek werken we steriel (schoon) om infecties te voorkomen. De radioloog en de laborant die bij het onderzoek aanwezig zijn dragen steriele kleding (een speciale jas, een mutsje en een mondkapje) en er wordt gewerkt met steriele materialen. Tijdens het onderzoek ligt u onder een steriel laken met een gat ter plaatse van de prikplek.

De aanprikplek wordt gedesinfecteerd. Dit kan een prikkend gevoel geven. Meestal wordt in één van de liezen geprikt, maar soms wordt gekozen voor pols of arm.
Daarna wordt het steriele laken over u heen gelegd. De prikplek wordt plaatselijk verdoofd. Hierna prikt de radioloog met een holle naald de slagader aan. Door deze naald wordt een dun draadje in het bloedvat geschoven. Over dit draadje wordt dan een dun slangetje (katheter) opgeschoven. Op de monitor kan de radioloog volgen waar de katheter zich in het lichaam bevindt. Als de katheter goed op zijn plaats ligt spuit de radioloog een contrastmiddel in de bloedvaten, waardoor deze op röntgenfoto's zichtbaar zijn. Door het inspuiten van het contrastmiddel kan kortdurend een warm gevoel optreden in onderbuik, keel en hoofd.
Tijdens het onderzoek zal de laborant u instructies geven over uw ademhaling.

Stop of plug

Wanneer het onderzoek klaar is, haalt de radioloog de katheter uit het bloedvat. Het gaatje in de lies wordt dichtgeplakt met een 'stop' of ‘plug’. Deze plug is na ongeveer drie maanden volledig opgelost.
U krijgt een kaartje mee waar op vermeld staat dat u een ‘stop’ heeft gekregen. Dit kaartje draagt u gedurende 90 dagen bij u en bij ziekenhuisopname laat u het zien. De reden hiervoor is dat binnen deze termijn niet op dezelfde plaats in het bloedvat geprikt mag worden. Na afloop van het onderzoek krijgt u “leefregels” mee om nabloeden op de prikplaats te voorkomen.
Soms is een plugje niet mogelijk. Dan krijgt u een drukverband om nabloeding te voorkomen. Het drukverband wordt geplaatst nadat het prikgaatje gedurende enige tijd (stevig) is dichtgedrukt. Na het onderzoek moet u enige uren plat in bed liggen.

In deze informatie is beschreven zoals het onderzoek meestal gaat. Soms is het nodig om de werkwijze aan te passen. Het kan zijn dat het slangetje niet via de lies wordt ingebracht maar via uw arm, of dat op meerdere plekken geprikt wordt en meerdere katheters worden ingebracht.

Behandelingen

Sommige afwijkingen aan de bloedvaten kunnen op de afdeling Radiologie behandeld worden. Dit gebeurt dan aansluitend aan het onderzoek. Meestal hoeft u dan niet opnieuw geprikt te worden.

Open maken van bloedvaten

Als klachten veroorzaakt worden door vernauwing of afsluiting van een slagader kan deze worden behandeld met dotter (PTA). Daarbij wordt de afwijking van binnenuit met een ballon opgerekt, zodat het bloed weer goed kan stromen. Soms het is nodig daarbij ook een stent te plaatsen, een metalen buisje dat het vat van binnenuit openduwt.

Dicht maken van bloedvaten

Om een bloeding te voorkomen of te stoppen kunnen we een bloedvat dichtmaken (emboliseren). Er zijn verschillende manieren om bloedvaten af te sluiten. o.a. met korreltjes en metalen spiraaltjes.

Afdekken van bloedvaten

Bij verwijde slagaders is er een verhoogde kans op scheuren van het bloedvat. Door het bloedvat van binnen te bekleden met een speciale stent kan het verwijde stuk worden uitgeschakeld, zodat de wand niet kan scheuren.

Implantatenregistratie

Als er materialen zijn geplaatst, dan kunt u een week na het onderzoek zelf in uw dossier lezen welke materialen zijn geplaatst. Zie: MijnRijnstate (Dossier > Implantaten > in de kolom Specialisme staan bij Radiologie alle materialen die op de afdeling radiologie zijn geplaatst).

Nazorg

Na het onderzoek gaat u terug naar de verpleegafdeling. 

Bedrust

Na het onderzoek moet u bedrust houden. De eerste uren moet u bovendien vrijwel plat blijven liggen om de kans op nabloeding zo klein mogelijk te houden. De verpleegkundigen zullen regelmatig controles uitvoeren, de prikplek controleren op nabloeden en uw bloeddruk opnemen.

De tijd dat het drukverband moet blijven zitten en u bedrust moet houden is afhankelijk van de dikte van de katheter die is gebruikt. Na het verwijderen van het drukverband mag u weer uit bed.

Extra drinken

Het is verstandig om in de uren na het onderzoek drie tot vier extra glazen water te drinken om het contrast sneller uit de bloedbaan te krijgen. 
Als u een vochtbeperkt dieet volgt is extra drinken niet nodig.

Ontslag

De zaalarts beslist wanneer u met ontslag kunt. Meestal blijft u de nacht na het onderzoek in het ziekenhuis.

In de eerste 24 uur na het onderzoek moet u rustig aan doen. Dat betekent niet autorijden, zwaar tillen of sporten.

Sluiten

Welke informatie wilt u downloaden?

De pagina die u nu bekijkt, is automatisch aangevinkt om te downloaden. Ziet u hieronder nog meer pagina’s staan? Dan kunt u zelf aanvinken welke pagina’s u wilt toevoegen.

De huidige pagina

Lettergrootte PDF
Deel PDF via: