Blog
Woorden doen ertoe
“Waar zijn mijn woorden? Waar zijn woorden voor mij, nu ik ziek ben? Hoe benoem ik wat er is gebeurd, wat ik voel? Wat voel ik eigenlijk? Ik voel mij kwetsbaar in contact. Hoe kijk jij naar mij?”
“Mijn lief, wat moet ik nu zeggen? Wat wil je? Wat gaat er in je om? Mijn gedachten en emoties lopen door elkaar. Er komt veel op jou en op mij af.”
Uithuisplaatsing kind heeft grote impact op beveiligers en zorgpersoneel: 'Als een baby'tje bij zijn moeder wordt weggehaald, breekt je hart'
Beveiligers worden vaak gezien als stoere uitsmijters, die mensen de deur 'uitgooien' als ze zich niet gedragen. Dat beeld klopt echter niet bij de beveiligers van Rijnstate. Zij hebben ook een maatschappelijke taak. Zo hebben ze onder andere een belangrijke functie bij uithuisplaatsingen van kinderen die in het ziekenhuis worden geboren en door een rechterlijke uitspraak niet bij hun ouder(s) mogen blijven.
Het delier van mevrouw K.
Voor deze Wereld Delirium Awareness Day schreef Esther Burgers, verpleegkundig specialist op de afdeling Geriatrie, een blog over mevrouw K. Zij kwam op de afdeling terecht met een delier. Mensen met een delier zijn acuut verward als gevolg van een lichamelijk probleem. Bij ouderen komt een delier echter vaker voor. Het herkennen ervan is van groot belang. Met deze blog vertelt Esther waarom.
Dicht bij de patiënt
Vandaag bezoek ik een 87-jarige patiënt die is opgenomen met het coronavirus. Daarnaast heeft hij te maken met geheugenproblemen waardoor hij ‘s nachts vaak aan het spoken is. Mijn collega’s van de corona-afdeling hebben gevraagd om met hem te komen praten en te kijken hoe ik het verpleegkundig team kan ondersteunen. Natuurlijk wil ik en doe ik dat graag.
Blijf dapper
Het is begin januari 2021. Vandaag bezoek ik een patiënte van 56 jaar op de corona-afdeling. Ze ligt op een eenpersoonskamer in isolatie. Afgelopen week zou ze starten met een behandeling voor darmkanker. Ze heeft heel erg haar best gedaan om zo min mogelijk mensen te zien en toch kreeg ze corona. Tranen biggelen over haar wangen. Ik luister naar haar en probeer haar te troosten. We spreken af dat ik de volgende dag weer kom, haar echtgenoot komt dan ook.
Ruimte voor afscheid
Ik loop een eenpersoonskamer in Rijnstate binnen. Daar zie ik een vrouw in bed liggen op haar rechterzij. Ontspannen gezicht, rustige en regelmatige ademhaling, ogen gesloten. Aan haar bed zitten haar echtgenoot en haar twee zonen. Bij een van de zonen rollen de tranen over de wangen. Ik stel me voor, leg uit wat ik kom doen en ga aan het bed zitten. Ik praat tegen haar, raak haar hand aan, ze geeft geen reactie. Ik zie een infuuspomp staan met medicatie. Na een tijdje zegt haar zoon: “Dit is onmenselijk. Dit had ze nooit gewild, hoe lang moet dit nog duren? Je kunt haar toch niet zo laten liggen? Kan het versneld worden? Ik vind dit lijden.”