Zoledroninezuur-infuus op de oncologische dagbehandeling of thuis
U heeft met uw behandelend arts afgesproken om het medicijn zoledroninezuur te gaan gebruiken. Dit medicijn is ook bekend onder de merknaam Zometa. In deze folder krijgt u algemene informatie over deze behandeling. Het is mogelijk dat de procedure bij u anders gaat.
Behandeling met zoledroninezuur
Zoledroninezuur behoort tot de groep medicijnen die we bisfosfonaten noemen. Zoledroninezuur remt de botafbrekende cellen. Hierdoor verbetert de botdichtheid: het bot wordt sterker en op deze manier neemt de kans op een botbreuk af. Het medicijn helpt zo de balans tussen botopbouw en botafbraak.
Het toedienen van zoledroninezuur
Er is geen speciale voorbereiding nodig voor deze behandeling. Als u medicijnen gebruikt, mag u deze gewoon innemen. U hoeft niet nuchter te zijn.
Tijdens de behandeling kunt u uw eigen kleding aan houden. Wij raden u aan om geen bovenkleding met strak zittende mouwen te dragen, zodat de verpleegkundige het infuus makkelijk kan inbrengen.
Zoledroninezuur krijgt u thuis of op de oncologische dagbehandeling per infuus toegediend. Als u een PICC-lijn (perifeer ingebrachte centraal veneuze katheter) of een Port-A-Cath (PAC) heeft, kan het medicijn ook via deze weg toegediend worden. In totaal neemt de behandeling ongeveer 1 uur in beslag. Het is belangrijk om voldoende (water) te drinken op de dag dat u het zoledroninezuur-infuus krijgt. Uw behandelend arts bepaalt samen met u hoe vaak u het infuus krijgt. Meestal is dit 1 keer per 3 maanden, 6 maanden of 12 maanden.
Bijwerkingen
De meeste bijwerkingen van zoledroninezuur zijn mild tot matig. Heel soms kunt u ernstigere bijwerkingen krijgen waarbij een behandeling nodig is.
Griepachtige klachten
Binnen de eerste 3 dagen na het infuus kunt u griepachtige klachten krijgen (botpijn, koorts, vermoeidheid, hoofdpijn, gewrichtspijn, spierpijn of stijfheid). Deze griepachtige klachten zijn meestal mild tot matig en verdwijnen binnen enkele dagen. Ze komen na het eerste infuus vaak voor (bij meer dan 30% van de patiënten), maar bij het volgende infuus normaal gesproken in mindere mate. Als u last heeft van griepachtige klachten kunt u zo nodig paracetamol gebruiken. Voordat u het infuus krijgt, kunt u ook 2 tabletten paracetamol (van 500mg) innemen om de klachten te verminderen.
Als u last blijft houden van de bijwerkingen, overleg dan met uw arts of verpleegkundig consulent.
Allergische reacties
In zeer zeldzame gevallen kan een allergische reactie optreden. Allergische reacties kunnen mild tot matig zijn, en soms – in zeldzame gevallen – ernstiger. De klachten van zulke ernstige reacties herkent u aan uitgebreide huidreacties, netelroos, vermoeidheid, piepend of moeilijk ademhalen en/of lage bloeddruk. Neem in dit geval direct contact op met uw behandelend arts of huisarts.
Twee zeldzame maar belangrijke bijwerkingen zijn:
- osteonecrose van de kaak
- plotselinge botbreuken van het dijbeen
Osteonecrose van de kaak
Dit zijn aanhoudende wondjes in de mond of kaak als gevolg van botbeschadiging in de kaak. Deze bijwerking komt bijna nooit voor bij patiënten die zoledroninezuur krijgen. Dit kan ook optreden nadat u bent gestopt met de behandeling. Patiënten die een tandheelkundige behandeling krijgen (bijvoorbeeld het trekken van een tand of kies), tandvleesproblemen hebben, roken of worden behandeld voor kanker (chemotherapie of corticosteroïden), hebben meer kans op deze bijwerking.
Om het risico hierop te verkleinen, adviseren wij u het volgende:
- Laat uw arts of verpleegkundige weten als u problemen met uw mond of gebit heeft.
- Zorg goed voor uw mond: poets uw tanden regelmatig en laat uw gebit regelmatig controleren. Als u een kunstgebit draagt, zorg er dan voor dat hij goed past.
- Als u een tandheelkundige behandeling of een tandheelkundige operatie krijgt (er moet bijvoorbeeld een tand of kies worden getrokken), vertel dit dan aan uw arts of verpleegkundig consulent. Ook als u nog niet zo’n behandeling heeft gehad, maar wel heeft gepland in de maanden na de toediening van zoledroninezuur. Vertel uw tandarts dat u met een bisfosfonaat wordt behandeld.
- Neem direct contact op met het Oncologisch Centrum en uw tandarts als u een probleem krijgt aan uw mond of tanden, zoals loszittende kiezen of tanden, pijn, zwelling of zweertjes die niet genezen. Dit kan een teken zijn van botbeschadiging in de kaak.
Plotselinge botbreuken van het dijbeen
Deze bijwerking is heel zeldzaam en treedt vooral op wanneer iemand voor een lange tijd (meer dan 10 jaar bisfosfonaat gebruikt. Als u last van heeft van (hevige) pijn in de dij, lies of heup, moet u direct contact opnemen met het Oncologisch Centrum.