Weer thuis
Verpleegkundige zit op haar hurken bij een spelend kind

Tips per leeftijdsfase

Baby (0-1 jaar)

Een baby wil naar zijn ouders luisteren, naar ze kijken en met ze 'praten'. Hij knikt al en beweegt met zijn mondje. Vanaf 8 à 9 maanden tot ongeveer 2,5 jaar zit een kind in de eenkennigheidsfase. Het kind heeft dan last van verlatingsangst: hij begrijpt niet dat iemand er nog is, ook al ziet hij diegene niet. Het kind kan daardoor boos of verdrietig zijn. Of diegene afwijzen met wie hij de sterkste band heeft opgebouwd. In deze fase ziet het kind het verschil tussen bekende en onbekende gezichten. Omdat ‘vreemde’ mensen zich tijdens een ziekenhuisopname met hem bemoeien, kan dit een intense ervaring zijn. Daarnaast kan in het ziekenhuis het slaap-waakritme onregelmatig zijn, het verschil tussen dag en nacht kan wegvallen en er zijn onbekende geluiden. Dit maakt een ziekenhuisopname onvoorspelbaar. Het kind verliest veel van wat vertrouwd is.
Tips
Het is voor uw baby belangrijk dat u de gewone dagelijkse verzorging en routine weer oppakt en hem veel liefde en warmte geeft. Op deze manier ervaart hij de veiligheid van uw aanwezigheid en zal hij sneller herstellen.

Dreumes (1-2 jaar)

Het karakter van een kind bepaalt voor een groot deel zijn gedrag. Ook de ouders en omgeving van het kind hebben hier invloed op. Een dreumes begint zijn eigen gedrag te ontwikkelen door te experimenteren. De dreumes zit, net als de baby, in de eenkennigheidsfase en heeft daardoor last van verlatingsangst. Hij is bang om alleen gelaten te worden. Dit betekent dat het voor de dreumes belangrijk is om te weten waar zijn ouders zijn. Rond de 14 maanden bereikt de verlatingsangst een hoogtepunt. Daarna wordt het minder.
Tips
Het is voor een dreumes belangrijk dat u er als ouder bent. Zorg in de eerste tijd na de ziekenhuisopname daarom zoveel mogelijk zelf voor uw kind. Begrip tonen, steun bieden en een knuffel en een glimlach geven kunnen helpen om de ziekenhuisopname te verwerken. Daarnaast heeft een kind vaak behoefte aan zekerheid en rust om zich te kunnen herstellen. Een dreumes experimenteert met gedrag en ziet u daarbij als voorbeeld. De reactie die u geeft op het gedrag dat uw kind vertoont, is daarom heel belangrijk. De situatie uit het ziekenhuis naspelen, bijvoorbeeld met poppetjes, kan helpen.

Peuter (2-4 jaar)

Als een kind 2 jaar wordt, komt de peuterpuberteit. Hij gebruikt vaak het woord ‘nee’ en ziet wat hij hiermee kan bereiken. Daarom noemen we dit de koppigheidsfase. Dit is een belangrijke fase in de ontwikkeling van de persoonlijkheid van uw kind. Hij leert dat hij een zelfstandig en onafhankelijk individu is. Hoewel de peuter zijn eigen wil en zelfstandigheid ontwikkelt, kan hij nog lang niet alles zelf. De frustraties die dit oplevert, kunnen zorgen voor driftbuien. Ook kan hij last hebben van angst. Meestal komt dit doordat hij niet goed begrijpt wat er gebeurt. Angst en pijn beïnvloeden elkaar sterk. Daarom kunnen peuters heftig reageren als ze bijvoorbeeld een klein wondje zien.
Tips
Bij kinderen in deze leeftijd helpen beelden om duidelijk te maken wat er wordt bedoeld. Beeld bijvoorbeeld met een dokterssetje of verkleedkleren uit wat er in het ziekenhuis is gebeurd. Of lees voor uit een prentenboek met het thema ‘ziekenhuis’. En maak foto’s van ruimtes, personen en spulletjes in het ziekenhuis. Die kunnen ook thuis helpen bij de verwerking. Stel in ieder geval niet te veel vragen, want dat geeft alleen maar meer frustraties.
Begin op deze leeftijd ook met het voorbereiden op nieuwe situaties die nog gaan komen. Want vertrouwen is heel belangrijk. Maak de situaties voorspelbaar en herkenbaar. Zoals de nacontrole bij de arts in het ziekenhuis. Of een bloedafname ter controle.

Kleuter (4-6 jaar)

In deze fase begint het kind met zijn eigen ‘ik’ te vormen. Hij gaat naar de basisschool en leert een hele andere wereld kennen. Deze wereld zit vol nieuwe kinderen en indrukken. Deze nieuwe contacten en samen leren spelen zijn belangrijk voor de sociale ontwikkeling. Sommige kinderen leggen zelf gemakkelijk contact, anderen hebben hierbij hulp van een volwassene nodig. In deze leeftijd snapt het kind ook wat oorzaak en gevolg is. Maar soms gebruikt een kleuter hierbij zijn eigen fantasie en denkt hij dat dingen met elkaar te maken hebben, terwijl dat niet altijd zo is. Dit noemen we ‘magisch denken’.
Tips
Actief bezig zijn met het ziekenhuis kan voor kleuters een goede manier zijn om hun gevoelens te uiten en de ervaringen te verwerken. Daarnaast zorgt spelen voor afleiding. Het is belangrijk dat uw kind zich vrolijk en veilig voelt.

  • Naspelen
    Speel situaties uit het ziekenhuis na met playmobil, lego, een dokterskoffertje, poppen of barbies. En stuur hem in zijn spel. Bijvoorbeeld door vragen te stellen: ‘Weet je nog toen je in het ziekenhuis was? Kan je mij eens voordoen met het speelgoed wat er toen allemaal gebeurde?’ Op deze manier laat u hem bepalen hoe hij het wil doen. Het is belangrijk om het spel niet te forceren. Hij speelt de situatie na zoals hij het zelf heeft beleefd. Doordat hij nu de baas is, krijgt hij controle over de situatie. Hij kan zijn ervaringen verwerken omdat hij zichzelf afvraagt: ‘wat was er ook alweer allemaal gebeurd?’ En u kunt hem helpen als hij het even niet meer weet.
  • Tekenen
    Vraag hem zijn ziekenhuiservaringen te tekenen. Ook hierbij kunt u helpen door vragen te stellen, vragen te beantwoorden en begrip te tonen.
  • Verhalenboek
    Maak samen met uw kind – en misschien anderen, zoals familieleden – een boekje met tekeningen, verhaaltjes, foto’s en plaatjes rondom de ziekenhuisopname. U en uw kind kunnen dit boekje ook aan anderen laten zien en daardoor praten over de ziekenhuisopname. Want iedereen heeft die tijd op zijn eigen manier beleefd.

Stel in ieder geval niet te veel vragen, want dat geeft alleen maar meer frustraties.
Bereid uw kind daarnaast voor op nieuwe situaties die nog gaan komen. Want vertrouwen is heel belangrijk. Maak de situaties voorspelbaar en herkenbaar. Zoals de nacontrole bij de arts in het ziekenhuis. Of een bloedafname ter controle.

Schoolkind (6-12 jaar)

In deze leeftijdsfase leert het kind lezen, schrijven en rekenen. En hij kan steeds meer dingen zelf, zoals fietsen en naar de winkel gaan. Vriendjes en vriendinnetjes maken wordt steeds belangrijker en misschien wordt hij lid van een sportvereniging. Hoe meer nieuwe dingen uw kind leert, hoe beter hij dingen begrijpt. Kinderen in deze leeftijd snappen al beter wat er in een ziekenhuis allemaal gebeurt. Sommige kinderen worden daar onzeker van. Ze denken bijvoorbeeld dat zijzelf de oorzaak van hun ziekte zijn en voelen zich hier schuldig over.
Tips
De steun en uitleg van volwassenen zijn erg belangrijk. Luister oprecht naar uw kind en toon begrip voor zijn gevoelens en belevingen. Dat maakt het makkelijker om over de ziekenhuisopname te praten. En laat hem zelf keuzes maken, ook al zijn die keuzes maar klein. Want dat geeft hem een gevoel van waardering. Ook voor kinderen op deze leeftijd raden we aan actief bezig te zijn met de ziekenhuisopname door te spelen, tekenen, knutselen en voor te lezen. Of laat hem erover praten met anderen, zoals vriendjes. Een bezoek aan de afdeling na een controleafspraak kan ook helpen om met andere ogen naar de situatie te kijken.

  • Naspelen
    Speel situaties uit het ziekenhuis na met playmobil, lego, een dokterskoffertje, poppen of barbies. En stuur hem in zijn spel. Bijvoorbeeld door open vragen te stellen: ‘Weet je nog toen je in het ziekenhuis was? Kan je mij eens voordoen met het speelgoed wat er toen allemaal gebeurde?’ Op deze manier laat je hem bepalen hoe hij het wil doen. Het is belangrijk om zijn spel niet over te nemen en te forceren. Hij speelt de situatie na zoals hij het zelf heeft beleefd. Doordat hij nu de baas is, krijgt hij controle over de situatie. Hij kan zijn ervaringen verwerken omdat hij zichzelf afvraagt: ‘wat was er ook alweer allemaal gebeurd?’ En u kunt hem helpen als hij het even niet meer weet.
  • Tekenen
    Vraag hem zijn ziekenhuiservaringen te tekenen. Ook hierbij kunt u helpen door vragen te stellen, vragen te beantwoorden en begrip te tonen.
  • Verhalenboek
    Maak samen met uw kind – en misschien anderen, zoals familieleden – een boekje met tekeningen, verhaaltjes, foto’s en plaatjes rondom de ziekenhuisopname. U en uw kind kunnen dit boekje ook aan anderen laten zien en daardoor praten over de ziekenhuisopname. Want iedereen heeft die tijd op zijn eigen manier beleefd.

Tiener (12-18 jaar)

In deze leeftijdsfase ontwikkelt het kind zich van onvolwassene naar volwassene. Dit is dan ook een tijd met grote veranderingen, waar hormonen een grote rol bij spelen. Veel tieners voelen zich onzeker. Om zelfvertrouwen op te bouwen, is het belangrijk om zelfstandigheid te ontwikkelen. In deze periode kan een tiener gaan experimenteren en zich afzetten tegen zijn ouders. Ook kan hij moeite hebben om zich aan leefregels te houden. Dit doet hij om de verschillen tussen zichzelf en zijn ouders te benadrukken. Soms ontstaat daardoor angst om zich volledig los te maken. Dit is het moment dat hij weer toenadering zoekt en meer volwassen gedrag gaat vertonen.
Tips
Het kan zijn dat een tiener zijn emoties en gevoelens na de ziekenhuisopname ontkent. Voor hem is het belangrijk dat hij de zelfstandigheid en de controle houdt over de situatie. U kunt hem hierin steunen door volledige informatie over de ziekte en de behandeling te geven en dit open te bespreken. Het is belangrijk dat u niet dwingt, maar hem zelf laat kiezen om hierover met u te praten. Neem de tijd, toon begrip en geef hem de ruimte en alle liefde die hij nodig heeft.

Sluiten

Welke informatie wilt u downloaden?

De pagina die u nu bekijkt, is automatisch aangevinkt om te downloaden. Ziet u hieronder nog meer pagina’s staan? Dan kunt u zelf aanvinken welke pagina’s u wilt toevoegen.

De huidige pagina

Lettergrootte PDF
Deel PDF via: