Vervanging heupprothese
Patiënte met arts en verpleegkundige in behandelkamer

Risico's en complicaties

Welke risico’s en complicaties kunnen voorkomen?

Alle operaties brengen risico’s en complicaties met zich mee. De kans hierop is groter dan bij de eerste (primaire) heupprothese. Afhankelijk van uw conditie en de operatieprocedure kunnen deze in zwaarte wisselen. Een aantal mogelijke risico’s en complicaties van deze operatie zijn:

Trombose
Dit is het ontstaan van een bloedstolsel in de aderen van de benen. Om dit te voorkomen is het belangrijk dat u snel na de operatie uit bed komt. Ook geven we u uit voorzorg een antistollingsmiddel.

Als een bloedstolsel uw aderen blokkeert merkt u dit door toenemende pijn in het been. Een trombosebeen kan plotseling ontstaan of gedurende een paar dagen. Deze pijn begint meestal in de kuit, maar kan ook boven de knie beginnen. Hierdoor kunt u moeilijker lopen. Daarnaast gaat uw been zwellen, uw huid straktrekken en uw been rood-paars kleuren en gaan glanzen. Het is vaak pijnlijk of moeilijk om uw tenen naar u toe te trekken zodat de kuit op spanning komt. Ook kan uw lichaamstemperatuur hoger worden.

Bloeduitstorting/zwelling/nabloeding
Na de operatie kan een bloeduitstorting met zwelling van het been ontstaan. Dit is een normaal verschijnsel na een heupoperatie en verdwijnt in de loop van enkele weken tot maanden weer.

Een bloeduitstorting (een blauwe plek) ontstaat doordat bloedvaatjes zijn beschadigd, en dit bloed zich ophoopt onder de huid. Soms ziet u de plek niet meteen, maar pas na een aantal uren of dagen. De bloeduitstorting uit zich de eerste dagen in een blauwe/paarse plek, die langzaam zwartachtig verkleurt en vervolgens vervaagt naar rood, groen en geel. Ten slotte verdwijnt de plek. Ook uw tenen kunnen verkleuren. Als u op de bloeduitstorting drukt, doet dat waarschijnlijk pijn.

Heeft u last van een flinke bloeduitstorting, dan zal de plek voortdurend pijnlijk zijn, ook als u deze niet aanraakt. Er zijn homeopathische middelen zoals Arnica en Traumeel te koop, die de klachten kunnen verminderen. Breng de zalf aan op de blauwe plek, maar niet op de wond zolang deze niet helemaal dicht is. De middelen zijn verkrijgbaar bij de drogist en apotheek. U kunt deze middelen ook gebruiken als u last heeft van spierpijn.

Er kan ook ineens een hoeveelheid bloed uit de wond komen. Dat noemen we een nabloeding. De wond wordt in dit geval opnieuw verbonden met een drukverband.

Complicaties van de verdoving
Problemen door de vorm van de verdoving (meestal een ruggenprik) kunnen zijn: hoofdpijn, lage bloeddruk en misselijkheid. Deze klachten verdwijnen meestal binnen enkele dagen.

Beschadiging van bloedvaten en zenuwen
Meerdere bloedvaten en zenuwen lopen in de omgeving van het heupgewricht. Deze structuren lopen kans om uitgerekt of beschadigd te raken tijdens de operatie, wat gevoelloosheid en/of slapheid in delen van het geopereerde been tot gevolg kan hebben. Deze klachten verdwijnen meestal binnen enkele maanden.

Wondinfectie
Dit kan een oppervlakkige of diepe infectie zijn. We kunnen de infectie behandelen door u antibiotica te geven. Soms is een operatieve ingreep nodig om de wond te reinigen.

Doorliggen
Doorligplekken, vooral rond de hiel en stuit, kunnen al na één dag bedrust ontstaan. Neem daarom regelmatig de druk weg van uw hielen en stuit. Als u een branderig gevoel of pijn rond deze lichaamsdelen voelt, dan is het belangrijk dat u dit aan de verpleegkundige laat weten. Meer informatie over doorliggen kunt u lezen in de folder ‘Doorliggen voorkomen’.

Verschil in beenlengte
Er kan door de operatie een beenlengteverschil ontstaan, omdat de orthopedisch chirurg moet zorgen voor een juiste spanning in het heupkapsel. Meestal is het beenlengteverschil van tijdelijke aard door een disbalans van de heupspieren. De fysiotherapeut geeft u oefeningen om dit te corrigeren. Bij controle op de polikliniek zes à zeven weken na de operatie kan de orthopedisch chirurg pas vaststellen of er inderdaad sprake is van een beenlengteverschil. Is dit het geval, dan bespreekt de orthopedisch chirurg dit verder met u.

Heupluxatie
Een heupluxatie is het uit de kom schieten van de heupkop. Na een revisieoperatie is de kans hierop wat groter dan na het plaatsen van de eerste heupprothese. Het grootste risico loopt u in de eerste zes weken na de operatie. U vermindert de kans op luxatie als u de adviezen opvolgt die u hierover krijgt en kunt nalezen in deze folder.

Breuk in het bot
Tijdens het plaatsen van de prothese, met name in de schacht van het bovenbeen, kan er een barst of zelfs een breuk in het bot ontstaan. Tijdens de ingreep kan er besloten worden om hier voor de zekerheid een ijzeren draad omheen te leggen (cerclage draden). U mag uw been dan na de operatie tijdelijk niet volledig belasten.

Sluiten

Welke informatie wilt u downloaden?

De pagina die u nu bekijkt, is automatisch aangevinkt om te downloaden. Ziet u hieronder nog meer pagina’s staan? Dan kunt u zelf aanvinken welke pagina’s u wilt toevoegen.

De huidige pagina

Lettergrootte PDF
Deel PDF via: