De heupprothese
De heupprothese is een kunstkogelgewricht. Het plaatsen van een heupprothese is een van de meest succesvolle medische ingrepen. Toch moet de kunstheup bij een aantal patiënten uiteindelijk vervangen worden. Dit gebeurt tijdens een revisieoperatie, waarbij de eerder ingebrachte kunstheup (a, b of c) geheel of gedeeltelijk vervangen wordt.
Oorzaken
Er zijn een aantal oorzaken waardoor het vervangen van de prothese nodig kan zijn:
Slijtage
Er kan sprake zijn van slijtage van de prothese of een gedeelte ervan.
Loslaten van prothesemateriaal
Soms kan de prothese door botverlies of breukjes in het cement rondom de kom of steel los komen te zitten. Het kan lastig zijn om te bepalen wat hiervan de oorzaak is.
Infectie van het gewricht
Voor het plannen van de behandeling is het belangrijk te weten of er sprake is van een infectie. Bij loslating door een infectie wordt de prothese vaak eerst verwijderd en heeft u tijdelijk geen heupgewricht. Dat heet een Girdlestone situatie. Een andere optie bij infectie is plaatsing van een tijdelijke spacer van gentacement. Dat is een prothese van botcement met antibiotica erin. De spacer lijkt op de steel met kop van een heupprothese. In beide gevallen krijgt u eerst antibiotica om de infectie te bestrijden. Daarna plaatsen we in de meeste gevallen na drie maanden een nieuwe heupprothese.
Uit de kom schieten van de prothese
Wanneer de kop van de prothese uit de kom schiet voelt u direct veel pijn in het heupgewricht, eventueel uitstralend naar het been. U kunt uw heup en been niet goed bewegen. U moet dan met spoed naar het ziekenhuis, zodat de kop van de prothese weer teruggeplaatst kan worden in de kom van de prothese. Wanneer uw prothese opnieuw uit de kom schiet (luxatie) kan het nodig zijn om de prothese te vervangen of een onderdeel ervan.
Hoe kunnen we u behandelen?
Net zoals bij een eerste (primaire) heupprothese is het mogelijk dat u bij een revisieoperatie een gecementeerde of een ongecementeerde prothese krijgt. Een combinatie hiervan is ook een optie. De prothese kan gedeeltelijk of geheel vervangen worden. Uw orthopedisch chirurg bespreekt met u welke optie voor u het beste is. Soms moet de orthopedisch chirurg tijdens de ingreep een andere keus maken dan gepland, bijvoorbeeld omdat de kwaliteit van het bot minder is dan verwacht.