Weer thuis

Waar moet u op letten als u weer thuis bent?

Als u weer thuis bent is het verstandig om de eerste zeven dagen geen drukke plaatsen te bezoeken, zoals winkels, vanwege het gevaar op een infectie en kwetsbaarheid van de wond. Ook adviseren wij u bij slecht en guur weer binnen te blijven. Lichamelijke inspanning beschadigt uw hart niet. Het is belangrijk dat u het de eerste tijd rustig aan doet. Luister goed naar uw lichaam en houd in de gaten wat u wel en niet kunt. Neem op tijd even rust. Na zeven dagen kunt u langzaam weer wat meer doen. Zorg ervoor dat u niet teveel visite krijgt.
Wel moet u taken waarvan u moe of kortademig wordt zo aanpassen dat u hier niet teveel last van heeft.

Huishoudelijk werk
Het doen van huishoudelijke werk is geen probleem. Houd er rekening mee dat u bij thuiskomst nog niet alles kunt. Licht huishoudelijk werk, zoals afwassen, koken en stoffen, is geen probleem. Zwaarder huishoudelijk werk, zoals stofzuigen, dweilen, kinderen tillen, hond uitlaten en de grotere boodschappen, moet u de eerste zes weken aan anderen overlaten.

Wandelen
Wandelen is een gezonde vorm van bewegen. Wij adviseren u om te starten met korte afstanden te wandelen (een blokje om). Dit mag u steeds verder uitbreiden, eerst vaker per dag en daarna langere afstanden. Denk er wel aan dat u ook weer terug moet.

Fietsen/ sportactiviteiten
Na een hartoperatie mag u na de fietstest van de afdeling Hartrevalidatie weer fietsen. U mag ook licht trainen op de hometrainer. Tijdens het hartrevalidatietraject geeft de fysiotherapeut u adviezen hoe u uw activiteit kunt opbouwen en wat uw grenzen zijn bij het bewegen en sporten. Ook wordt een fietstest afgenomen om te meten hoever u uw hart kunt belasten. Meestal kunt u aan het einde van uw hartrevalidatietraject uw sportactiviteiten gewoon weer oppakken.

Autorijden
Als er geen problemen ontstaan en u kunt zich weer goed concentreren, dan mag u na vier weken weer autorijden. Dit geldt voor alle motorrijtuigen.

Werk
Het is belangrijk om zo snel mogelijk weer aan het werk te gaan. Daarom raden wij u aan om tijdens het hartrevalidatietraject weer langzaam te beginnen met uw werkzaamheden. Belangrijk is dat u uw eerste contact met uw werkgever en bedrijfsarts ongeveer drie weken na het ontslag uit het ziekenhuis heeft, zodat u samen een plan kunt maken wanneer u weer aan het werk gaat. Dit in het kader van de Wet Verbetering Poortwachter.

Voeding
Het is belangrijk dat u gezond eet en genoeg beweegt. Gezond eten betekent gevarieerd eten met genoeg fruit, groente en brood. Eet minder en ander vet, minder verzadigd vet en meer onverzadigd vet. Kijk voor meer informatie in de folder 'Eten naar hartenlust' van de Hartstichting en op
www.voedingscentrum.nl.

Wegen
Na de operatie kan uw lichaam vocht vasthouden. Het lichaamsgewicht kan snel toenemen. Om uw gewicht in de gaten te houden is het belangrijk dat u zich de eerste twee weken dagelijks weegt tot uw controle bij de cardiovasculair verpleegkundige. Doe dit steeds op hetzelfde tijdstip, bijvoorbeeld voor het ontbijt en nadat u naar het toilet bent geweest. Omdat zout vocht vasthoudt, mag u niet teveel zout gebruiken. Als u meer dan twee kilo aankomt in drie dagen, neem dan contact op met uw huisarts.

Vrijen
Wanneer u en uw partner daar aan toe zijn, kunt u weer vrijen. Dit is niet gevaarlijk voor uw hart. Wel adviseren wij u om de eerste weken voorzichtig te zijn, omdat uw borstbeen nog moet herstellen. Gevoelens rond seksualiteit zoals angst, schaamte, verdriet en boosheid, kunt u beter niet tegenhouden. Bespreek het in ieder geval met uw partner en eventueel met de huisarts of cardioloog of cardiovasculair verpleegkundige. Misschien zit het probleem bij de medicijnen die u slikt.

Griepprik
Wij raden u aan de griepprik pas te halen na zes weken. Daarnaast kunt u beter de eerste vier tot zes weken niet in contact komen met mensen die griep hebben.

Vrije tijd en vakantie

Vakantie
Er is geen bezwaar tegen op vakantie gaan. Een vliegvakantie is ook geen probleem. Het is wel belangrijk dat u fit genoeg bent en geen belangrijke beperkingen meer heeft voordat u (een verre) vliegreis maakt. Als u twijfelt, overlegt u dit dan met uw huisarts of cardioloog om problemen te voorkomen. Ook is het belangrijk om altijd genoeg medicijnen en een medicatielijst (opvragen bij uw apotheek) mee te nemen.

Sauna
U mag gewoon de sauna bezoeken. Wel is het belangrijk dat de afkoeling langzaam gebeurt, door bijvoorbeeld eerst lauw te douchen en het water langzaam steeds kouder te laten worden. Snelle afkoeling raden we af.

Wondgenezing

Het borstbeen is opengezaagd en met draden gehecht. Het herstel van het borstbeen gaat langzaam en duurt gemiddeld zes weken. Na die zes weken wordt de botstructuur nog sterker doordat het borstbeen weer belast wordt. De helften van het borstbeen kunnen ten opzichte van elkaar niet verschuiven. Til niet meer dan vijf kilo en doe dit met twee armen tegelijk. Rug-, buik- of zijligging is toegestaan, zolang het niet teveel pijn doet. Probeer wel steeds symmetrische bewegingen met beide armen te maken wanneer u tilt, op de zij draait of uit bed komt. Het is mogelijk dat de borstwond nog wat 'trekt'. Probeer zoveel mogelijk rechtop en ontspannen te lopen en normaal te bewegen.

Het volledige herstel van het borstbeen duurt ongeveer drie maanden. Na zes weken is het borstbeen zover hersteld dat u de meeste dagelijkse dingen weer kunt doen. Hoesten, niezen en persen kunnen de eerste weken gevoelig zijn.

Als u naar huis gaat, is de borstwond meestal dicht. In dat geval kunt u gewoon douchen. U kunt beter geen bad nemen, omdat de wondranden nog week kunnen worden en de wond hierdoor open kan gaan. Gebruik geen poeder of zalf op de wond. Dit maakt de kans op een infectie groter.

De borstwond kan aan de bovenkant wat dik zijn. Dit trekt de komende weken (grotendeels) weg. Als een hechting zichtbaar wordt, laat deze dan zitten. De hechtingen lossen vanzelf op in ongeveer zes weken.

Wij raden vrouwen met zware borsten aan om dag en nacht een beha zonder beugels te dragen. Daardoor staat er weinig spanning op het litteken en is de wond minder pijnlijk. Ook wordt dan het litteken minder breed en dus mooier. Als u een kleine cupmaat heeft, hoeft u 's nachts geen beha te dragen.

Spierpijn

Na de operatie heeft u spierpijn. U kunt spierpijn in de nek, rug, ribben en in de schoudergordel hebben. Dit komt doordat de randen van het borstbeen tijdens de operatie uit elkaar geduwd worden om bij het hart te kunnen komen. De spierpijn wordt langzaam minder, maar kan wel zes tot acht weken duren.

Vochtophoping in uw been

Tijdens de operatie kunnen er één of meer aders uit uw been/benen zijn gehaald. Een enkele keer wordt een ader uit uw borst gebruikt. Het terugstromen van het bloed uit uw been is daardoor verstoord. Hierdoor kan zich vocht ophopen in uw been. Als dat gebeurt, wordt het been dikker.

Om vochtophoping in uw been te beperken, kunt u een steunkous dragen. Deze kous draagt u zes weken. U trekt de kous ‘s ochtends aan en draagt hem tot u naar bed gaat. De steunkous kan op de hand gewassen worden.

Wanneer neemt u contact op?

Luister goed naar uw lichaam. Het kan voorkomen dat u ineens weer pijn op borst voelt. Steken op de borst of pijn die gebonden is aan de ademhaling of houding komen vaak niet van het hart. Neem contact op met uw huisarts bij de volgende klachten:

• Koorts hoger dan 38,5°C.
• Als de wond rood, dik en pijnlijk wordt, als er vocht uit komt.
• Meer pijn aan de wond.
• Snelle of onregelmatige hartslag.
• Pijn op de borst, zoals voor de operatie.
• Kortademig bij inspanning.
• Kortademig in rust.
• Meer hoesten, waarbij het slijm geel/groen is.
• Meer dan drie kilo per week zwaarder worden.

Medicijnen

Bij het ontslag uit het ziekenhuis krijgt u de recepten voor uw medicijnen mee naar huis. U moet deze zelf afgeven bij de apotheek. Meestal krijgt u genoeg medicijnen tot uw eerste afspraak bij de cardioloog. Als dit niet genoeg is, controleert u dan of er een herhaalrecept op uw doosje staat. Is dit niet het geval, dan kunt u voor een herhaalrecept contact opnemen met de polikliniek Cardiologie.

 

Neemt u de voorgeschreven medicijnen in. Met vragen over de medicijnen kunt u terecht bij uw cardioloog, huisarts of cardiovasculair verpleegkundige. Stop nooit met uw medicijnen zonder overleg met uw cardioloog, huisarts of cardiovasculair verpleegkundige. Een actueel medicijnoverzicht kunt u krijgen bij uw apotheek.