Aandoening, behandeling en onderzoek
Patiënte met arts en verpleegkundige in behandelkamer

Tips bij smaak- en reukverandering

Tips bij smaak- en reukverandering 

Door ziekte of een behandeling heeft u last van verandering van uw smaak- en reukvermogen. Hier leest u hoe u uw klachten misschien kunt verminderen of verzachten.
Verandering van smaak en reuk komt veel voor bij mensen met kanker. Patiënten geven aan hier last van te hebben, zowel voordat de diagnose gesteld wordt, als tijdens en na afloop van de behandeling. Bij veel patiënten herstellen de smaak en reuk zich na afloop van de totale behandeling. Maar soms zijn de klachten blijvend.

Waarom is voeding zo belangrijk? 

Goede voeding kan bijdragen aan een betere conditie en kan ervoor zorgen dat u zich goed voelt. Als het eten dan ook nog lekker smaakt en ruikt, geniet u er nog meer van. Daarnaast krijgt u een betere weerstand als uw voedingstoestand goed is. Ook heeft uw voedingstoestand een positieve invloed op de duur en de ernst van de complicaties en bijwerkingen van behandelingstherapieën bij kanker.
Als de smaak verstoord is, kan dat een negatieve invloed hebben op het eten. Als u daardoor bepaalde voedingsmiddelen gaat vermijden (niet meer neemt), heeft dat gevolgen voor uw voedingstoestand. 

Smaakveranderingen  

Proeven is onderzoeken hoe iets smaakt. Als iets lekker smaakt, is dat een belangrijke motivatie om het te eten. Bij alle vormen van kanker kunnen smaakproblemen ontstaan door veranderingen in de smaakdrempels voor zout, zuur, zoet en bitter. Een smaakdrempel wordt bepaald door het moment dat u een bepaalde smaak zoals zout, zuur en bitter proeft. Bij kanker kunnen deze smaakdrempels verhoogd of verlaagd zijn. Hierdoor verandert ook de reuk- en smaakbeleving.
Daarnaast kan de smaak veranderen door de ligging van de tumor (bijvoorbeeld in de mond), door bestraling in het hoofd- halsgebied en door bepaalde chemokuren. Klachten die kunnen optreden zijn een vieze smaak, minder smaak, veranderingen in smaakbeleving en -geheugen. Dit kan er zelfs voor zorgen dat u een afkeer krijgt van bepaalde voedingsmiddelen. 

Wat kunt u eraan doen? 

  • Als u genoeg drinkt (minimaal 1,5 liter per dag), voorkomt u dat u uitdroogt. Ook heeft u minder snel last van een vieze smaak, een droge mond en misselijkheid. Daarbij zorgt u er zo ook voor dat de nieren alle afvalstoffen af kunnen voeren die ontstaan bij chemotherapie en bestraling. Dwing uzelf niet om deze hoeveelheid te drinken. U kunt zich anders misselijk gaan voelen.
  • U kunt de speekselklieren stimuleren om dun, waterig speeksel te produceren door te kauwen en te zuigen. Hierdoor wordt proeven gemakkelijker. Neem iets fris-zuurs om op te kauwen of om op te zuigen, bijvoorbeeld: een zuurtje, pepermunt, (suikervrije) kauwgom, zacht snoep of een waterijsje. Ook fris-zure producten als tomaat, komkommer, augurk, appel en zilveruitjes kunnen helpen.
  • U kunt het eten een stuk aantrekkelijker maken door aandacht te besteden aan het uiterlijk van de maaltijd, zoals de portiegrootte, de kleurencombinatie, het servies en de omgeving waarin u eet. 
  • Roken kan een negatieve invloed hebben op de smaak.
  • Het blijft heel belangrijk om zelf te experimenteren met voedingsmiddelen en deze uit te proberen! Dan pas merkt u of de adviezen voor u van toepassing zijn en of ze verlichting bieden. 

Vieze smaak  

Een vieze smaak in de mond kan ontstaan door bestraling of chemotherapie. Deze behandelingen kunnen onder andere zorgen voor een metaalsmaak of een ‘rottingssmaak’ in de mond. U kunt ook het idee hebben dat alles naar leer smaakt. De vieze smaak verdwijnt meestal na afronding van de behandeling. 

Wat kunt u eraan doen? 

  • U kunt uw vieze smaak in uw mond misschien wat minder maken door (suikervrije) kauwgom of een snoepje te nemen.
  • Gebruik het liefst porseleinen of aardewerken servies. Een plastic servies kan een plastic bijsmaak aan de gerechten geven.
  • Gebruik het liefst plastic bestek als u last heeft van een metaalsmaak.
  • Een goede mondverzorging helpt (tijdelijk) de vieze smaak te verminderen. Gebruik bijvoorbeeld speciale tandpasta, mondwater of tandvleesbalsem. Voor meer informatie kunt u terecht bij de oncologisch verpleegkundige, tandarts of mondhygiëniste.
  • Sommige voedingsmiddelen kunnen de vieze smaak even wegnemen. Probeer daarvoor voedingsmiddelen of gerechten met een sterke smaak, bijvoorbeeld nasi of bami. Bij sommige mensen zorgen deze voedingsmiddelen juist voor meer smaakafwijkingen. 

Veranderingen in smaakbeleving 

Met veranderingen in smaakbeleving bedoelen we dat voedingsmiddelen anders kunnen smaken dan eerst. Deed u bijvoorbeeld voordat u ziek werd drie klontjes suiker in uw thee, dan kan het zijn dat suiker u nu tegenstaat. Ditzelfde kan bijvoorbeeld gelden voor extra zout: u geniet er nu wel of juist niet meer van. Misschien heeft u wel gemerkt dat u nu meer houdt van zuur fruit (sinaasappel en citroen) dan van de zoete fruitsoorten zoals banaan en perzik. Ook kan het zijn dat u bijvoorbeeld koffie, witlof en spruitjes ineens niet meer lekker vindt, omdat u de bittere smaak nu veel intenser beleeft. Soms is het nodig helemaal opnieuw te ontdekken wat wel en wat niet lekker smaakt. 

Wat kunt u eraan doen? 

  • Bij smaakveranderingen waarderen de meeste mensen fris-zure gerechten meer.
  • Probeer ook voedingsmiddelen uit die u voor uw ziekte niet lekker vond. Het kan zijn dat u een aantal daarvan nu wel lekker vindt.
  • De smaakbeleving kan per dag sterk wisselen. Voedingsmiddelen die gisteren niet smaakten kunnen vandaag beter smaken en omgekeerd! Blijf daarom alle voedingsmiddelen uitproberen.
  • Breng afwisseling aan in de verschillende smaken. Wissel zoete, zoute, zure en bittere voedingsmiddelen met elkaar af.
  • Om het smaakverlies te compenseren kunt u extra suiker, zout en kruiden gebruiken. 

Wat kunt u doen als u last heeft van een sterke smaak? 

  • Bij smaakafwijkingen worden voedingsmiddelen die neutraal smaken over het algemeen meer gewaardeerd, bijvoorbeeld: gekookte aardappelen, rijst, pap of pasta.
  • Temperatuur heeft invloed op de smaak. Bepaal voor uzelf op welke temperatuur gerechten u het beste smaken. Koude gerechten hebben vaak een minder sterke smaak dan warme.
  • Als de smaak van bittere groenten, zoals witlof, andijvie en spruitjes, u nu minder bevalt, kies dan voor andere groentesoorten.
  • U kunt de bittere smaak van vlees proberen te onderdrukken door bijvoorbeeld wijn of bier in soepen en sauzen te doen, door het vlees te marineren (zoals bij satévlees en bij speklappen) en door meer en sterkere kruiden en specerijen te gebruiken.
  • Verzacht de smaak voedingsmiddelen die zuur en scherp smaken door er een scheutje room of crème fraîche bij te doen.
  • Als u zuur fruit zoals sinaasappel, grapefruit, citroen of het sap van deze vruchten niet kunt verdragen, vervang dit dan door zoet fruit zoals peer, perzik, banaan, fruit uit blik, druivensap, dubbeldrank of perensap.
  • Gekoelde dranken smaken minder zoet dan niet-gekoelde dranken. Als u toch een drank wilt drinken die u te zoet vindt, drink deze dan koud.
  • Sommige soorten sportdranken smaken minder zoet, net zoals ijsthee.
  • Als vruchtensappen zorgen voor irritatie in uw mond, dan zijn limonadesiropen zoals Roosvicee of Karvan Cévitam een goede vervanging. Deze dranken bevatten namelijk ook extra vitamine C.
  • Als u koffie niet meer lekker vindt, probeer dan ook eens thee, chocolademelk, karnemelk, vruchtensap of frisdrank. U mist geen belangrijke voedingsstoffen als u geen koffie drinkt. 

Afkeer van voedingsmiddelen 

Waardoor de smaak verandert is onbekend. Door de smaakverandering kunt u bepaalde voedingsmiddelen écht niet meer lusten, u krijgt er een afkeer tegen. Vaak krijgen mensen een afkeer van warme producten die sterk ruiken. Koffie staat meestal het eerste tegen, al snel gevolgd door de warme maaltijd, waarbij gebakken vlees, bouillon of soep de meeste problemen geven. Ook is het mogelijk dat alcohol en sigaretten niet meer smaken. Een herinnering aan een onaangename gebeurtenis kan een afkeer van bepaalde voedingsmiddelen opwekken. Producten die u eet tijdens een periode waarin u erg misselijk bent, kunnen u nog lange tijd tegenstaan. 

Wat kunt u eraan doen? 

  • Tijdens de kuurdagen is het van belang dat u niet tegen uw zin eet (dit geldt eigenlijk altijd). U kunt anders misselijk worden. Probeer wel genoeg te drinken (één tot anderhalve liter per dag)!
  • Als bepaalde voedingsmiddelen u echt tegenstaan, probeer ze dan niet toch te eten. Vaak maakt dit de misselijkheid juist erger en zorgt het ervoor dat u helemaal geen eetlust meer heeft.
  • Het kan gebeuren dat u een afkeer krijgt voor het voedsel dat u heeft gegeten vlak voordat u de chemotherapie kreeg. Probeer daarom ongeveer een uur voordat de behandeling start zo weinig mogelijk of helemaal niets te eten.
  • Probeer een vervanging te zoeken voor voedingsmiddelen of gerechten die u tegenstaan. Bijvoorbeeld warme chocolademelk in plaats van koffie, of warm vlees in plaats van koud vlees, vleesbeleg of vis.
  • Als gekookte groenten u tegenstaan, probeer dan een rauwkostsalade of neem een extra glas groente- of vruchtensap.
  • Als de warme maaltijd u tegenstaat, zoek dan een vervanging. Als u dat niet doet, mist u veel voedingsstoffen. 

Verandering in smaakgeheugen 

Herkent u de volgende situatie? Iemand wil u verwennen en vraagt u wat u ‘s avonds graag wilt eten. U zegt dan bijvoorbeeld: tuinbonen met spekjes. Maar als u ’s avonds aan tafel zit en de eerste hap neemt, herkent u de smaak van de tuinbonen helemaal niet. U dacht dat ze heel anders smaakten en eet ze vervolgens met tegenzin op. Uw smaakbeleving kan zo veranderd zijn dat deze niet meer klopt met uw smaakgeheugen. 

Wat kunt u eraan doen? 

  • U kunt niet altijd meer op uw smaakgeheugen vertrouwen. Het kan zijn dat voedingsmiddelen u opeens tegenstaan of dat u bepaalde dingen niet meer lust. Hierdoor kunt u - en ook anderen - teleurgesteld raken, . Zeg tegen anderen dat u dit probleem heeft. Dit kan misverstanden voorkomen.
  • De reuk en het smaakgeheugen zijn niet altijd meer hetzelfde als de smaak. Probeer daarom alles dat u aangeboden krijgt te proeven.

Reukveranderingen 

Veel patiënten die behandeld worden met chemotherapie zeggen tijdens en soms ook geruime tijd na de behandeling dat hun reukvermogen is veranderd. Bepaalde geuren ruiken opeens veel sterker en/of minder lekker. Het kan ook gebeuren dat geuren die mensen eerst minder prettig vonden nu wel prettig gevonden worden. 

Wat kunt u eraan doen? 

  • Zorg tijdens het koken en/of het eten voor zoveel mogelijk frisse lucht: zet een raam open of zet de afzuigkap aan. Laat als dat kan iemand anders koken.
  • Er komen minder geuren vrij als u het eten klaarmaakt in de magnetron of als u kant- en klare maaltijden gebruikt. Bovendien kost dit minder tijd. Dit kan een uitkomst zijn als u zich niet lekker voelt of als u vermoeid bent.
  • Probeer de geur van producten waar u misselijk van wordt of die de misselijkheid erger maken te vermijden. Denk daarbij aan de geur van parfum, eau de cologne, aftershave, sterk ruikende bloemen, schoonmaakmiddelen en waspoeder.
  • Vraag uw omgeving rekening te houden met uw afkeer van bepaalde geuren.
  • De lucht van bepaalde voedingsmiddelen, zoals koffie, gebraden vlees, soep, sterke kruiden en koolsoorten, zorgt bij veel mensen voor een gevoel van afkeer. Als u deze voedingsmiddelen ruikt kan dat de geur en smaak van een ander voedingsmiddel en/of gerecht beïnvloeden. Daardoor kan dit gerecht ook onterecht als vies worden gezien. Probeer deze voedingsmiddelen daarom zo veel mogelijk te vermijden. 

Vermindering en verdwijning van reuk 

Als gevolg van de behandeling bij kanker of door de ziekte zelf, kan het gebeuren dat uw reuk niet goed werkt. Als u niet goed meer kunt ruiken, proeft u het eten ook minder goed (net als bij een verstopte neus). Het gevolg hiervan is dat u minder trek kunt hebben om te eten. Maar het is belangrijk om te blijven eten, ook al ruikt en smaakt het niet meer zoals eerder. Reukveranderingen zijn meestal tijdelijk. Na afloop van de behandeling komt de reuk bij de meeste mensen terug. 

Wat kunt u eraan doen? 

  • Als u goed kauwt komen er voedseldeeltjes achter op uw tong en verspreidt de geur van het eten zich in uw mond en keelholte. Hierdoor proeft u de gerechten beter.
  • Probeer eens of gerechten met een sterke smaak en geur u bevallen, zoals bami, nasi en spaghetti. 

Manieren om te variëren 
Als de warme maaltijd u tegenstaat, raden wij u aan om een vervanging te zoeken, omdat u anders veel voedingsstoffen mist. In plaats van een warme maaltijd kunt u bijvoorbeeld een derde broodmaaltijd, een salade of een koude pasta eten. Om toch alle benodigde voedingsstoffen binnen te krijgen, is het wenselijk dat de vervanging bestaat uit tenminste één voedingsmiddel uit elk van de onderstaande vier hoofdgroepen. 

1

 

 

 

Brood en broodvervangers (beschuit, crackers, pap, roggebrood), aardappelen, rijst, pasta of peulvruchten

2

 

 

 

Groente en fruit

 

 

 

3

 

 

Melk en melkproducten (vla, kwark, yoghurt), kaas, vlees, vis, kip, ei of tahoe

4

 

 

Halvarine, margarine, roomboter of olie

 


De warme maaltijd kunt u vervangen door deze gerechten: 

  • een broodje met roomboter, belegd met brandnetelkaas, een schaaltje vruchtenyoghurt en een glas vruchtensap
  • een schaaltje volle yoghurt met cruesli, een beschuit besmeerd met dieetmargarine, belegd met aardbeien en suiker en een kopje thee
  • een plak roggebrood besmeerd met roomboter en belegd met haring, een stuk fruit en een glas melk
  • een bord pap, een schaaltje geweekte pruimen en een beker karnemelk
  • een stukje groentequiche met een glas vers geperst sinaasappelsap en een schaaltje vruchtenkwark
  • een bolletje kant- en klare huzarensalade, geserveerd met stokbrood. Neem hierbij een stuk fruit, omdat deze salade minder groente bevat
  • een bolletje kant-en-klare zalm- of aardappelsalade, aangevuld met extra fruit en geserveerd met een snee geroosterd brood
  • een schaaltje kant-en-klare pastasalade. Bijvoorbeeld macaroni met ham en ananas en groenten, geserveerd met een glas melk of schaaltje vla 

Als vlees u tegenstaat, is het verstandig om hiervoor een vervanging te zoeken. Vlees bevat namelijk het eiwit dat u nodig heeft voor de opbouw van uw cellen. In plaats van warm vlees kunt u kiezen voor: 

  • vleeswaren zoals: rollade, rosbief, ham of casselerrib bij de warme maaltijd. U kunt deze vleeswaren ook extra tussendoor nemen
  • kip (kipnuggets, drumsticks, gerookte kipfilet in een salade of uit het vuistje)
  • vis (gebakken of gestoofde vis, broodje haring, tonijn uit blik of gerookte zalm op een toastje)
  • kaas, denk hierbij niet alleen aan een plak kaas op brood, maar ook aan bijvoorbeeld kaasfondue, geraspte kaas over een pasta, blokje kaas als tussendoortje of brie op een toastje
  • vegetarische producten zoals: tempé, tahoe, sojaburgers, eieren en peulvruchten (denk aan erwtensoep)
  • als vervanging voor vlees mag u gerust elke dag een ei nemen. Dit geldt ook als u vanwege een te hoog cholesterolgehalte eerder het advies kreeg maximaal drie eieren per week te eten. De vervanging van vlees is nu belangrijker. 

Meer informatie 

Heeft u na het lezen van deze informatie behoefte aan meer informatie over voeding, dan kunt u terecht op de volgende websites: 

Sluiten

Welke informatie wilt u downloaden?

De pagina die u nu bekijkt, is automatisch aangevinkt om te downloaden. Ziet u hieronder nog meer pagina’s staan? Dan kunt u zelf aanvinken welke pagina’s u wilt toevoegen.

De huidige pagina

Lettergrootte PDF
Deel PDF via: