Tenniselleboog
De tenniselleboog (epicondylitis lateralis) is een veel voorkomende blessure van de elleboog, die niet alleen bij tennissers voorkomt. Het is een hinderlijke aandoening, waar u een tijd (6 tot 24 maanden) flink last van kunt hebben. Toch gaat deze aandoening meestal vanzelf weer over. Het is een overbelasting van de strekspieren in de onderarm. De overbelasting kan komen door een te zware belasting of door een verlaagde belastbaarheid van de pees, bijvoorbeeld door een slechte doorbloeding.
Klachten
De pijn concentreert zich aan de buitenkant van de elleboog. Deze pijn kan uitstralen naar de pols. Ook kunt pijnklachten hebben wanneer de strekspieren en hand worden aangespannen, bij bijvoorbeeld iemand een hand geven, of een glas optillen.
Behandeling
Er zijn vele behandelingsmogelijkheden voor een tenniselleboog.
- Het meest belangrijk is pijnstilling (paracetamol), geduld, normaal gebruik van de elleboog en overmatige of verkeerde belasting voorkomen. Verder zijn er ook speciale bandjes/braces verkrijgbaar.
- De fysiotherapeut kan met strekoefeningen of andere behandelingen de klachten soms verminderen.
- Daarnaast kan het geïrriteerde gebied aan de buitenkant van de elleboog ingespoten worden met een ontstekingsremmend en een verdovend middel wat de klachten direct doet verminderen en soms een blijvend effect heeft.
Bij hardnekkige, langdurige klachten waarop bovenstaande behandelingsmogelijkheden geen of nauwelijks effect hebben, kan eveneens een chirurgische behandeling (operatie) overwogen worden.
