Mogelijke complicaties
Elke operatie brengt het risico op complicaties met zich mee. Meestal verloopt deze operatie zonder problemen. Toch kunnen er complicaties optreden. De meest voorkomende complicaties zijn:
- Trombose (een bloedstolsel in de aderen) of een longembolie (de plotselinge afsluiting van een bloedvat in de longen door een stolsel). Om dit tegen te gaan, krijgt u vóór de operatie antistollingsmedicatie en moet u vrij snel na de operatie weer in beweging komen (als uw situatie dit toelaat).
- Een nabloeding. Meestal is dit op te lossen door de blaas te spoelen. In een heel enkel geval is een 2e ingreep onder narcose noodzakelijk om een bloeding te stoppen.
- Een blaasontsteking.
- Om een nieuwe vernauwing van de plasbuis te voorkomen (bij forse of terugkerende vernauwingen), is het soms noodzakelijk om thuis de plasbuis te dilateren. Dit houdt in dat u zelf een soort katheter inbrengt, waardoor de plasbuis op de juiste grootte blijft. U leert dit doorgaans binnen een week. Een verpleegkundige op de polikliniek legt aan u uit hoe u dit doet.