Na de operatie
Na de operatie gaat u voor korte tijd naar de uitslaapkamer. Als u weer voldoende bij kennis bent en de controles goed zijn, brengen we u naar de verpleegafdeling. Daar belt de verpleegkundige uw eerste contactpersoon. De uroloog die u geopereerd heeft, komt dezelfde dag nog even bij u langs.
Als u zich goed voelt, mag u beginnen met eten en drinken.
Mogelijk heeft u pijn van de operatie. U krijgt hiervoor op vaste tijden pijnstilling. Als dit voor u niet genoeg is, bespreek dit dan met de verpleegkundige. Ook kan het zijn dat u last heeft van het koolzuurgas dat we tijdens de operatie gebruikt hebben en mogelijk is achtergebleven in uw lichaam. Hierdoor kunt u pijn bij de schouderbladen ervaren.
Vanaf de avond van de operatie krijgt u dagelijks een injectie met Fraxiparine. Dit is een bloedverdunner. Fraxiparine zorgt ervoor dat uw bloed minder snel stolt. Hierdoor wordt het risico op trombose kleiner.
Bewegen
De dag van de operatie mag u, samen met een verpleegkundige, uit bed komen. Bewegen is belangrijk voor uw herstel.