Aandoening, behandeling en onderzoek
Patiënte met arts en verpleegkundige in behandelkamer

Orale doelgerichte therapie

U krijgt orale doelgerichte therapie als behandeling van kanker. Hier leest u meer over orale doelgerichte therapie, welke bijwerkingen deze heeft en wat u zelf kunt doen om te zorgen dat u deze zo min mogelijk krijgt. 
Uw behandelend arts of verpleegkundig specialist (verder ‘zorgverlener’) vertelt u meer over de behandeling die u krijgt en vertelt u welke informatie in het bijzonder voor u geldt.

Wat is doelgerichte therapie?

Doelgerichte therapie is een behandeling van kanker met speciale medicijnen. Deze medicijnen heten doelgerichte middelen. Hiermee proberen we kankercellen meer doelgericht te remmen in hun groei. Dit geeft minder schade aan gezonde cellen dan bijvoorbeeld chemotherapie.
Doelgerichte therapie wordt ook targeted therapy genoemd. 

Er zijn verschillende soorten middelen die onder doelgerichte therapie vallen. Uw zorgverlener bepaalt welk doelgericht middel voor u het meest geschikt is.
Soms krijgt u alléén doelgerichte therapie en soms geven we doelgerichte therapie samen met andere behandelingen, bijvoorbeeld chemotherapie. Doelgerichte therapie kunnen we op verschillende manieren geven: via een infuus of via tabletten/capsules (oraal). U krijgt orale doelgerichte therapie. Daarover gaat deze informatie. Uw arts of verpleegkundig specialist vertelt u meer over de behandeling die u krijgt en welke informatie in het bijzonder voor u geldt.

Hoe werkt doelgerichte therapie?

Doelgerichte therapie kan op verschillende manieren werken:

  • Doelgerichte therapie kan de kankercellen direct doden.
  • Doelgerichte therapie kan de kankercellen ‘zichtbaar’ maken voor het eigen afweersysteem. Het eigen afweersysteem zal de kankercellen vervolgens vernietigen.
  • Doelgerichte therapie kan ervoor zorgen dat de tumor geen nieuwe bloedvaten aanmaakt. De tumor krijgt dan geen voeding en zuurstof meer. Kankercellen sterven daardoor af.
  • Doelgerichte therapie kan de groei van de kankercellen verminderen.

De medicijnen krijgt u van de poliklinische apotheek van Rijnstate.

Hoe neemt u de tabletten of capsules in?

Sommige tabletten of capsules kunt u direct met de maaltijd innemen. Andere moet u één uur voor de maaltijd innemen, of twee (soms drie) uur na de maaltijd. Dit is afhankelijk van het medicijn. Uw arts of verpleegkundig specialist informeert u hierover en vult het advies hieronder in op de geprinte versie van deze informatie.

Middel:

Dosering:

Tijdstip van inname:

 

Bijzonderheden:

  • Neem het medicijn elke dag op hetzelfde moment in. U kunt voor uzelf een reminder instellen op een wekker of telefoon. Zo voorkomt u dat u het medicijn vergeet.
  • Heeft u overgegeven kort nadat u de medicijnen hebt ingenomen? Of bent u te misselijk om de tabletten in te nemen? Zeg dit dan tegen uw behandelend arts of verpleegkundig specialist.
  • U mag niet kauwen op de medicijnen. U mag tabletten niet breken en u mag capsules niet openmaken.
  • Als u moeite heeft met slikken, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundig specialist.

Veiligheid rondom doelgerichte therapie

Bij een behandeling met chemotherapie krijgen patiënten adviezen voor het omgaan met uitscheidingsproducten, zoals plas, poep en braaksel. Deze adviezen zijn bij doelgerichte therapie niet nodig. Er is geen bewijs gevonden dat doelgerichte therapie schadelijke stoffen in de uitscheidingsproducten geeft. De normale hygiënemaatregelen zijn voldoende als u deze middelen gebruikt.

Heeft u medicijnen over? Lever deze in bij de Rijnstate Poli-apotheek of bij uw eigen apotheek.

Vaccinaties 
We adviseren u om u te laten inenten tegen griep. Dit gaat via de huisarts, in oktober of november.
Bij andere vaccinaties moet u altijd eerst met uw behandelend arts overleggen of u deze tijdens de behandeling mag krijgen.

Veelvoorkomende bijwerkingen 

Er zijn verschillende middelen die onder de doelgerichte therapie vallen. Of u last krijgt van bijwerkingen hangt af van het soort medicijn, de dosering (hoeveelheid) en of u eventueel andere medicijnen gebruikt en welke. Bovendien reageert iedere patiënt anders op de doelgerichte therapie, ook al gaat het om dezelfde behandeling.

De meest voorkomende, algemene bijwerkingen zijn:

  • droge huid en jeuk
  • veranderingen aan het mondslijmvlies
  • diarree
  • vermoeidheid en/of verminderde energie
  • emotionele veranderingen

Hieronder staat beschreven wat deze bijwerkingen betekenen en wat u zelf kunt doen om deze zo veel mogelijk te voorkomen.

Droge huid en jeuk 
U kunt last krijgen van een droge huid. Dit kan samengaan met jeuk. Door de droge huid kunt u schilfers en kloven krijgen aan uw handen, ellebogen en voeten.

Wat kunt u zelf doen? 

  • Gebruik in ieder geval twee keer per dag een vochtinbrengende alcoholvrije crème of bodybutter, vooral nadat u zich gewassen of gedoucht heeft. U kunt crème of bodybutter kopen bij supermarkt, drogist of apotheek. Er zijn veel verschillende merken. Kies vooral een product dat u prettig vindt om te gebruiken. Gebruik geen bodylotion of gel: de samenstelling van deze producten is te dun en ze verzorgen de huid te weinig. Heeft u een gevoelige huid, dan kunt u het beste een product gebruiken zonder parfum en alcohol, bijvoorbeeld cetomacrogol- of lanettecrème. Deze zijn beide verkrijgbaar zonder recept.
  • Droog uzelf goed af na het wassen of douchen, met name op de plekken waar smetten kunnen ontstaan.
  • Door krabben kunnen wondjes en infecties ontstaan. Probeer dus niet te krabben. De huid vet houden helpt.
  • Tegen de jeuk kunt u gebruik maken van een zalf met verkoelende werking of mentholcrème of mentholgel.
  • U mag gewoon naar buiten met zonnig weer, bijvoorbeeld om te wandelen of fietsen. Belangrijk is wel dat u zich goed insmeert. Gebruik zonnebrandcrème met beschermingsfactor 30 of hoger.
  • Vermijd felle zon en ga niet onder de zonnebank.
  • Gebruik bij voorkeur vochtinbrengende douchecrème (geen zeep) en lauwwarm water.
  • Douche niet te lang, maximaal 7 minuten en niet te heet.
  • Baardhaar kunt u het beste elektrisch scheren. Gebruik geen chemische ontharingsmiddelen, deze zijn te agressief voor uw huid.
  • Draag zo veel mogelijk katoen, dit irriteert de huid minder dan synthetische stoffen. Draag geen knellende kleding.
  • Als u u acné-achtige uitslag heeft (uitslag in de vorm van puistjes), schrijft uw zorgverlener u soms een medicinale zalf voor. Soms krijgt u een verwijzing naar de dermatoloog.
  • Sommige zorgverzekeraars vergoeden een consult bij een huidtherapeut. Voor meer informatie kunt u terecht bij de Nederlandse Vereniging van Huidtherapeuten (NVH): www.huidtherapie.nl. Overleg een consult bij een huidtherapeut altijd vooraf met uw zorgverlener.
  • Bij huiduitslag op de hoofdhuid kunt u de hoofdhuid wassen met povidonjodium (Betadine shampoo). Als dat nodig is, krijgt u hiervoor een recept.
  • Bij jeuk aan de hoofdhuid kunt u de hoofdhuid wassen met bijvoorbeeld koolteershampoo.

Veranderingen aan het mondslijmvlies

In normale omstandigheden vormt het mondslijmvlies een bescherming tegen het binnendringen van allerlei bacteriën, schimmels en virussen die in de mond voorkomen. Door de doelgerichte therapie verliest het mondslijmvlies deze beschermende functie. Hierdoor kunnen wondjes in uw mond ontstaan. Bovendien zorgt de behandeling ervoor dat uw afweer vermindert. Hierdoor bent u extra vatbaar voor infecties.

Wat merkt u?

  • droge mond
  • gevoeligheid als u zure of gekruide spijzen en dranken eet of drinkt
  • gevoeligheid voor de temperatuur van eten en drinken
  • pijnlijke, kapotte plekjes in de mond (aften)
  • slechte adem
  • snel bloedend tandvlees
  • taai speeksel

Wat kunt u zelf doen?

Een goede en regelmatige mondhygiëne is belangrijk. Zo maakt u de kans op klachten kleiner. Hierna leest u hoe u geïrriteerd mondslijmvlies kunt voorkomen. Deze maatregelen gelden tijdens de hele kuur én in de eventuele rustperiode.

Mondhygiëne bij een eigen gebit

  • Spoel 4-6x per dag (na het tandenpoetsen) uw mond uitvoerig met zout water. Doe dit zonder gebitsprothese. Zout water kunt u zelf maken door 1 theelepel keukenzout op te lossen in 1 liter gekookt water. U moet deze oplossing elke dag verversen.
  • Poets vier keer per dag (na de maaltijden en voor het slapen) uw gebit, de binnenkant van uw mond en uw tong. Gebruik een zachte (elektrische) tandenborstel en fluoride tandpasta. Als u een gebitsprothese heeft, poets deze dan met vloeibare zeep of afwasmiddel en spoel deze af met kraanwater.
  • Spoel de borstel na gebruik grondig af met stromend water. Bewaar de tandenborstel droog in een beker met de borstelkop naar boven gericht.
  • Vet uw lippen vier keer per dag in met vaseline of lipbalsem. Hierdoor ontstaan er minder snel kloofjes.
  • Reinig voordat u gaat slapen de ruimtes tussen de tanden en kiezen. Gebruik hiervoor een zachte, nat gemaakte houten tandenstoker of flossdraad (waxed floss). Doe dit alléén als u dit al gewend bent. Als u dit niet gewend bent, heeft u juist een grotere kans op tandvleesontstekingen en bloedingen. 

Zo poetst u uw tanden

  • De buitenkant: plaats de borstel een beetje schuin (in een hoek van 45 graden) tegen de rand van het tandvlees. Maak kleine, heen- en weergaande bewegingen zonder druk uit te oefenen.
  • De binnenkant: plaats de borstel verticaal tegen de achterkant van de ondertanden. Maak korte, op- en neergaande bewegingen.
  • De binnenkant van de kiezen: plaats de borstel weer een beetje schuin op de rand van het tandvlees. Maak kleine heen- en weergaande bewegingen zonder druk uit te oefenen.
  • De kauwvlakken: deze poetst u met korte schrobbewegingen. Als u met een elektrische tandenborstel poetst, hoeft u zelf geen poetsbewegingen te maken.

Mondhygiëne bij een gebitsprothese

  • Haal 4-6x per dag uw gebitsprothese uit uw mond en spoel u mond uitvoerig met zout water.
    Zout water kunt u zelf maken door 1 theelepel keukenzout op te lossen in 1 liter gekookt water. U moet deze oplossing elke dag verversen.
  • Poets vier keer per dag (na de maaltijden en voor het slapen) uw gebitsprothese met vloeibare zeep of afwasmiddel en spoel deze af met kraanwater.
  • Poets eventueel, als u dat al gewend bent, de binnenkant van uw mond en uw tong. Gebruik een zachte (elektrische) tandenborstel en fluoride tandpasta.
  • Spoel de borstel na gebruik grondig af met stromend water. Bewaar de tandenborstel droog in een beker met de borstelkop naar boven gericht.
  • Vet uw lippen vier keer per dag in met vaseline of lipbalsem. Hierdoor ontstaan er minder snel kloofjes.
  • Doe ’s nachts de gebitsprothese uit en leg deze droog weg. 
  • Leg eenmaal per week de gebitsprothese gedurende de nacht in bakje water met een scheutje natuurazijn. Dit voorkomt dat er tandsteen op de prothese komt.
  • Gebruik geen reinigingstabletten voor kunstgebitten. Deze zijn te agressief voor het mondslijmvlies.
  • Vóór gebruik spoelt u de gebitsprothese af met stromend water.

Hoe behandelt u beschadigd mondslijmvlies?

Ook als u de hierboven beschreven adviezen opvolgt, kan uw mondslijmvlies veranderen. U kunt bijvoorbeeld pijn in uw mond krijgen, of gevoelig zijn voor ‘hard’, gekruid, heet en zuur eten en drinken. U kunt ook gevoelig zijn voor heel warm en/of heel koud eten en drinken. Andere verschijnselen zijn roodheid, het dikker worden van het mondslijmvlies (oedeem), brandend gevoel, bloedend tandvlees, kloofjes, witte plekjes of een droge mond.

Heeft u een of meerdere van deze verschijnselen, neem dan contact op met uw zorgverlener. Zij zal met u onder andere de volgende behandeling bespreken:

  • U blijft uw gebit dagelijks verzorgen zoals hiervoor beschreven staat. Als u klachten krijgt, spoelt u de mond zo vaak mogelijk (bijvoorbeeld ieder uur) met zout water. Ook ’s nachts als u wakker bent, spoelt u uw mond.
  • Gebruik geen zure dranken, scherp gekruid eten, hard, ruw voedsel, hete dranken of heet voedsel.
  • IJswater verkoelt en werkt pijnverzachtend. Kamille (-thee) kan verzachtend werken bij kapotte slijmvliezen.
  • Als u een gebitsprothese heeft, draag deze zo weinig mogelijk totdat het mondslijmvlies weer hersteld is. De gebitsprothese bewaart u droog.
  • Misschien kunt u uw tanden niet poetsen vanwege pijn of andere klachten. U kunt tijdens deze periode tijdelijk spoelen met chloorhexidine 0,12% in plaats van uw tanden poetsen. Hiermee verwijdert u de tandplaque. Chloorhexidine 0,12% is te koop bij apotheek of drogist.
    U spoelt twee maal per dag uw mond eerst met water en daarna met 15 ml chloorhexidine 0,12% gedurende 1 minuut. In verband met de werkzaamheid van chloorhexidine 0,12%, mag u na het spoelen een half uur niets eten of drinken.
    Chloorhexidine kan een bruine verkleuring geven van de tanden en kiezen. Nadat u stopt met de spoelingen verdwijnt deze verkleuring geleidelijk.
    Spoel maximaal twee keer per dag met chloorhexidine, blijf daarnaast zo vaak mogelijk spoelen met zout water.

Bij een droge mond of branderig gevoel helpt het om een ‘coating’ op de slijmvliezen te leggen. Hiervoor kan mondspoeling gebruikt worden met Antagel, Biotene, BioXtra of Caphosol (alle vier zonder recept verkrijgbaar). Caphosol is verkrijgbaar bij de Poli-apotheek in Rijnstate Arnhem of de Oncologische Dagverpleging in Rijnstate Zevenaar. U moet gedurende minimaal 2 minuten spoelen, anders werkt de spoeling niet. Gebruik deze mondspoeling drie keer per dag na het eten en na het tandenpoetsen.


Bij pijnlijke kapotte plekjes of aften neemt u contact op met de oncologieverpleegkundige of verpleegkundig specialist. Zij kan u eventueel een speciale spray of mondspoeling met corticosteroïden voorschrijven. Ook kunt u lidocaïnegel krijgen, die gebruikt u als pijnstiller vóór het eten.

Als u een schimmelinfectie in de mond heeft neemt u contact op met uw zorgverlener. Zij kan u als het nodig is een mondspoeling met nystatine voorschrijven om de schimmelinfectie te behandelen.
Een schimmelinfectie herkent u aan witte, iets dikkere plekken op de tong en soms aan de binnenkant van de wangen, verhemelte of tandvlees.


Diarree 
U kunt diarree krijgen, maar u kunt ook juist last krijgen van verstopping (obstipatie). Het is belangrijk dat u altijd het antidiarree-middel Loperamide in huis heeft voor het geval u deze in overleg met de verpleegkundige moet gaan gebruiken. Dit middel is te koop bij apotheek of drogist.

We noemen het diarree als u per dag minstens 2-3x vaker dan voorheen moet poepen, waarbij de poep (water-)dun is. De diarree ontstaat door een beschadiging van het darmslijmvlies. Hierdoor neemt uw lichaam vocht en voedingsstoffen minder goed op.

Andere klachten die u hierbij kunt krijgen zijn: 

  • buikpijn/buikkrampen
  • donkere plas en minder vaak plassen
  • overgevoeligheid voor bepaalde voedingsmiddelen
  • pijn en huidirritatie van het gebied rondom de anus
  • meer poep dan voorheen
  • verkleuring van de poep

Als u ook koorts heeft is er mogelijk een andere oorzaak van uw diarree. Meet daarom uw temperatuur op als u diarree heeft. Neem contact op als u koorts heeft hoger dan 38,5°C.

Wat kunt u zelf doen als u last heeft van diarree?

  • Drink veel (heldere) vloeistoffen om het vochtverlies aan te vullen. Drink ongeveer 2 tot 2,5 liter per dag. Dit zijn 16 kopjes of 14 bekers. Thee, bouillon, sportdrank, bosbessensap en tomatensap zijn goede producten om tekorten (onder andere zouten) aan te vullen die door diarree zijn veroorzaakt.
  • Drink géén sterke koffie, koolzuurhoudende dranken en alcohol bij klachten van diarree.
  • Neem wat vaker kleine maaltijden met vezels zodat het vocht zich hieraan kan binden. Kies bijvoorbeeld voor volkoren brood, muesli, rijst , pasta en toast.
  • Eet liever geen prikkelende producten zoals hete of ijskoude producten, citrusfruit, ui, prei, koolsoorten, noten, scherpe specerijen en peulvruchten.
  • Rasp een appel en laat deze eerst bruin worden voordat u hem opeet. Er ontstaat dan pectine, dat is een stof die diarree tegen kan gaan.
  • Gebruik geen laxeermiddelen.
  • Gebruik niet meer dan twee of drie keer per dag melk en melkproducten.
  • Gebruik geen suikervrije producten met de zoetstof sorbitol.
  • Er bestaat geen voeding die verstoppend werkt.

Heeft u op een dag minstens 2-3x vaker dan voorheen gepoept, waarbij de poep (water-) dun is? Neem dan contact op met uw zorgverlener.
De oncologieverpleegkundige of verpleegkundig specialist beoordeelt of het nodig is om met loperamide te starten. Als dat zo is moet u de startdosering van 2x 2mg loperamide innemen. Afhankelijk van de ernst van de diarree krijgt u het advies om na de startdosering elke 2 of 4 uur 2mg loperamide in te nemen tot 12 uur na de laatste dunne ontlasting. 
Een of twee keer per dag belt de verpleegkundige u. Ze bespreekt dan met u uw ontlastingspatroon (hoeveel en hoe vaak u ontlasting heeft), hoeveel voeding en vocht u binnenkrijgt en uw urineproductie (hoeveel en hoe vaak u moet plassen).
U krijgt maximaal 2x 24 uur het advies loperamide in te nemen. Als er geen verbetering optreedt, overlegt de verpleegkundige met uw arts wat eraan gedaan kan worden. Het kan zijn dat u wordt opgenomen in het ziekenhuis. 

Als u een stoma heeft, is het niet altijd goed aan te geven hoe vaak u moet poepen. Als er duidelijke meer dunne ontlasting in het zakje komt en u het zakje vaker moet vervangen of legen is dit een reden om te overleggen met uw zorgverlener.

Bij minder ernstige diarree of dunnere ontlasting waar u last van heeft kunt u het beste ook even contact opnemen met uw zorgverlener.

Vermoeidheid en/of verminderde energie 

U kunt vermoeid raken als gevolg van de ziekte, de behandeling en/of de psychische belasting. Dit kan erger worden naarmate u meer behandelingen heeft gehad. De vermoeidheid zal na de behandeling langzaam afnemen. 

Wat merkt u?

  • (ernstige) lichamelijke vermoeidheid
  • beperking in het dagelijks leven
  • slaapproblemen
  • concentratieproblemen
  • vergeetachtigheid
  • emotioneel reageren
  • piekeren
  • angstig zijn

Wat kunt u zelf doen?

  • Neem voldoende tijd om te rusten; ga bijvoorbeeld ’s middags een uurtje naar bed.
  • Verdeel de activiteiten die u wilt doen of moet doen over de dag en over de week.
  • Probeer uw conditie op peil te houden door toch in beweging te blijven. Zit niet te veel stil. De vermoeidheid gaat namelijk niet over door veel te rusten. Probeer elke dag ten minste 30 minuten te bewegen of te sporten. De tijd kunt u ook verdelen over de dag, bijvoorbeeld twee keer 15 minuten. Zorg voor in totaal minstens 150 minuten per week een matig intensieve inspanning, verspreid over meerdere dagen. Hierbij heeft u een hogere hartslag en is uw ademhaling versneld, maar u kunt nog wel praten. Voorbeelden van langer, vaker en/of intensiever bewegen zijn: fietsen, stevig wandelen, tuinieren en huishoudelijke taken zoals stofzuigen.
  • Probeer minstens 2x per week spier- en botversterkende activiteiten te doen, zoals traplopen, krachttraining of zwemmen. Bent u ouder dan 65 jaar, doe dan ook balansoefeningen.
  • Zorg voor een goede en regelmatige nachtrust.
  • Eet goed en gezond.
  • Bespreek uw problemen met uw naasten.
  • Maak gebruik van de hulp die familie of vrienden aanbieden. U heeft dan meer tijd, en misschien meer energie, voor de dingen die u leuk vindt.
  • Stel nieuwe grenzen aan uw mogelijkheden/beperkingen.
  • Bepaal zelf wat u wel en niet wilt doen: durf nee te zeggen.
  • Vraag uw zorgverlener naar de oncologische revalidatieprogramma’s of mogelijkheden bij fysiotherapeuten bij u in de buurt. Deze programma’s helpen bij vermoeidheid.

Hier vindt u betrouwbare informatie over dit onderwerp:

Emotionele veranderingen

De behandeling is vaak erg ingrijpend en kan zorgen voor onzekerheid en grote veranderingen in het dagelijkse leven. Dit kan aanleiding geven tot verschillende psychosociale klachten voor u en uw naasten. U kunt bijvoorbeeld last hebben van gevoelens van angst, onzekerheid, machteloosheid, woede, somberheid of schuldgevoel.

Wat kunt u zelf doen?

  • Bespreek uw zorgen en angsten met uw zorgverlener.

Hier vindt u betrouwbare informatie over dit onderwerp:

Specifieke bijwerkingen 

Hieronder staan bijwerkingen beschreven die niet bij elk middel voorkomen. Uw zorgverlener heeft de informatie meegegeven (geprint of aangekruist) over de bijwerkingen die kunnen voorkomen bij de doelgerichte therapie die u gebruikt of gaat gebruiken.

  • misselijkheid en overgeven
  • invloed op smaak en reuk
  • verandering aan haar en haargroei
  • kloven en blaren
  • een huiduitslag in de vorm van puistjes
  • verkleuring van de huid
  • verandering van de nagels (aan vingers en tenen)
  • invloed op de wondgenezing
  • invloed op de ogen
  • invloed op de neus
  • invloed op bepaalde organen
  • invloed op de bloedcellen
  • invloed op vruchtbaarheid en seksualiteit  
Sluiten

Welke informatie wilt u downloaden?

De pagina die u nu bekijkt, is automatisch aangevinkt om te downloaden. Ziet u hieronder nog meer pagina’s staan? Dan kunt u zelf aanvinken welke pagina’s u wilt toevoegen.

De huidige pagina

Lettergrootte PDF
Deel PDF via: