Hoe verloopt uw opname?
Tijdens uw opname in het ziekenhuis ligt de nadruk op het verminderen van uw benauwdheid. Wij streven ernaar dat u langzaam weer steeds meer dingen zelf kunt doen. De verpleegkundige begeleidt u bij dit proces. Het herstel van een verslechtering van COPD heeft tijd nodig. Verwacht niet dat dit tijdens de opname al volledig gebeurt. Daar is vaak thuis ook nog enige tijd voor nodig.
Onderzoeken en controles
Tijdens de opname krijgt u verschillende onderzoeken en controles. Bijvoorbeeld deze:
- Vitale controles
De verpleegkundige meet elke dag uw pols, temperatuur, bloeddruk en saturatie. Saturatie is de zuurstofverzadiging van uw bloed. De verpleegkundige meet dat met een knijper op uw vinger. - Bloedsuikercontroles
Door het gebruik van prednison kan uw bloedsuiker verhoogd zijn. Daarom controleren wij uw bloedsuikerspiegel twee keer per week. U krijgt dan een prik in de vinger. Heeft u diabetes mellitus, dan meten we dit vaker. - Lichamelijk onderzoek
Meteen aan het begin van uw opname krijgt u een lichamelijk onderzoek door de zaalarts. Als dat nodig is, gebeurt dit daarna vaker. - Sputumkweek
Bij dit onderzoek wordt het slijm dat u ophoest uit uw longen, opgevangen in een potje en op kweek gezet. Er wordt dan onderzocht of het slijm misschien bacteriën bevat. - Bloedonderzoek
De arts controleert uw bloed en bekijkt bijvoorbeeld of er ontstekingswaarden in het bloed aanwezig zijn die mogelijk een infectie laten zien. - Bio-impedantie-meting / VVMI (spiermassameting)
Met dit onderzoek bepaalt de longverpleegkundige of u voldoende spierweefsel heeft. COPD-patiënten kunnen te weinig spierweefsel hebben (vetvrije massa), ook bij een normaal gewicht. Meer over deze meting leest u in de folder Bio-impedantiemeting/ meting spierweefsel. - Vragenlijst
Tijdens uw opname vragen wij u ook om de CCQ-vragenlijst in te vullen. Hierin staan vragen over hoe u uw COPD-klachten beleeft. De vragenlijst vult u in op de dag van opname, op dag 3, op dag 7 of de dag voordat u weer naar huis gaat.
Meestal krijgt u ook een van de volgende onderzoeken:
- X-thorax
Dit is een röntgenfoto van uw borstkas, hart en longen. - Bloedgas
Door een prik in uw vinger of in uw pols kan de arts zien hoe het zuurstofgehalte in uw bloed is. - Hartfilmpje (ECG)
Dit is bedoeld om de werking van uw hart te onderzoeken.