Na de operatie
Wat gebeurt en na de operatie?
De uitslaapkamer
De eerste periode na de operatie wordt u op de recovery (of uitslaapkamer) in de gaten gehouden tot u voldoende wakker bent en de pijnklachten dragelijk zijn. Afhankelijk van de klachten kan dit één tot enige uren duren. De plek waar de stoma heeft gezeten is afgedekt met een wondpleister. Deze pleister mag u op de tweede dag na de operatie verwijderen. In de meeste gevallen gaat u terug naar de verpleegafdeling. Mogelijk gaat u ter observatie een nacht naar de PACU of Medium Care. Als u op de verpleegafdeling, PACU of medium care bent, belt u of de verpleegkundige uw eerste contactpersoon dat u op die afdeling bent aangekomen.
Pijnbestrijding
Na de operatie krijgt u vier keer per dag 1 gram paracetamol. Als hiermee de pijn niet dragelijk is wordt er extra pijnmedicatie voorgeschreven. Goede pijnbestrijding is van groot belang voor een snel herstel. De pijnklachten mogen niet het mobiliseren beperken. Als dit het geval is, betekent dit dat de pijn niet acceptabel is. Vertel dit aan de verpleegkundige. Pijn heeft niet alleen te maken met onvoldoende pijnbestrijding, maar kan ook een teken zijn van een minder goed herstel. De mate van pijn voor iedereen anders. We passen de dosering van de medicijnen aan als de pijn erger wordt. De verpleegkundige bespreekt dit met u.
Voeding
Om de darmwerking weer op gang te krijgen is het belangrijk dat u zo snel mogelijk weer gaat eten en drinken. U mag de dag van de operatie en de eerste dag na de operatie alleen vloeibaar eten. Na de operatie krijgt u een eiwit- en energieverrijkt dieet omdat u meer voeding nodig heeft door de darmoperatie. Dit betekent dat u drie keer per dag een tussendoortje of drinkvoeding aangeboden krijgt. Daarnaast adviseren wij u na de operatie vezelrijke voeding te gebruiken.
Het is belangrijk dat u de eerste dagen op uw eigen gevoel afgaat en dus niet meer eet dan wat u denkt aan te kunnen. Probeer elke ronde iets kleins te eten en te drinken zodat u de maaltijden over de dag verspreid.De service-assistent (voedingsassistente) biedt u regelmatig eten en drinken aan. Kies bijvoorbeeld eens voor melk, karnemelk of chocolademelk in plaats van koffie, thee water of limonade. Melkproducten bevatten meer eiwitten. Geef het op tijd bij de verpleegkundige aan als u misselijk bent. Met behulp van medicatie kunnen misselijkheidklachten worden bestreden en voorkomen worden. Wij verwachten dat u de maaltijden aan tafel eet. Dit is beter voor de darmwerking en het verkleint de kans dat u zich verslikt. Het is belangrijk dat u voldoende drinkt, vezelrijk eet en uw voeding goed kauwt.
Beweging
Als u op de verpleegafdeling terug bent wordt er, onder begeleiding van de fysiotherapeut of een verpleegkundige, zo snel mogelijk gestart met bewegen. Dit is niet alleen belangrijk om trombose te voorkomen, maar ook om verlies van spierkracht tegen te gaan. Daarnaast heeft rechtop zitten en bewegen een gunstig effect op de ademhaling en door te bewegen komen ook uw darmen beter op gang. Probeer op de dag van de operatie minimaal twee keer 30 minuten uit bed te komen en een stukje te wandelen. Breidt dit elke dag verder uit en eet uw maaltijden aan tafel.
U kunt zelf bijdragen aan het meer bewegen tijdens uw opname:
- Doe ’s ochtends uw pyjama uit en trek gewone kleding aan;
- Zorg voor goede schoenen of sloffen waarop u niet uitglijdt;
- Loop regelmatig over de afdeling;
- Ga, als dit mogelijk is, eens met uw bezoek van de afdeling af;
- Wissel beweging en rust af. Doe bijvoorbeeld elk uur wat oefeningen of ga elk uur even zitten op een stoel of loop over de gang;
- Op de verpleegafdeling is een hometrainer aanwezig waar u gebruik van kunt maken.
Ademhalingsoefeningen
Na een operatie aan de buik is het belangrijk om elk uur ademhalingsoefeningen te doen. Deze oefeningen verbeteren het longvolume en helpen u om slijm kwijt te raken.
Ademhalingsoefening 1
- Adem diep in;
- Houdt de adem ongeveer drie seconden vast;
- Blaas uit met getuite lippen;
- Herhaal dit vier keer achter elkaar.
Ademhalingsoefening 2
- Ondersteun de buik met een kussentje of uw handen. Dit zorgt voor tegendruk;
- Adem diep in;
- Maak vervolgens een ‘huf’ (open uw mond en adem zo kort en krachtig mogelijk uit, alsof u een bril laat beslaan);
- Voelt of hoort u slijm? Herhaal deze oefening dan vier keer;
- Als er slijm aanwezig is, dan kunt u dit doorslikken of uitspugen.
Ontlasting
Na de operatie kan het voorkomen dat uw ontlastingspatroon ontregeld is. Over het algemeen moet u vaker naar de toilet. In de eerste periode na de operatie kan het zijn dat u meer moeite heeft met het ophouden van de ontlasting omdat de sluitspier van uw anus langere tijd niet heeft gewerkt. Deze klachten kunnen zes weken tot drie maanden aanhouden en verdwijnen na verloop van tijd meestal spontaan. U kunt zelf uw bekkenbodemspieren trainen om de controle over de ontlasting te verbeteren. Als het nodig is geeft de GIO-verpleegkundige advies in incontinentiematerialen.
Medicijnen voor darmwerking
Na de operatie krijgt u twee keer per dag een laxeermiddel (magnesiumhydroxide). Dit laxeermiddel bevordert de werking van de dikke darm. Zodra uw darmen ‘op gang’ zijn of u diarree krijgt kan dit middel worden omgezet naar Movicolon/Macrogol. Het kan voorkomen dat de chirurg zo nodig medicatie voorschrijft:
- Metamucil (psylliumvezels): dit zijn vezels die vocht aan de ontlasting onttrekken zodat de ontlasting steviger wordt (het kan ook zijn dat u dit middel krijgt voor betere stoelgang);
- Loperamide (Imodium): dit medicijn vertraagt de darmwerking waardoor de ontlasting dikker wordt, u krijgt dan ook minder vaak aandrang.