De operatietechniek

Voor de operatie van een navelbreuk of bovenbuikbreuk wordt u onder narcose gebracht. Als een breuk klein is (minder dan twee centimeter), gebruikt de chirurg hechtdraad om de breuk dicht te maken. Is de breuk groter, dan plaatst de chirurg een kunststof matje. Dit matje houdt de buikinhoud tegen en het vergroeit met de buikwand. Dit materiaal is veilig en wordt meestal goed geaccepteerd door het lichaam. Soms wordt gebruikgemaakt van weefsel van de buikwand zelf.

Het matje wordt meestal direct nadat de huid geopend is geplaatst via de breukpoort. Het matje kan ook worden geplaatst via een kijkoperatie (laparoscopie). Bij deze kijkoperatie brengt de chirurg smalle buisjes via de buikwand in uw buik. Deze buisjes hebben een doorsnede van 5 tot 12 mm. Via deze buisjes wordt een camera ingebracht, zodat de chirurg in de buik kan kijken. Deze laatste techniek zorgt er meestal voor dat u sneller herstelt en minder pijn heeft. Ook is er een kleinere kans op een probleem met de wondgenezing, zoals een infectie.

Op www.heelmeester.nl kunt u zien hoe deze operatie gaat.

Na de operatie

De operatie gebeurt vaak in dagbehandeling. U mag dan dezelfde dag weer naar huis. U mag die dag niet zelf autorijden. Regel daarom het vervoer naar huis van tevoren. Voor de pijn krijgt u pijnstillers.

Als u thuiskomt kunt u uw dagelijkse werkzaamheden weer oppakken. Doe dit alleen als u hierdoor niet te veel pijnklachten krijgt. Als de breuk dichtgemaakt is met hechtmateriaal, doe dan ten minste zes weken geen zwaar werk en til niet zwaar.
Als bij u een matje geplaatst is, kunt u uw werkzaamheden meestal eerder weer oppakken, ongeveer één week na de operatie.

Implantaatgegevens

Een implantaat is een medisch hulpmiddel dat in uw lichaam is geplaatst. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een heup- of borstprothese, een pacemaker, of platen en schroeven. Wilt u meer weten over uw implantaat of prothese? Kijk dan in uw dossier op Mijn Rijnstate in het menu onder 'Implantaten'.  Hier vindt u informatie als de naam, het type implantaat, het serienummer, en de datum waarop u uw implantaat heeft gekregen.