Metopirontest
In overleg met uw arts heeft u besloten om een Metopirontest te doen om te kijken of u bijnierschorsinsufficiëntie heeft. Hier vindt u de belangrijkste informatie over dit onderzoek.
Doel van het onderzoek
U krijgt een Metopirontest omdat het vermoeden bestaat dat u bijnierschorsinsufficiëntie heeft, een te geringe werking van de bijnieren. Het doel van dit onderzoek is om de werking van de bijnierschors te controleren.
Als de bijnierschors onvoldoende werkt, is er sprake van primaire bijnierschorsinsufficiëntie. Dit wordt ook wel de ziekte van Addison genoemd. Als de bijnierschors zelf goed werkt, maar onvoldoende wordt gestimuleerd door de hypofyse (een klier in de hersenen) is er sprake van secundaire bijnierschorsinsufficiëntie. Met de Metopirontest kunnen we nagaan of u primaire of secundaire bijnierinsufficiëntie heeft. U kunt last hebben van vermoeidheid, zwakte, gewichtsverlies, misselijkheid, braken, somberheid, een verlaagde bloeddruk en pijn in uw spieren en gewrichten. Specifiek voor primaire bijnierinsufficiëntie zijn een grote zin in zout voedsel (‘zouthonger’) en een bruine verkleuring van de huid.
Voorbereiding
Voor de Metopirontest wordt u een dag en nacht opgenomen in het ziekenhuis. Voor de opname heeft u een afspraak op de polikliniek. Tijdens deze afspraak bekijkt de internist of u medicijnen gebruikt die van invloed kunnen zijn op het onderzoek. Wij verzoeken u vriendelijk om uw eigen medicijnen in de originele verpakking mee te nemen naar deze afspraak.
Op de dag dat u wordt opgenomen neemt de verpleegkundige een korte vragenlijst (anamnese) met u door. Daarna wordt u gewogen en krijgt u een infuus ingebracht in uw linker- of rechterarm. Dit is een dun plastic buisje dat wordt ingebracht in een bloedvat van uw onderarm.
Het onderzoek
Op de dag van opname wordt er om 9.30 uur voor het eerst bloed afgenomen via het infuus.
Tussen 23.30 en 0.00 uur krijgt u Metopironcapsules die u met melk of yoghurt mag innemen. Na inname is het nodig dat u een half uur bedrust houdt. Metopiron kan na inname voor de volgende bijwerkingen zorgen: misselijkheid, braken, duizeligheid, buikklachten, lage bloeddruk, hoofdpijn, sufheid en huiduitslag. Als u hier last van krijgt, meldt u het dan aan de verpleegkundige. Er is dan extra controle nodig.
Na 00.00 uur moet u nuchter te blijven. Dit houdt in dat u niets meer mag eten en drinken, behalve water.
Om 4.00 en 9.30 uur wordt er nog een keer bloed afgenomen.
Na het onderzoek
Zodra het onderzoek is afgerond, verwijdert de verpleegkundige uw infuus. U mag weer eten en drinken. De verpleegkundige biedt u iets te eten en te drinken aan. Zodra u wat genuttigd heeft, mag u naar huis.
De uitslag
De uitslag van het onderzoek krijgt u van uw behandelend internist tijdens een bezoek aan de polikliniek, ongeveer drie weken na de opname. Als u nog geen afspraak hiervoor heeft, laat de verpleegkundige deze voor u maken.
Vragen?
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stelt u deze dan gerust aan de verpleegkundige die (de voorbereiding van) het onderzoek bij u doet.
Telefoonnummer
Afdeling A6 Infectieziekten / Endocrinologie / Reumatologie
Rijnstate Arnhem: 088 - 005 6711