Na de operatie

Wat gebeurt er na de operatie?

Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer (verkoeverkamer). Hier wordt regelmatig uw bloeddruk, hartslag, temperatuur en ademhaling gecontroleerd. Als u weer goed wakker bent, gaat u naar uw kamer op de verpleegafdeling Orthopedie en bellen wij uw contactpersoon thuis. Eten en drinken wordt, afhankelijk van de ingreep en hoe het met u gaat, rustig opgebouwd.

Medicatie, katheters en wonddrain

Na de operatie kunt u pijn hebben. U krijgt op vaste tijden tabletten tegen de pijn. Wanneer dit niet voldoende is, schrijft de anesthesioloog andere medicatie voor. Ook tegen eventuele misselijkheid kunt u medicatie krijgen. Om trombose te voorkomen, krijgt u tijdens uw opname een antitrombose middel via een onderhuidse injectie. Na de operatie heeft u een infuus in uw arm, deze kan vaak worden verwijderd als u voldoende zelf kan drinken. Zelden zullen we in uw geval een wonddrain of blaaskatheter gebruiken, maar mochten deze toch zijn geplaatst dan worden deze op de ochtend van de eerste dag na de operatie verwijderd.

In bed liggen

Probeer in bed met name op uw rug te liggen. Wanneer dit zeer oncomfortabel is, mag u ook op uw zij liggen. Het omrollen van rug naar zij wordt eerst met hulp van een verpleegkundige geoefend. U draait hierbij met uw schouders en bekken tegelijkertijd op uw zij zodat uw rug recht blijft. U mag een hoofdkussen of een kussen voor onder uw knieën gebruiken. Dit is vaak prettig. De verpleegkundige helpt u met uw lichamelijke verzorging. U merkt dat u uw activiteiten snel kan opbouwen na de operatie. Het is heel normaal als er nog een tijdje bloed en wondvocht uit de wond komt. Wanneer het verband verzadigd is of vervangen moet worden, dan doen we dit voor ontslag naar huis.

Fysiotherapie na de operatie

De fysiotherapeut komt op de dag van de operatie bij u langs. De fysiotherapeut informeert u over de behandeling en neemt met u de eerste oefeningen op bed door. U krijgt instructies over het zelfstandig draaien en verplaatsen in bed, het komen tot zit op de bedrand en het gaan staan. Vervolgens wordt het zitten, lopen en traplopen geleidelijk uitgebreid, waarbij wordt gelet op een goede houding. Fysiotherapeutische begeleiding in de thuissituatie is doorgaans niet nodig, tot aan de controle bij uw behandelend arts herhaalt u zelfstandig de oefeningen uit het ziekenhuis. Het lopen en uw dagelijkse activiteiten kunt naar gelang uw klachten opvoeren. Het is de verwachting dat u na 6 weken wat fysiek zwaardere activiteiten kunt oppakken, zoals licht spierversterkende oefeningen, tillen en werkzaamheden.