Na de operatie

Wat kunt u zelf doen voor uw herstel? 

Uw eigen inzet is erg belangrijk. Voor een voorspoedig herstel start u zo snel mogelijk met ademhalings- en bewegingsoefeningen. U oefent om diep door te ademen en te hoesten. Daarbij is het belangrijk dat de pijn goed onder controle is. De verpleegkundigen en de fysiotherapeut sporen u aan en begeleiden u hierin. De eerste dag na de operatie komt u al uit bed en gaat u op een stoel zitten. Dit bouwt u snel op tot vier keer per dag een uur op een stoel zitten en zelfstandig wandelen over de gang. De afdelingsarts komt dagelijks langs om te kijken hoe het met u gaat.

Drie keer per dag vragen we u om te vertellen hoeveel pijn u heeft. Zo kunnen we de pijnbestrijding hier op af stemmen. Dat doen we via de epiduraal katheter en met pijnstillers. De epiduraal katheter en de blaaskatheter worden op de tweede dag na de operatie verwijderd. Meestal kunt u de dag na de operatie weer normaal eten en wordt het infuus gestopt.

Als de thoraxdrain is verwijderd en als alles goed gaat, kunt u drie dagen na de operatie het ziekenhuis verlaten. Als er complicaties optreden in de herstelperiode, kan de opname langer duren. Als u naar huis gaat, krijgt u een afspraak mee voor de poliklinische controle bij de longarts. Een week na de operatie belt de longoncologieverpleegkundige van de polikliniek u om eventuele vragen door te spreken.

Wanneer krijgt u de uitslag? 

Het weefsel dat uit de long is verwijderd, sturen we voor onderzoek naar de patholoog. De uitslag van het onderzoek wordt met u besproken tijdens de poliklinische afspraak met de longarts. Tijdens deze afspraak bespreken we ook het resultaat van de operatie, de eventuele nabehandeling en de vooruitzichten na de longoperatie.