Laparoscopie (gynaecologisch)
In overleg met uw arts heeft u besloten dat er bij u een laparascopie wordt gedaan. Bij dit onderzoek bekijkt de arts de buikholte met behulp van een laparoscoop. Dit is een dunne holle buis waarop een kijker of een camera zit. De arts bekijkt of uw klachten worden veroorzaakt door afwijkingen in de buikholte. Het is ook mogelijk om tijdens een laparoscopie eenvoudige ingrepen te doen, zoals een sterilisatie, het verwijderen van kleine verklevingen, stukjes weefsel, cystes aan de eierstokken of soms een hele eierstok.
Afhankelijk van de reden van het onderzoek wordt u één dag of twee dagen opgenomen op de afdeling Dagverpleging of op de afdeling Gynaecologie.
De laparoscopie
Het onderzoek vindt plaats op de operatie-afdeling. Als u op de operatietafel ligt, wordt een infuus in uw arm ingebracht waardoor de narcose wordt toegediend. De arts maakt een klein sneetje vlak onder de navel. Via een dunne naald wordt twee liter gas in de buikholte gebracht. De buikholte wordt hierdoor een beetje "opgeblazen". Dit vergemakkelijkt het zicht. Vervolgens wordt de op een lichtbron aangesloten kijkbuis in de buikholte gebracht. De arts kan nu alle organen in de buikholte bekijken. Dit zijn behalve de geslachtsorganen (baarmoeder, eierstokken en eileiders) ook het buikvlies, de blaas, blinde darm, lever, milt, galblaas en de dikke en de dunne darm. De arts maakt nog een tweede sneetje, vlak boven het schaamhaar. Hierdoor kunnen instrumenten worden geschoven voor de kleine ingrepen.
Na het onderzoek laat de arts het gas ontsnappen via één van de sneetjes. Daarna wordt de kijkbuis verwijderd en worden, indien nodig, de sneetjes gehecht. De hechtingen zijn oplosbaar. U wordt naar de uitslaapkamer gebracht. Het onderzoek duurt ongeveer een half uur.
In toenemende mate worden kleine ingrepen tijdens de laparoscopie verricht. Daarvoor worden soms via drie sneetjes hulpinstrumenten ingebracht. Deze ingrepen duren wel langer.
Na de laparoscopie
Na de ingreep wordt u naar de uitslaapkamer gebracht. Als u wakker bent, wordt u teruggebracht naar de afdeling. De verpleegkundige zal zo nodig de bloeddruk meten en de wondjes inspecteren. Het infuus of de infuusnaald wordt verwijderd. U mag weer gewoon eten als u daar zin in heeft. Uw gynaecoloog komt voordat u naar huis gaat langs om zijn/haar bevindingen met u te bespreken. Afhankelijk daarvan bespreekt de arts wanneer u wordt verwacht op de polikliniek. U krijgt een afspraak mee en de brief naar de huisarts wordt digitaal verzonden.
De eerste vierentwintig uur kunt u last hebben van pijn in of op uw schouderbladen. Dat komt doordat er meestal wat gas achterblijft in de buikholte. Het achtergebleven gas wordt vrij snel in het bloed opgenomen en via de longen uitgeademd. Sommige patiënten voelen zich de eerste dag na het onderzoek nog niet erg fit. Ook kunt u een paar dagen last hebben van buikpijn en bloedverlies uit de vagina.
De pleisters mogen na drie dagen worden verwijderd. De sneetjes genezen meestal binnen een week. Ze laten heel kleine littekens na, die na verloop van tijd nauwelijks meer te zien zijn.
Wij raden u aan om vervoer naar huis te regelen. U mag zelf niet auto rijden.
Complicaties
Een laparoscopie is een eenvoudig onderzoek waarvan u in principe snel weer opknapt. Een enkele keer treden er complicaties op. Waarschuw de dienstdoend gynaecoloog in de volgende gevallen:
- buikpijn die steeds heviger wordt;
- koorts;
- roodheid en zwelling van de wond;
- vocht- of bloedverlies uit de wond.
Nazorg
De eerste week mag u wel douchen, maar raden wij u aan om niet in bad te gaan in verband met infectiegevaar.
Vragen
Als u na het lezen van deze informatie nog vragen heeft, stel deze dan vóór het onderzoek aan de arts.
Telefoonnummer
Poli Gynaecologie Rijnstate Arnhem: 088-005 7740
