Risico's en complicaties

Welke risico's en complicaties kunnen voorkomen?

Alle operaties brengen risico’s en ongemakken met zich mee. Afhankelijk van uw conditie en de ernst van de slijtage in de knie, kunnen deze in zwaarte wisselen. Wij realiseren ons dat de opsomming van mogelijke complicaties ongerustheid kan geven. Toch vinden wij het belangrijk om een aantal problemen te beschrijven die mogelijk optreden na een knieprothese.

Trombose
Trombose is het ontstaan van een bloedstolsel in de aderen van de benen. Om dit te voorkomen is het belangrijk dat u snel na de operatie uit bed komt. Een andere voorzorgsmaatregel is het toedienen van antistollingsmedicijnen.

Wondinfectie
U kunt een oppervlakkige of een diepe wondinfectie krijgen. We kunnen de infectie behandelen door u antibiotica te geven. Soms is een kleine operatie nodig om de wond te reinigen.

Bloeduitstorting/zwelling/nabloeding
Tijdens de operatie zit er zo min mogelijk bloed in het operatiegebied. Dat wordt bloedleegte genoemd. Om het bloed weg te houden, krijgt u een strakke band om uw bovenbeen. Door deze bloedleegte kan het gebeuren dat u na de operatie een bloeduitstorting met zwelling in uw been krijgt.

Er zijn homeopathische middelen zoals Arnica, Atrosan en Traumeel te koop, die de klachten kunnen verminderen. Breng de zalf aan op de blauwe plek, niet op de wond. De middelen zijn verkrijgbaar bij de drogist en apotheek. U kunt deze middelen ook gebruiken bij spierpijn.
Na de operatie krijgt u een steungevende kous. Dit gaat de zwelling zo veel mogelijk tegen. Er kan ook ineens een hoeveelheid bloed uit de wond komen. Dat noemen we een nabloeding. De wond wordt in dit geval opnieuw verbonden met een drukverband.

Complicaties van de verdoving
Problemen door de vorm van de verdoving, meestal een ruggenprik, kunnen zijn: hoofdpijn, lage bloeddruk en misselijkheid. Deze klachten verdwijnen meestal binnen enkele dagen.

Beschadiging van bloedvaten en zenuwen
Meerdere bloedvaten en zenuwen lopen in de omgeving van het kniegewricht. Deze structuren lopen kans om uitgerekt of beschadigd te raken tijdens de operatie. Dat kan zorgen voor gevoelloosheid, juist extra gevoeligheid en/of slapheid in delen van het geopereerde been. Deze klachten verdwijnen over het algemeen binnen enkele maanden.

Doorliggen
Doorligplekken, vooral rond de hiel en de stuit, kunnen al na één dag bedrust ontstaan. Neem daarom regelmatig de druk weg van uw hielen en stuit. Als u een brandend gevoel of pijn ervaart rond deze lichaamsdelen, zeg dit dan tegen de verpleegkundige.