Aandoening, behandeling en onderzoek
Patiënte met arts en verpleegkundige in behandelkamer

Flecaïnide provocatietest

U krijgt een flecaïnide provocatietest (Tambocor®). We doen deze test om te onderzoeken of u het Brugada-syndroom heeft. Voor deze test wordt u korte tijd opgenomen op de afdeling Eerste Hart Hulp van Rijnstate. In deze folder leest u wat er gebeurt voor, tijdens en na de test.

Wat is een flecaïnide provocatietest?

Het Brugada-syndroom is een erfelijke aandoening waarbij (ernstige) hartritmestoornissen kunnen ontstaan. Daardoor kunt u flauwvallen of hartkloppingen krijgen. In ernstige gevallen kan het hart stoppen.

Met het medicijn flecaïnide kunnen we aantonen of u het Brugada-syndroom heeft. Flecaïnide is een geneesmiddel tegen hartritmestoornissen. Flecaïnide vertraagt de elektrische geleiding in het hart. Dat maakt afwijkingen zichtbaar die op het ‘normale’ ECG (hartfilmpje) niet zichtbaar zijn. U krijgt dit medicijn via een infuus. Omdat flecaïnide de geleiding in het hart beïnvloedt, bent u tijdens de test aangesloten aan een hartmonitor.

Voorbereiding thuis

Voor deze behandeling is het belangrijk dat u nuchter bent. Vanaf 6 uur voor de opname mag u niets meer eten. Tot 2 uur voor de opname mag u nog water en thee zonder melk drinken. Daarna mag u ook niets meer drinken. Uw medicijnen mag u met een slokje water innemen.

U hoeft geen nachtkleding mee te nemen. Tijdens het onderzoek mag u uw kleding aanhouden.

Weeg uzelf op de dag van de test. Dit is nodig om de juiste dosering van het medicijn te bepalen.

De behandeling

Op de dag van het onderzoek meldt u zich eerst bij de centrale balie. Daarna gaat u naar de Eerste Hart Hulp op afdeling A4. De verpleegkundigen vangen u daar verder op.

Voor het onderzoek sluit de verpleegkundige u aan op de monitor en maakt een ECG (hartfilmpje). Daarna brengt de verpleegkundige een infuusnaaldje in en meet uw bloeddruk, polsslag en temperatuur.

We dienen u ongeveer 10 minuten lang het medicijn toe. De verpleegkundige maakt elke 2 minuten een ECG (hartfilmpje) terwijl u aan de monitor ligt. Ook meten we regelmatig uw bloeddruk.

Tijdens de behandeling kunt u een aantal bijwerkingen krijgen van het medicijn. Zoals duizeligheid, lage bloeddruk, wazig zien, trillen en misselijkheid. Vertel het de arts of verpleegkundige als u last krijgt van (één van) deze bijwerkingen. Als het nodig is, wordt het infuus stopgezet.

Als u het Brugada-syndroom heeft, kan het zijn dat u tijdens de test hartritmestoornissen krijgt. Als de verpleegkundige of cardioloog dit op de monitor ziet, stoppen we met het toedienen van het medicijn. Als het nodig is, wordt u met medicijnen en / of apparatuur meteen behandeld voor deze ritmestoornissen.

Na de behandeling

Als het infuus gestopt is, maakt de verpleegkundige 15 en 60 minuten na de behandeling nog een ECG (hartfilmpje).

Na de test komt de cardioloog bij u langs met de uitslag. U blijft nog 1 tot 2 uur aangesloten op de hartmonitor voor observatie. Als er op de hartfilmpjes geen afwijkingen zijn gevonden, wordt u losgekoppeld van de monitor. Dan wordt ook het infuus verwijderd.

Na de observatieperiode mag u met eigen vervoer naar huis. Als er wel afwijkingen zijn gevonden, of als er hartritmestoornissen zijn ontstaan, bespreekt de cardioloog het vervolg met u.

Sluiten

Welke informatie wilt u downloaden?

De pagina die u nu bekijkt, is automatisch aangevinkt om te downloaden. Ziet u hieronder nog meer pagina’s staan? Dan kunt u zelf aanvinken welke pagina’s u wilt toevoegen.

De huidige pagina

Lettergrootte PDF
Deel PDF via: