De behandeling van etalagebenen

Bij etalagebenen raden we u bijna altijd aan om looptraining te gaan doen. Pas als dat niet werkt, bespreken we met u of een dotterbehandeling of een operatie een oplossing kan zijn.

Looptraining

Naast het werken aan de risicofactoren voor een vaataandoening is looptraining bij etalagebenen de eerste stap in de behandeling. Voor deze training loopt u vijf tot zeven dagen per week in een stevige wandelpas. Hierbij probeert u de afstand die u pijnvrij kunt lopen groter te maken. Het is belangrijk om deze training drie tot zes maanden vol te houden. Om u bij de training te helpen, verwijzen we u naar een fysiotherapeut. Bij 80 procent van de patiënten helpt de looptraining zo goed dat de klachten verminderen en een dotterbehandeling of operatie niet nodig is.

Hoe werkt het?

Het is niet precies bekend waarom looptraining zo goed werkt voor veel patiënten. Het is waarschijnlijk een combinatie van factoren: door het lopen krijgt u een betere conditie, kunt u meer zuurstof opnemen en kunt u beter met de pijn omgaan. Daarnaast ontwikkelen zich door het lopen kleine vaatjes in de buurt van de afsluiting (collateralen). Deze vaatjes werken als een soort natuurlijke omleiding en nemen de functie van de aangetaste vaten over.

Een operatie

Als uw klachten niet verminderen door de looptraining en u in uw dagelijks leven te veel pijn blijft houden, kan een dotterbehandeling een oplossing zijn. Bij het dotteren wordt meestal via een bloedvat in de lies een dotterballonnetje ingebracht dat ter plaatse van de vernauwing wordt opgeblazen, waardoor het bloedvat oprekt en de vernauwing verdwijnt. Als dotteren niet voldoende helpt, kan er een stent geplaatst worden. Dit is een dun metalen buisje dat op de plaats van de vernauwing wordt achtergelaten.

Nieuwe operatietechniek (CERAB)

Als de vernauwing op de splitsing van de hoofdslagader zit, gebruiken wij een nieuwe operatietechniek, CERAB. Hiermee is Rijnstate in 2010 als tweede ziekenhuis in de wereld begonnen; inmiddels hebben onze vaatchirurgen de techniek geperfectioneerd. De CERAB-operatietechniek lijkt veel op dotteren, maar er worden drie extra stents geplaatst.

Met de CERAB-techniek kunnen veel patiënten met etalagebenen geholpen worden met een veel kleinere operatie. Het grote voordeel van deze nieuwe techniek is dat er kleinere sneetjes nodig zijn om te opereren en er daardoor een sneller herstel mogelijk is dan bij de grotere operatie. Inmiddels wordt deze techniek wereldwijd gebruikt. Bekijk ons filmpje voor een uitleg over deze operatietechniek.

Een omleidingsoperatie

Soms komt het voor dat een dotterbehandeling niet mogelijk is. In dat geval is een omleidingsoperatie (bypass) noodzakelijk. De operatie kan nodig zijn in uw buik, waar de bekkenslagaders zitten, of in uw benen. Dit wordt bepaald door de plaats waar de vernauwing of afsluiting zit.

Bewegen na de operatie

Ook na een dotterbehandeling of een operatie is het belangrijk om veel te blijven lopen. Zo kunt u voorkomen dat uw klachten terugkomen op de lange termijn.

Implantaatgegevens

Een implantaat is een medisch hulpmiddel dat in uw lichaam is geplaatst. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een heup- of borstprothese, een pacemaker, of platen en schroeven. Wilt u meer weten over uw implantaat of prothese? Kijk dan in uw dossier op Mijn Rijnstate in het menu onder 'Implantaten'.  Hier vindt u informatie als de naam, het type implantaat, het serienummer, en de datum waarop u uw implantaat heeft gekregen.