Buikkatheter

Bij u wordt binnenkort een buikkatheter geplaatst. De medische term hiervoor is suprapubische katheter. Hier leest u meer over het plaatsen van de katheter en de verzorging ervan.

Voorbereiding 

Stoppen met antistollingsmedicijnen 

Als u antistollingsmiddelen gebruikt, bespreekt de arts met u hoeveel dagen u hiermee moet stoppen.

Het plaatsen van een buikkatheter 

Het plaatsen van de katheter gebeurt via uw buik, net onder uw navel. Voordat uw blaas aangeprikt kan worden, moet deze zo vol zijn dat hij boven het schaambeen uitkomt. Heeft u een plasbuiskatheter met kraantje, dan vragen wij u om deze 1 tot 2 uur dicht te zetten.

U wordt binnengeroepen. Met een echo wordt gecontroleerd of de blaas al vol genoeg is. Is dit niet het geval, dan wordt de blaas verder opgevuld met steriel water. Heeft u een plasbuiskatheter, dan gaat dit vullen gewoon via deze katheter. Heeft u geen katheter en is uw blaas niet vol genoeg, dan wordt hiervoor een katheter ingebracht via uw plasbuis en wordt zo uw blaas gevuld.

Op de plaats waar de katheter geplaatst wordt, worden soms wat schaamharen weggeschoren. Dan heeft u de volgende dag minder last van het verwijderen van het verband.

Het aanprikken van de blaas 

Als uw blaas vol genoeg is, bepaalt uw behandelend arts met een echo de juiste positie van de buikkatheter. Deze plaats wordt gedesinfecteerd met jodium.

Belangrijk: zeg het tegen ons als u allergisch bent voor jodium!

Met een injectie worden uw huid en alle onderliggende lagen huid, spieren en vet tot aan de blaas verdoofd. Hierna wordt met een klein mesje een sneetje gemaakt in uw huid en de lagen eronder. De arts prikt hier met een holle stevige naald doorheen tot in uw blaas. Door de verdoving voelt u geen scherpe pijn, maar het duwen op de volle blaas met dit scherpe buisje geeft een onaangenaam gevoel.

Als uw blaas is aangeprikt, kan de katheter door dit buisje worden ingebracht. Er wordt een klein ballonnetje opgeblazen in uw blaas. Dat zorgt ervoor dat de nieuwe katheter vast blijft zitten. Daarna wordt de beenzak aangekoppeld. Hierin wordt de urine opgevangen. Zodra het ballonnetje is opgeblazen met water en de beenzak is aangekoppeld, voelt u dat de druk in uw blaas afneemt. Vervolgens wordt de katheter die door uw plasbuis loopt, verwijderd. De buikkatheter zit nu op zijn plaats (zie afbeelding).

De verpleegkundige verzorgt het wondje op uw buik rondom de katheter en plakt deze af met een paar gazen. De beenzak wordt op de juiste manier bevestigd en u krijgt instructies voor de verzorging van de katheter.

U krijgt een afspraak voor het verschonen van de katheter na zes weken. Dit gebeurt op de polikliniek, soms in combinatie met een bezoek aan de arts.

Implantaatgegevens

Een implantaat is een medisch hulpmiddel dat in uw lichaam is geplaatst. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een heup- of borstprothese, een pacemaker, of platen en schroeven. Wilt u meer weten over uw implantaat of prothese? Kijk dan in uw dossier op Mijn Rijnstate in het menu onder 'Implantaten'.  Hier vindt u informatie als de naam, het type implantaat, het serienummer, en de datum waarop u uw implantaat heeft gekregen.