Wat gebeurt er na de operatie?

De eerste dagen na de operatie kunt u last hebben van het operatiegebied. Daarom krijgt u goede pijnstilling via een pijnpompje. Het is heel belangrijk om de dag na de operatie al te beginnen met bewegen. Een verpleegkundige en/of fysiotherapeut helpt u hierbij. Bewegen is goed voor uw herstel en verlaagt het risico op trombose en embolie. Om dezelfde reden ontvangt u spuitjes en medicatie (Ascal) om uw bloed dun te houden. Ook krijgt u pompjes rondom uw kuiten die de doorbloeding in uw benen op gang houdt. Zodra u voldoende kunt bewegen, wordt uw blaaskatheter verwijderd. Vanaf dan krijgt u ook geen spuitjes meer en kunnen de pompjes weer af. Het medicijn Ascal blijft u gebruiken tot een maand na de operatie.

Controle van de bloedvaten

Tot aan uw ontslag uit het ziekenhuis controleert een verpleegkundige de doorbloeding van uw nieuw gevormde borst. Voor de controle van de bloedvaten in de borst wordt een speciaal dopplerapparaat gebruikt. De eerste 24 uur na de operatie vindt deze controle elk uur plaats. De tweede 24 uur gebeurt dit elke twee uur. Dit kan inspannend voor u zijn. Na 48 uur wordt de controle afgebouwd.

Drains

Na de operatie krijgt u een of meerdere drains: een drain bij uw borst en als het nodig is ook bij uw buik. Deze slangetjes voeren het wondvocht af naar buiten. Beweegt u goed en komt er per 24 uur minder dan 30 cc wondvocht in de drainpot, dan verwijdert de verpleegkundige de drain. Dit gebeurt meestal nog tijdens de opname. Mocht de drain nog te veel aflopen op de datum van ontslag, dan gaat u met drain naar huis. U krijgt dan instructies van de verpleegkundige op de afdeling. Als er thuis minder dan 30 cc wondvocht per 24 uur in de drainpot komt, maakt u een afspraak om de drain(s) te laten verwijderen. Hiervoor kunt u tijdens kantooruren bellen met de polikliniek Plastische Chirurgie. In het weekend belt u de verpleegafdeling B5V1. De telefoonnummers vindt u onder aan deze folder.

Controles

De maandag nadat u thuis bent gekomen, belt de gespecialiseerd mammacareverpleegkundige u om te horen hoe het met u gaat. Tien tot veertien dagen na de operatie krijgt u een afspraak op de polikliniek bij de plastisch chirurg die u geopereerd heeft. En ongeveer vier weken na de operatie heeft u een controle op de polikliniek bij de gespecialiseerd mammacareverpleegkundige. Rond drie, zes en twaalf maanden na de operatie komt u nog een keer voor controle bij de plastisch chirurg om te bepalen of er eventueel meer operaties nodig zijn. Dit verschilt per patiënt. Denk bijvoorbeeld aan een tepelreconstructie en/of correcties om uw borsten symmetrisch te maken. Met uw behandelend arts kunt u uw situatie en wensen bespreken.